Tilburg University promotie PhD Defense

Promotie mr. D.J.B. Op Heij

Datum: Tijd: 10:00 Locatie: Aula

De overeenkomst over digitale inhoud in een B2C rechtsverhouding
Een onderzoek naar het juridisch kader ter bescherming van de consument

Wij bieden voor onze ceremonies nog steeds een livestream aan. 

Livestream

Publiekssamenvatting

Het downloaden van apps en het streamen van films is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Apps en films zijn voorbeelden van digitale inhoud. Net als in geval van tastbare zaken (zoals een fiets of een auto), kunnen zich ook in geval van digitale inhoud problemen voordoen. Een voorbeeld is een gebrek in een app waardoor persoonlijke gegevens over internet worden verspreid of een gestreamde film die hapert. Naar huidig recht worden bestaande regels uit het Burgerlijk Wetboek toegepast die niet specifiek zijn ontwikkeld voor overeenkomsten over digitale inhoud.

Dit proefschrift gaat over de bescherming van de consument die een overeenkomst over digitale inhoud aangaat en de vraag hoe de privaatrechtelijke consumentenbescherming in het Burgerlijk Wetboek kan worden verstevigd. Door de relevante regels uit het Burgerlijk Wetboek te bestuderen en toe te passen op overeenkomsten over digitale inhoud, wordt geanalyseerd in hoeverre deze regels de consument bescherming kunnen bieden. Als methode wordt de juridisch-dogmatische onderzoeksmethode gebruikt.

Bij de bestudering van de toepasselijke regels wordt een onderscheid gemaakt tussen de fase waarin consumenten een overeenkomst willen gaan sluiten en de fase waarin zij reeds een overeenkomst hebben gesloten. In de eerste fase oriënteren consumenten zich op de vraag welke app ze bijvoorbeeld willen downloaden. Het is in die fase essentieel dat consumenten adequaat worden geïnformeerd over bijvoorbeeld beveiliging en privacy zodat zij een goede keuze kunnen maken of zij de app willen downloaden. In de tweede fase is de app reeds gedownload en kunnen zich vervolgens problemen voordoen. De bestaande wetgeving sluit niet optimaal aan op deze problemen. Geconcludeerd wordt dan ook dat een versteviging van de consumentenbescherming is aan te bevelen.

Naast een analyse van het Nederlandse recht, bevat het proefschrift een analyse van het toepasselijke recht in Engeland waar specifieke regels zijn ontwikkeld voor overeenkomsten over digitale inhoud. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de Europese richtlijn over digitale inhoud en digitale diensten die uiterlijk op 1 juli 2021 in het Burgerlijk Wetboek dient te worden geïmplementeerd. Op basis van deze twee stelsels wordt geanalyseerd in hoeverre zij de huidige consumentenbescherming in het Burgerlijk Wetboek kunnen verstevigen.

Het is positief dat deze stelsels op digitale inhoud toegesneden regels kennen die, anders dan naar huidig Nederlands recht, ook gelden voor gestreamde digitale inhoud. Ook wanneer deze regels worden toegepast op de Nederlandse situatie, blijft er echter één probleem bestaan, namelijk dat voor de consument geen oplossingen voorhanden zijn in geval van lastig of niet te herstellen nadeel. Een voorbeeld hiervan is nadeel dat kan voortvloeien uit een gebrekkige dating-app waarbij foto’s en berichten over internet zijn verspreid. De consument vreest mogelijk dat deze data op internet blijven rondzwerven waardoor hij later minder kans maakt op een baan. De bestaande regels houden echter niet de verplichting in de foto’s en berichten te (laten) verwijderen of hiertoe inspanningen te doen. Daarom is aanbevolen op dit punt gedragsregels te ontwikkelen. 

Met het onderzoek wordt kennis toegevoegd aan het contracteren over digitale inhoud door consumenten. Het onderzoek heeft reflexwerking naar niet-consumenten, zoals aanbieders van digitale inhoud, de wetgever, rechters en beleidsmakers. Al die partijen komen immers in aanraking met de digitalisering van de samenleving en het feit dat consumenten (steeds meer) digitale inhoud ‘consumeren’ waarbij zich problemen kunnen voordoen wanneer bestaande regels uit het Burgerlijk Wetboek worden toegepast.