TST-Epic-foto | 10-11-2023

Het voordeel van een perspectiefwisseling

‘Ik ben nieuwsgierig naar hoe dingen in elkaar zitten en naar het waarom. Bij het bestuderen van wetenschappelijke vragen gaat me altijd om de vraag wat het voor de samenleving betekent’, aldus Henriëtte Prast, ZZP-er te Amsterdam en twee dagen in de week hoogleraar in Tilburg.

‘De leeropdracht waar ik indertijd voor ben aangenomen heet Persoonlijke financiële planning. Dat klinkt niet bepaald verheven. Alsof het gaat om de vraag hoe je zo weinig mogelijk belasting betaalt. Dat is uitdrukkelijk niet wat er mee bedoeld werd. Toen ik solliciteerde heb ik gezegd dat ik zou willen onderzoeken waarom mensen de keuzes maken die ze maken, welke ook psychologische motieven een rol spelen en wat dat alles betekent voor een samenleving, een overheid, die mensen de gelegenheid wil geven keuzes te maken die passen bij hun eigen doelen, wensen, mogelijkheden. Dat is een maatschappelijke opdracht, niet?’

‘Ik ben begonnen met onderzoek naar financieel gedrag. Ik combineer economie met psychologie. Dat is niet mijn bedenksel, maar ik heb ontdekt dat er veel in zit. Het economische gaat over  keuzes maken: je kan niet én een hoog inkomen hebben én veel vrije tijd. Voor de meesten van ons geldt dat je moet kiezen. Dan komt de psychologie om de hoek kijken: hoe komen mensen tot besluiten? Wat zien we mensen in de praktijk doen? Zit er een patroon is, wat is dat patroon en wat betekent dat?’

‘Tot 20/25 jaar geleden gingen economen er van uit dat wat mensen doen, is wat ze willen doen en dat mensen informeren hen helpt bij het maken van keuzes en het realiseren van doelen. Trouwens, ook psychologen gingen daar van uit: Theory of Planned Behavior heet dat. In feite was dat een aanname. Men werkt met een model, maar een model is niets anders dan een formulering van wat je verwacht, een verwachtte causaliteit tussen oorzaak (je geeft informatie) en gevolg (mensen maken een weloverwogen keuze in lijn met hun wensen). Uit onderzoek blijkt dat mensen juist afwijken van de tot zich genomen informatie. Niet zomaar willekeurig maar echt systematisch. Met andere woorden: folders en overheidscampagnes zijn lang niet zo sturend als gedacht. Mensen maken hun keuzes op andere gronden en maken vaak keuzes waardoor ze niet bereiken wat hen voor ogen stond. Dat zouden beleidsmakers, voorbij de confirmation-bias die hen vaak treft, moeten zien.’

‘Mijn aanpak is niet, als het ware top-down, een vooronderstelling als uitgangspunt te nemen maar kijken naar hoe mensen concreet handelen en reageren als ze een bepaalde keuze wordt voorgelegd. Is daar een patroon in te ontdekken? Het antwoord is “ja”. Is dat het patroon dat in de rationele verklaringsmodellen wordt verondersteld? Het antwoord is “nee”.’

‘Als ik ergens een patroon ontdek, word ik nieuwsgierig naar wat er op andere gebieden gebeurt. In de loop van de jaren verschoven mijn belangstelling en onderzoek naar aan gezondheid gerelateerd gedrag, obesitas bijvoorbeeld, en recent naar pro-sociaal gedrag: aardig zijn voor de ander; het modewoord is dan burgerzin. Bewuste keuzes maken, duurzaamheid, burgerzin, het zijn allemaal thema’s die hoog op de maatschappelijke agenda staan.’

‘Nu ben ik meer bezig met gender verschillen in het maken van keuzes. Op het moment dat je iemands gender weet, worden er, zonder dat je het ook maar doorhebt of iets aan kan doen, allerlei rolpatronen, mechanismen en verwachtingen geactiveerd en daar kan je als individu niet zo veel aan doen.’

Om het even dicht bij huis te brengen: ‘Ik zou mijn studenten graag wijzen op de Portrettengalerij in gebouw C. Wat zie je daar? Allemaal mannen. Nu waren het ook mannen, dus daar gaat het niet over. Het is gewoon zoals het is. Mijn vraag zou veel meer zijn: wat is de boodschap van zo’n galerij? Het is bedoeld om iets op te roepen bij mannen als “ik hoor op te klimmen” en bij vrouwen dat het niet zal lukken. Wat ik wil zeggen is: het is bekend dat dit soort zaken bepaald gedrag activeert. We zijn het met z’n allen wel eens dat het niet bedoeld is om vrouwen een negatieve boodschap te geven. Dus, als we weten hoe de mechanismen werken, waarom dat dan niet mee laten wegen of vertalen in beleid? Dat zie je weinig gebeuren. Je ergens bewust van zijn vind ik maar een tussenstapje hoor.’

‘Mijn nieuwsgierigheid wordt geprikkeld. De gender-mechanismen die ons gedrag sturen zijn niet willekeurig. Welke invloeden spelen een rol en welke betekenis heeft dat voor beleid? Dat raakt aan de ethiek en daarmee waar het in een universiteit om gaat. Ook onze universiteit heeft een missie en ik vind het van belang wat je daar mee doet in je onderzoek, je onderwijs en je bedrage aan het publieke debat.’

Voor het geval iemand zijn vooroordeel-bestendigheid testen wil, een suggestie: doe de Implicit Attitude Test.