Tilburg University promotie PhD Defense

Promotie M. den Hollander MA

Datum: Tijd: 13:30 Locatie: Aula

Stay of Execution. Institutions and Insolvency Legislation in Amsterdam, 1578-1700

Wij bieden voor onze ceremonies nog steeds een livestream aan. 

Livestream

Publiekssamenvatting

Krediet, schulden en faillissementen zijn geen moderne uitvinding. Ook in de zeventiende of ‘gouden’ eeuw kampten veel Nederlanders door persoonlijke of zakelijke omstandigheden met betalingsproblemen. Afgezien van de beroemde casus van de schilder Rembrandt van Rijn is hier tot nu toe nog weinig aandacht voor geweest. Het proefschrift Stay of Execution. Institutions and Insolvency Legislation in Amsterdam, 1578-1700 (NL: ‘Uitstel van Executie. Instituties en Insolventierecht in Amsterdam tussen 1578 en 1700’) van Maurits den Hollander brengt aan het licht hoe zowel internationale handelaren als de spreekwoordelijke bakker op de hoek in deze periode omgingen met financiële problemen.

Door te focussen op deze pechvogels van de gouden eeuw in plaats van op de toenmalige Quote 500 kunnen we veel te weten komen over de manier waarop ondernemers hun zaken hadden ingericht, over de strategieën die zij tot hun beschikking hadden wanneer ze geconfronteerd werden met liquiditeitsproblemen, over hun onderlinge relaties met zowel familieleden als zakenpartners, en over de verhouding tussen burgers en overheden.

Den Hollanders proefschrift gaat verder dan de vaak eenzijdige focus in bestaand onderzoek op juridische doctrine of markten en economische groei. Het bestudeert zowel het recht als de economie en beschouwt beiden vanuit hun rijke sociale, culturele en morele context. Dit staat toe om veel dichter bij de historische praktijk te komen, te achterhalen hoe mensen in het verleden de juridische regels hebben gevormd en daar in hun dagelijkse sociale en economische beslommeringen door werden beïnvloed.

Om er achter te komen hoe het insolventierecht in de Republiek tot stand kwam en precies functioneerde deed hij uitgebreid onderzoek in de zeventiende-eeuwse archieven van de Amsterdamse Desolate Boedelskamer. Deze gespecialiseerde rechtbank werd in 1643 opgericht om de overwerkte schepenen enigszins te ontlasten. Op basis van zijn archiefonderzoek richtte hij twee kwalitatieve en één kwantitatieve database in, waarin honderden faillissementen uit de gehele onderzoeksperiode konden worden ingevoerd en geanalyseerd.

Nieuwe juridische technieken

Terwijl een crediteur in de late Middeleeuwen weinig andere opties had dan het opsluiten van zijn insolvente schuldenaar om hem of zijn familie te dwingen de aangegane verplichtingen na te komen, ontstonden gedurende de zestiende eeuw twee belangrijke juridische technieken om dit proces gestroomlijnder te doen verlopen. Door een ‘akkoord’ te sluiten met zijn crediteuren voor een notaris kon een insolvent in ruil voor de betaling van een bepaald percentage van zijn schulden beschermd worden tegen verdere juridische procedures. De Amsterdamse overheid trok de controle op dergelijke processen vanaf het midden van de zeventiende eeuw naar zich toe, om te zorgen dat elke crediteur deugdelijk werd geïnformeerd en op basis van transparant vastgestelde feiten een gefundeerde keuze kon maken om zo’n akkoord wel of niet te steunen.

Wanneer een akkoord niet haalbaar was, kon de insolvent verzoeken om boedelafstand te doen. Door het zogenaamde beneficie van cessie van goede kon hij of zij beschermd worden tegen schuldgevangenschap, in ruil voor het overgeven van alle goederen aan de crediteuren. Deze laatste procedure werd verreweg het meeste toegepast; officieel alleen voor onschuldige insolventen, in de praktijk echter ook voor frauduleuze bankroetiers. Crediteuren hadden er baat bij dat een zaak ordentelijk door de Desolate Boedelskamer werd opgelost.

Radicale omslag

Waar insolventie in andere delen van Europa nog lang in een kwade reuk bleef staan, en voortvluchtige bankroetiers zelfs aan de galg konden eindigen, vond in de zeventiende-eeuwse Republiek een radicale omslag in het denken plaats. Burgers met betalingsproblemen moesten niet worden bestraft, maar worden geholpen om hun zaak weer op te bouwen na een faillissement, zodat ze opnieuw bij konden dragen aan de samenleving. Uit mijn onderzoek blijkt dat dit ook succesvol was: voormalige ontvangers van cessie kregen bijvoorbeeld opnieuw krediet en waren dus maatschappelijk gerehabiliteerd doordat de innovatieve en professionele procedure van de Desolate Boedelskamer het noodzakelijke vertrouwen in hun reputatie had hersteld. Zo ontvingen talloze Amsterdamse burgers in de zeventiende eeuw dankzij goed functionerende instellingen van openbaar bestuur werkelijk een uitstel van executie.