woman with camera

Interview: Meer robots, meer werk

Published: 17 april 2019 Laatst bijgewerkt: 09 mei 2019

Robots pikken alle banen in, is het idee. Robots zorgen juist voor werk, zeggen Charissa Freese en Ton Wilthagen. Maar wel voor andere banen. De kunst is tijdig anticiperen op welke banen er verdwijnen, welke veranderen en welke erbij komen. Tilburg University zet zich in om werkgevers en werknemers daarop voor te bereiden.

Interview door Marga van Zundert

In de bank- en verzekeringswereld zijn de afgelopen jaren veel banen verdwenen door digitalisering en die gaat nog door. En ook door de opkomst van kunstmatige intelligentie zullen weer banen verdwijnen, vertelt onderzoekster Charissa Freese. De angst van mensen voor die ontwikkeling is terecht. Maar meer technologie is ook een positieve ontwikkeling. Uit onderzoek blijkt dat werk in de afgelopen 25 jaar schoner, veiliger en fysiek minder belastend is geworden.

In de zorg zullen zorgbanen verdwijnen door de inzet van robots en domotica. Maar het levert ook werk op in ontwerp, programmering, installatie en onderhoud van technologie. Niet alleen hoogopgeleid werk, benadrukt Freese. Sommig handwerk is en blijft voorlopig heel lastig voor robots. Denk aan schoonmaakwerk of haren knippen, maar ook aan een goudsmid of meubelmaker. Vooral repeterend werk zal door robots of computers worden overgenomen. Daardoor worden menselijke vaardigheden zoals creativiteit en interpersoonlijk contact juist belangrijker. Ook omdat als het om arbeid gaat vertrouwen heel belangrijk is. Wie durft zich te laten scheren door een robot? Wie stapt er zorgeloos in een zelfrijdende taxi? In de nieuwe banen draait het vaak juist om mensenwerk: creativiteit, menselijk contact, coaching, vakmanschap.  

Laagopgeleiden klagen juist dat ze zich steeds vaker een robot voelen.

“Er wordt vaak gerobotiseerd zonder echt na te denken over de gevolgen voor medewerkers en banen. Dat zorgt voor ‘restbaantjes’. Niet het hele proces kan worden gerobotiseerd. Dan worden medewerkers haast onderdeel van het robotproces. Ze ervaren geen autonomie en de werkdruk is hoog. Dat is heel belastend. Kijk bijvoorbeeld aan de kraanmachinisten in de Rotterdamse haven. Het ontladen van containerschepen gaat tegenwoordig met computergestuurde kranen. De machinisten zitten niet meer bovenin de kraan, maar in een controlecentrum achter schermen. Ze komen enkel in actie als er iets misgaat of als er speciale containers aankomen. Dat is heel ander werk. De vakbond is terecht bezorgd over zulke veranderingen. Er moet meer ethisch bewustzijn ontstaan bij werkgevers over de kwaliteit van de banen die ze creëren. En dat is een cultuuromslag.” 

Hoe bereik je dat?

“Het is belangrijk dat bedrijven en werknemers vooruit kijken en tijdig nieuwe vaardigheden leren. Voor een docent betekent een digibord niet alleen het krijtje inruilen voor een elektronische pen. Er wordt ook verwacht dat een docent gebruik maakt van de nieuwe mogelijkheden die een digibord biedt. Dat betekent dat er opleiding en coaching nodig zijn, en blijven. We moeten werknemers ‘fit for the future’ houden, dat gebeurt nu te weinig. Kijk naar de huidige arbeidsmarkt. Er is een grote mismatch: grote krapte en tegelijkertijd grote werkeloosheid. Er ontstaan nieuwe beroepen waarvoor nog geen kant-en-klare opleiding is. Een beroep als appontwikkelaar konden we ons tien jaar geleden niet voorstellen. Scholen en bedrijven moeten veel meer samen optrekken om mismatches te voorkomen.” 

Welke tips hebben jullie voor bedrijven?

“Anticiperen is belangrijk. Bedrijven kunnen trendwatchers volgen, innovatiemanagers aanstellen en vooruit denken. En wanneer een bedrijf overweegt te robotiseren, moet er tijdig een fundamentele discussie worden gevoerd. Wat betekent de stap voor de banen en medewerkers binnen het bedrijf? Wat laat je robots doen, wat de mensen? En hoe kunnen die twee zo goed mogelijk samenwerken? Helaas gaat de discussie nu vaak alleen om de kosten en baten, en wordt robotisering benaderd als een pure investeringsbeslissing zonder na te denken over de gevolgen voor werknemers.” 

Zijn er al goede voorbeelden?

“Zeker. Koplopers zijn vaak familiebedrijven zoals VDL die een duidelijke langetermijnvisie hebben en meer nadruk leggen op zorg voor hun personeel. De voorlopers hebben ook een HR-directeur die zijn of haar visie in het management duidelijk laat horen. Die zit ook van begin af aan tafel als er gesproken wordt over robotisering of digitalisering. Maar ook wetgeving kan meer ethisch bewustzijn stimuleren. De Europese Unie werkt bijvoorbeeld aan een verbod op het continu monitoren van mensen tijdens hun werk, en aan verplichting tot menselijk contact op de werkvloer.” 

Dr. Charissa Freese is senior onderzoeker Nieuwe Arbeidsrelaties. Zij verdiept zich in de vraag hoe organisaties, personeelsmanagers en werkenden zich kunnen voorbereiden op technologische ontwikkelingen. Ook houdt ze zich bezig met de inclusie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt.

Prof. dr. Ton Wilthagen is hoogleraar Arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Hij is geïnteresseerd in de dynamisering en flexibilisering van de arbeidsmarkt, en de laatste jaren ook in de invloed van nieuwe technologie.