Tilburg University promotie PhD Defense

Promotie Drs. N. Dokter

Datum: Tijd: 16:30 Locatie: Aula

Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen

  • Locatie: Cobbenhagen building, Aula
  • Promotor: prof. dr.  J.W.M. Kroon
  • Co-supervisors: dr. A.M.L. Aarts, dr. A. Ros, dr. J.J.H. Kurvers

Wij bieden voor onze ceremonies nog steeds een livestream aan. 

Livestream

Samenvatting

Het is belangrijk dat aankomende leraren zich bewust zijn van de rol die taal speelt bij alle vakken en dat ze effectief kunnen handelen in uiteenlopende taalgerelateerde situaties. Thuis wordt taal anders gebruikt dan op school. Het taalregister dat van belang is bij alle vakken wordt schooltaal genoemd. Verschillende onderzoeken laten zien dat leerlingen die beter zijn in schooltaal ook beter presteren op school. Zo is schooltaal van wezenlijk belang bij de rekenontwikkeling van de leerlingen, bijvoorbeeld bij het leren van wiskundig redeneren. Leerlingen die van huis uit niet vertrouwd zijn met schooltaal, zijn afhankelijk van leraren die laten zien hoe ze deze taal in de klas moeten gebruiken.

In het eerste deel van het onderzoek werd het schooltaalstimulerend gedrag van 27 leraren van de groepen 3 en 4 in het basisonderwijs onderzocht in 52 rekeninstructies. Daarbij werd zowel het schooltaalaanbod van de leraren onderzocht als hoe ze hun leerlingen tot begrip en productie van schooltaal stimuleerden. Geconcludeerd kon worden dat schooltaalstimulerend gedrag niet door alle leraren optimaal in de lespraktijk wordt ingezet. In het schooltaalaanbod van de leraren gebruikten de leraren vaak inhoudelijk specifieke taal, maar lieten ze weinig complexe schooltaalkenmerken zien op lexicaal en syntactisch niveau. Leraren hebben de neiging om zich in hun taalgebruik te veel aan de leerlingen aan te passen, met als gevolg dat de leerlingen niet alle schooltaalkenmerken krijgen aangeboden en deze dus ook niet kunnen leren herkennen en gebruiken. De belangrijkste aanbeveling naar aanleiding van dit onderzoek is daarom om leraren te stimuleren zich bewust te worden van de noodzaak leerlingen ook complexe taal aan te leren. Leraren kunnen ervoor zorgen dat hun complexe schooltaalaanbod door de leerlingen wordt begrepen door schooltaalstimulerende strategieën in te zetten. Alle strategieën kwamen voor, maar de variatie aan strategieën die de leraren toepassen is beperkt, de strategieën zijn nog veelal power down gericht en de aandacht voor het stimuleren van schooltaalproductie van de leerlingen is beperkt. Verder blijkt dat de kennis, attitude en eigen vaardigheid met betrekking tot schooltaal niet samenhangt met het inzetten van schooltaalstimulerende strategieën door de leraren.

Het doel van het tweede deel van het onderzoek was om de kennis en inzichten rondom schooltaalstimulerend gedrag te verbinden met de verbetering van leraargedrag. Er werd op basis van ontwerpcriteria een interventie ontworpen voor pabostudenten, waarbij de nadruk werd gelegd op het inzetten van schooltaalstimulerende strategieën tijdens de rekeninstructie. De effectiviteit van de interventie werd onderzocht door gebruik te maken van het model van integratieve professionele groei. De resultaten lieten zien dat het ontwikkelde interventieprogramma een positieve invloed zou kunnen hebben op het schooltaalstimulerende gedrag van pabostudenten tijdens de rekeninstructie in hun stageklassen. Er werd vastgesteld dat de interventie effectiever was geweest als er beter aan bepaalde ontwerpcriteria was voldaan. Het vertonen van schooltaalstimulerend gedrag in de lespraktijk zou op de opleiding meer expliciet in de doelen kunnen worden opgenomen. De koppeling tussen schooltaal en wiskundig denken zou meer expliciet gemaakt kunnen worden. Daarbij is het van belang dat er sprake is van samenhang tussen de doelen, de toetsing en de leeractiviteiten. Studenten leren schooltaalstimulerend gedrag door het bewust in te zetten in de lespraktijk en vervolgens op hun handelen te reflecteren. Aandachtspunt voor de opleiding is hierbij om aandacht te besteden aan de schooltaalstimulerende strategieën die door de leraren en de studenten niet vanzelf en niet van elkaar geleerd kunnen worden, zoals ‘hardop denkend voordoen’ of ‘het maken van prikkelende opmerkingen’. Daarnaast moeten opleidingen ervan bewust zijn dat het leerproces soms verder gaat na afloop van een interventie zelf. De effectiviteit van een interventie kan niet altijd worden vastgesteld direct nadat zij afgelopen is, omdat het inslijpen van dergelijke routines meer tijd en aandacht vragen en studenten pas later in de opleiding zich de inhouden echt eigen maken.