Tilburg University promotie PhD Defense

Promotie M. Stremler LLM

Datum: Tijd: 10:00 Locatie: Aula

Constitutional Oversight of the Member States by the European Union

Wij bieden voor onze ceremonies nog steeds een livestream aan. 

Livestream

Samenvatting

Dit proefschrift onderzoekt hoe de Europese Unie (EU) omgaat met lidstaten waarvan wordt beweerd dat ze de fundamentele waarden van de Unie, zoals opgeschreven in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), schenden of dreigen te schenden. Tot deze waarden behoren menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en mensenrechten. De laatste jaren zijn deze waarden, en de rechtsstaat in het bijzonder, onderwerp geworden van politiek debat en juridische actie, met name als gevolg van controversiële ontwikkelingen in Roemenië, Hongarije en Polen. De regeringen in deze landen zouden de binnenlandse machtenscheiding ondermijnen, waaronder de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

Dit proefschrift bestudeert hoe de meest relevante EU-instellingen in dit verband – de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Raad van de EU en het Hof van Justitie van de EU – op deze ontwikkelingen hebben gereageerd. Door middel van een gedetailleerde studie van de concrete interactie tussen de EU-instellingen en de autoriteiten van de betreffende lidstaten verkent dit proefschrift de feitelijke stand van de juridische relatie tussen de EU en de lidstaten, alsmede de politieke factoren die deze relatie mede vormgeven.

Dit proefschrift laat zien dat de EU zich steeds nadrukkelijker bezighoudt met de organisatie van het publieke gezag in de lidstaten, zodanig dat gesproken kan worden van de opkomst van constitutioneel toezicht door de EU. De vaststelling door de Europese Commissie en het Europees Parlement van constitutionele achteruitgang in een aantal lidstaten heeft een proces op gang gebracht waardoor lidstaten zich in toenemende mate op Europees niveau moeten verantwoorden, zowel politiek als juridisch, voor maatregelen die voorheen als een nationale aangelegenheid werden beschouwd.

De Europese Commissie is meer en meer bereid om nationale maatregelen die ze in strijd acht met de rechtsstaat aan te vechten voor het Hof van Justitie. Het Hof op zijn beurt legt het bereik van het Unierecht ruim uit en stelt steeds specifiekere eisen aan de lidstaten. De Raad daarentegen is vooralsnog verdeeld, waarbij met name lidstaten uit Centraal- en Oost-Europa weinig noodzaak voelen om elkaar constitutioneel de maat te nemen.

De opkomst van constitutioneel toezicht door de EU zet de nationale constitutionele autonomie van de lidstaten, dat wil zeggen hun zelfbeschikking in constitutionele aangelegenheden, onder druk. Weliswaar noemen de Verdragen gemeenschappelijke constitutionele waarden, maar de betekenis van deze waarden blijft grotendeels ongespecificeerd, terwijl de EU bovendien nauwelijks expliciete bevoegdheden heeft op de betreffende gebieden. Constitutioneel toezicht betreft dus niet gewoon de handhaving van vooraf gegeven en algemeen aanvaarde rechtsnormen. Het is veeleer een proces waarin de EU-instellingen constitutionele normen voor de lidstaten construeren en vervolgens naleving van deze normen proberen af te dwingen. Democratisch gelegitimeerde nationale besluitvorming botst hier op het rechtsstatelijke gezag van supranationale experts. De inzet van deze strijd, die grotendeels nog onbeslist is, betreft niets minder dan de richting en identiteit van het Europese project.