woman with camera

Sander Verhaegh tekent ontwikkeling van Amerikaans intellectueel klimaat na komst academische vluchtelingen

Published: 11 februari 2022 Laatst bijgewerkt: 17 april 2024

0 stemmen.


Een klein groepje veelal joodse filosofen dat het opkomend nazisme ontvluchtte, stak in de jaren dertig de Atlantische Oceaan over en vestigde zich in de VS. Daar zouden ze van enorm grote invloed zijn op het denken over wetenschap. Nog tientallen andere filosofen maakten ook de overtocht, maar waren veel minder succesvol. Sander Verhaegh van TSHD doet momenteel onderzoek in Canada en de Verenigde Staten waarom juist deze kleine groep ‘logisch positivisten’ slaagde en andere stromingen, zoals de fenomenologie en de kritische theorie minder van invloed waren. Hij ontving vorig jaar een VIDI beurs en dit jaar een ERC grant voor zijn onderzoek gebaseerd op zowel grootschalige data-analyse als archiefwerk.

Een van de mooiste, onverwachte ontdekkingen die Verhaegh tot nu toe in de archieven deed is een collectie van honderden brieven van vijf jonge Amerikaanse filosofen die de oceaan in tegengestelde richting bevoeren. Ze waren voor hun studie in Duitsland en ze schreven over hun ervaringen aan hun ouders, docenten en geliefden. Universiteiten als Heidelberg, Jena, en Berlijn golden in de jaren twintig en dertig als the place to be in de academische wereld. Ze beschreven naast de stand van de wetenschap, het sociale en politieke klimaat. Ze verbaasden zich over de verschillende ideeën over filosofie en wetenschap. Met name de positivistische benadering, die sterk experimenteel en kwantitatief onderzoek voorschrijft, kon hen bekoren. Filosofen en wetenschappers zouden zich niet moeten wagen aan speculatie maar strikt empirisch te werk gaan. Maar ook over de afschrikwekkende opkomst van het fascisme en hoe dat doorwerkte in de academie schreven zij. De nazi-parades, de foto’s van Hitler die overal prijkten, de individuele pesterijen op de universiteit.

Hun observaties schetsen de context, het klimaat waarin de Europese filosofen opereerden voor hun vlucht naar de Verenigde Staten.

Verhaegh: ’Ik ben vooral geïnteresseerd in hoe Amerikanen dachten over de Europese vluchtelingen. Het waren de Amerikanen namelijk die besloten de ene gevluchte filosoof wel een leerstoel en onderzoeksgeld te geven en de andere niet. De Amerikaanse-Europese netwerken die toen ontstaan zijn, zijn van groot belang om het succes van sommige vluchtelingen in de VS te kunnen begrijpen.’

sander verhaegh

Daarvoor moet je ook kijken naar context: de economische, politieke en psychologische achtergrond waarin ideeën gevormd worden

Sander Verhaegh

Hoe ben je bij dit onderwerp uitgekomen?

‘In eerdere projecten verdiepte ik me in de ontwikkeling van de 20e-eeuwse filosofie en psychologie. Het viel me op dat er in het Amerikaanse intellectuele klimaat tussen jaren ‘30 en ‘50 een totale omwenteling plaatsvond, waaruit ideeën voortkomen die nog steeds gangbaar zijn. Ik vroeg me af wat daarachter schuilging. Voor historici van de filosofie is het gebruikelijk om te kijken naar de manier waarop ideeën zich binnen de filosofie ontwikkelen: ze kijken hoe filosofen op hun voorgangers reageren en gaan er vervolgens vanuit dat argumenten bepalen welke theorieën succesvol worden. Maar met zo’n benadering kun je niet verklaren waarom sommige ideeën in het ene werelddeel wel populair zijn en in het andere niet. Daarvoor moet je ook kijken naar context: de economische, politieke en psychologische achtergrond waarin ideeën gevormd worden. Ook de filosofen van de jaren ’30 leefden niet in een maatschappelijk vacuüm. Het waren de jaren van de grote depressie, van de opkomst van het fascisme, en van een vluchtelingenstroom waarbij duizenden Europeanen naar de VS vluchtten. Om te kunnen verklaren hoe het intellectuele klimaat zich ontwikkelde, moet je die context meenemen. Mijn vraag is welke factoren bijdroegen aan het succes van dit kleine groepje filosofen waarvan de namen nu niet meer zo bekend zijn: Rudolf Carnap, Herbert Feigl, Hans Reichenbach, en Philipp Frank?’ De Duitse braindrain veranderde de Amerikaanse wetenschap voorgoed. En daarmee ook die in Noordwest-Europa, want wij raakten na de Tweede Wereldoorlog weer sterk beïnvloed door de nieuwe Angelsaksische manier van denken over wat filosofie zou moeten doen. Hun positivistische benadering van wetenschap is ook bij ons van blijvende invloed geweest.

Geen gemakkelijke opgave om context en succes te meten, waaruit bestaat je methodologie?

‘Ik gebruik een 2-traps methode. Allereerst data-analyse (computationeel onderzoek): wanneer vond er precies een omslag van denken plaats in de VS? Deze vraag kun je alleen beantwoorden door op grote schaal publicaties in vakbladen, citaties, en conceptgebruik in kaart te brengen. Door nieuwe technieken waarmee je in één klap honderdduizenden artikelen tegelijk kunt analyseren, maak je een soort landkaarten van het intellectuele klimaat vanaf de jaren 20 en hoe deze zich vervolgens ontwikkelde.

Daarna vervolg ik mijn onderzoek niet kwantitatief maar in het archief, op zoek naar bijvoorbeeld briefcontacten tussen Europese en Amerikaanse filosofen en wetenschappers voordat ze emigreerden. Het is namelijk niet genoeg om alleen naar publicaties te kijken. Net zoals mensen de beste versie van zichzelf presenteren wanneer ze een foto op Instagram plaatsen, zo zijn ook publicaties sterk gestileerd. Om te weten hoe mensen echt dachten, wil je ook achter de schermen kunnen kijken: de roddels, de academische cultuur, de tijdsgeest. Dat kan alleen met archiefwerk. Zo combineer ik kwantitatief en kwalitatief onderzoek.’

Veel van de ideeën die we vandaag hebben over wat een filosoof moet doen zijn namelijk te herleiden tot de turbulente periode in de jaren voor en na de Tweede Wereldoorlog

Wat kunnen we leren van dit onderzoek?

‘Uiteindelijk hoop ik dat dit onderzoek ons meer inzicht zal bieden over de ontwikkeling van de filosofie en de wetenschappen. Veel van de ideeën die we vandaag hebben over wat een filosoof moet doen zijn namelijk te herleiden tot de turbulente periode in de jaren voor en na de Tweede Wereldoorlog. Wereldwijd krijgen jaarlijks tienduizenden studenten een cursus wetenschapsfilosofie, ook in Tilburg, onafhankelijk of ze nu natuurkunde, economie of biologie studeren. Maar de discipline wetenschapsfilosofie bestond 100 jaar geleden nog helemaal niet, zeker niet in de huidige vorm. Het idee dat het filosofen moeten zijn die reflecteren op wetenschap, in plaats van sociologen of historici, is in die periode ontstaan. Door het verleden beter te leren kennen, begrijpen we ook onze eigen wereld een stukje beter.’

Meer info over het project: https://exiledempiricists.com

Door Tineke Bennema

Sander Verhaegh

Sander Verhaegh is onderzoeker bij de Tilburg Center for Logic, Ethics and Philosophy of Science (TiLPS) van de Tilburg School of Humanities and Digital Sciences. Zijn onderzoek concentreert zich op de geschiedenis van wetenschapsfilosofie, psychologie, en analytische filosofie  Zijn werk is onder andere gepubiceerd in de Journal of the History of PhilosophyErkenntnisPhilosophers' Imprint, de Australasian Journal of PhilosophySynthese, and History of Psychology. Hij publiceerde: Working from Within: The Nature and Development of Quine's Naturalism bij Oxford University Press in 2018.