Prof. dr. ir. Boudewijn Haverkort nieuwe decaan Tilburg School of Humanities and Digital Sciences
Persbericht 12-9-2018 Prof. dr. ir. Boudewijn Haverkort is benoemd tot nieuwe decaan van de Tilburg School for Humanities and Digital Sciences. Hij treedt op 1 januari 2019 in dienst en volgt prof. dr. Willem B. Drees op. Dat heeft het College van Bestuur vandaag bekend gemaakt.
Boudewijn Haverkort (Lichtenvoorde, 1964) is voorzitter van de Afdeling Informatica aan de Universiteit Twente. Hij studeerde Informatica aan de Twentse universiteit en aan de Universiteit Dortmund, en behaalde zijn ingenieursdiploma cum laude in 1986. In 1991 promoveerde hij en ontving daarvoor de Koninklijke/Shell Research Prize. Hij was universitair docent aan dezelfde universiteit van 1990 tot 1995, alvorens hij werd benoemd tot hoogleraar aan de RWTH Aachen. In 2003 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit Twente binnen de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Gedurende 2009-2012 was hij tevens wetenschappelijk directeur van het Embedded Systems Institute in Eindhoven. Naast zijn positie aan de Universiteit Twente is hij ook voorzitter van het nationale onderzoeks- en innovatieprogramma Commit2Data, op het gebied van big data en toepassingen.
Haverkort publiceerde diverse boeken en meer dan 200 artikelen in internationale tijdschriften en heeft brede ervaring op het gebied van onderwijsontwikkeling en -uitvoering. In het academisch jaar 2015-2016 won hij de Onderwijsprijs Informatica. Hij heeft tevens veel ervaring in nationaal en internationaal gefinancierde onderzoeksprojecten
Het College van Bestuur is verheugd met de komst van Haverkort: “Boudewijn heeft ruime bestuurservaring in een grote faculteit en veel ervaring in de publiek-private samenwerking, specifiek op gebied van big data en toepassingen. Hij is sterk gericht op leggen van verbindingen en strategisch sterk. Hij beschikt over een uitgebreid netwerk in Nederland en daarbuiten. Door zijn voorzitterschap van het Commit2Data programma is hij veelvuldig in contact en interactie met maatschappelijke vraagstukken en kan een waardige vertegenwoordiger zijn van de vakgebieden binnen de humanities. Ook zal hij door zijn persoonlijke affiniteit en waardering voor kunst en cultuur het belang van deze disciplines goed kunnen uitdragen”.