Klaas Sijtsma Tilburg University

Afscheidsinterview Klaas Sijtsma: “Wetenschap lijkt soms één langdurige struikelpartij”

Published: 19 mei 2022 Laatst bijgewerkt: 23 mei 2022

Meten is essentieel. Dat gegeven loopt als een rode draad door de carrière van hoogleraar Methoden en technieken van psychologisch onderzoek, oud-decaan en oud-Rector Magnificus Klaas Sijtsma. Hij had dat alleen niet meteen door. “Net zoals goed worden in statistiek veel ervaring vergt, kost het tijd om erachter te komen wat je echt belangrijk vindt in je werk.” In mei 2022 nam Sijtsma afscheid bij Tilburg University. Hij kijkt terug op een bewogen carrière als troubleshooter, crisismanager en voorvechter van meten, openbaarheid van wetenschap en de onmisbare betrokkenheid van statistici bij onderzoek.

Klaas Sijtsma door Beeldveld fotografie

Om integriteit en kwaliteit van wetenschap te waarborgen moet je maximale openbaarheid van data nastreven en statistici betrekken bij onderzoeksprojecten

In zijn jaren als hoogleraar, decaan van TSB en uiteindelijk interim Rector Magnificus leek geen uitdaging Klaas Sijtsma te groot. En hij kende er genoeg. Van het opbeuren en geruststellen van studenten als ze de door hem onderwezen statistiek niet begrepen tot het vervangen van een frauduleus handelende decaan en het besturen van de universiteit tijdens de coronacrisis. Over zijn bijdrage is Klaas Sijtsma zelf nuchter en bescheiden: “Saai was het zeker niet, maar ik heb mijn werk altijd leuk gevonden, ik heb weinig te klagen gehad. Het voelde bijna als een speeltuin met salaris.”

Psychometrie

Klaas Sijtsma begon zijn carrière als farmaciestudent in Groningen. Het leven in het laboratorium beviel niet goed, maar de exacte wetenschap ervan wel. De psychologie vindt haar vroegste oorsprong in de natuurkunde en kent veel meer invloeden uit de exacte wetenschappen. De overstap naar deze studie leek daarom niet zo vreemd. “Die vroege historie verklaart de lange traditie van meten in de psychologie, die mij enorm trok. En zo werd de psychometrie mijn vak. Dit is het bestuderen van de wiskundige en statistische vereisten waaraan data die verzameld zijn met psychologische tests en vragenlijsten moeten voldoen, zodat de test of vragenlijst als meetinstrument kan dienen voor psychologische eigenschappen. Hierin komen al mijn interesses samen.”

Theorie en meten

Zijn drijfveer om het belang van meten over te brengen naar studenten en collega-wetenschappers komt voort uit interesse in het onderwerp maar is ook broodnodig, constateert Sijtsma. “Er is nog veel werk te verrichten om wetenschappelijk, empirisch onderzoek beter te maken. Zo vind ik dat veel onderzoek tegenwoordig te veel data-gestuurd is. In mijn ogen zou het gestuurd zou moeten worden door theorie, die vervolgens in wisselwerking met empirisch onderzoek in stapjes verder wordt ontwikkeld. De theorie bepaalt welke data verzameld moeten worden. De basis van goede data is een kwalitatief goede meting. Door de gemakkelijke beschikbaarheid van onder andere grote online-datasets is hiervoor minder aandacht. Dat is jammer en moet anders.”

Ten onrechte wordt soms geconstateerd dat statistiekonderwijs niet deugt, maar goed uitoefenen van statistiek vereist ervaring die je als 20-jarige gewoon niet kunt hebben

 

Integriteit en kwaliteit

“Er gaat ook op andere manieren wel eens iets mis. Heel soms zijn er excessen waarin de wetenschappelijke integriteit geschonden wordt, zoals de affaire met Diederik Stapel. Maar dit zijn echt uitzonderingen. In de praktijk is vrijwel nooit sprake van kwade bedoelingen als iets misgaat. Missers hebben alles te maken met een gebrek aan ervaring met statistiek. Om de kwaliteit en integriteit van wetenschap te waarborgen zie ik twee oplossingen. De eerste is: betrek bij twijfel een statisticus bij je project. En de tweede is: zorg voor maximale openbaarheid van je data. De universiteit kan dit stimuleren door het bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst op te nemen.”

Eng

Een passie voor meten en statistiek is niet iedereen gegeven. “De meeste studenten vinden statistiek eng. Helaas moet je veel met statistiek oefenen voordat je er goed in wordt. Het is een kwestie van ervaring en het kost veel tijd die ervaring op te doen. Studenten hebben daarvoor eigenlijk te weinig tijd, maar onderzoekers die zich niet in statistiek hebben gespecialiseerd doen die ervaring evenmin op. Ik heb jaren geprobeerd om studenten gerust te stellen, maar daar ben ik mee gestopt.”, lacht Sijtsma. “Ze vinden het nu eenmaal eng en het is ook moeilijk, dat valt niet te ontkennen. Ik hoop ze toch een eindje de goede kant op te helpen. Overigens helpt het niet dat visitatiecommissies niet altijd doorhebben dat het goed doen van statistiek ervaring vereist die je niet kunt hebben als je 20 bent. Commissies constateren nogal eens dat het statistiekonderwijs niet deugt, maar dat klopt niet. Het onderwijs deugt wel, het gaat allemaal niet zo snel als men zou wensen. Geduld is een schone zaak in zowel het onderwijs als de wetenschap. Je moet niet altijd grootsheid of maakbaarheid verwachten. Wetenschap is eigenlijk één lange struikelpartij. En af en toe krijg je de kans om ergens iets nuttigs bij te dragen. Dat is dan al prachtig.”  

Impact

“Ik vind het belangrijk om studenten en ook toekomstige onderzoekers het belang van meten mee te geven. Daarin vind ik mezelf op enkele punten wel geslaagd: vele generaties hebben het belang van meten meegekregen door een al sinds 1966 bestaand leerboek dat ik heb herschreven eind jaren ’80 (verschenen in 1990) en opnieuw begin van deze eeuw (idem, 2006). Het boek is veel verkocht en gebruikt en is (volgens de uitgever) een bestseller te noemen. Ook heb ik 34 promovendi succesvol mogen begeleiden. Momenteel zijn er nog vier bezigen die gaan het zeker ook redden!”

Trots ben ik op al mijn promovendi, inclusief de vier die ik nu nog begeleid. Ook die zijn heel goed bezig en ze gaan het zeker redden!

Uitdagingen

Klaas Sijtsma trad in 2011 aan als decaan van TSB toen bleek dat de zittende decaan, Diederik Stapel, met data had gefraudeerd. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de universiteit en van de wetenschap in het algemeen. Een decennium later belandde de wereld in de coronapandemie net na Sijtsma’s aantreden als interim Rector Magnificus. ‘Het zit je niet mee.’, kreeg hij te horen. Zijn nuchtere reactie: “Nee. Maar de rest van de wereld ook niet.” Wel blikt hij op beide periodes terug als de grootste uitdagingen uit zijn carrière. “Uit crises komen gelukkig ook mooie dingen voort. De veerkracht, flexibiliteit en werklust van mensen is enorm. TSB is als faculteit veel sterker uit de Stapel affaire gekomen. En het online-onderwijs was in 2020 in no time opgetuigd. Overigens is die laatste crisis nog niet bezworen. Corona is niet weg. Onze vraag was aan het begin al en nu nog steeds: hoe krijgen we de organisatie weer aan de praat? Is deze nieuwe realiteit het beste voor studenten en docenten? Werken en leren op afstand haalt het cement uit de organisatie. Informele contacten, samenwerking, naar anderen luisteren en snappen dat je niet steeds je zin kunt krijgen, conflicten oplossen, dat leer je niet thuis achter een laptop. Dit is een enorme uitdaging voor het huidige College van Bestuur.”

Toekomst

Wat brengt de toekomst Klaas Sijtsma? “De komende vijf jaar heb ik een gastvrijheidsaanstelling. Daarnaast begeleid ik nog promovendi. Ook ben ik medevoorzitter van de commissie wetenschappelijke integriteit bij de Erasmus Universiteit. Een prestigieuze functie waarvan ik hoop dat ik er nooit iets mee hoef te doen. Want dat betekent dat er iets aan de hand is. En verder ben ik van plan nog onderzoek te doen en publiceren met collega’s in binnen- en buitenland. Ik ga door tot ik er genoeg van heb.”