woman with camera

Vrouwelijke hoogleraren 2018: percentage vrouwelijke hoogleraren voor het eerst boven 20 %

Published: 14 december 2018 Laatst bijgewerkt: 17 april 2019

In Nederland is 20,9% van de hoogleraren vrouw, zo blijkt uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2018 die op 12 december door het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren werd gepresenteerd. De belangrijke mijlpaal van 20% is hiermee gepasseerd. Met één op de vijf hoogleraren vrouw, is er echter nog altijd sprake van een grote oververtegenwoordiging van mannen in de hoogste echelons van de wetenschap en zal het nog tot 2048 duren voordat er evenredigheid zal zijn bereikt, zo liet het LNVH berekenen.

 Minister Van Engelshoven (OCW) in reactie: “Dit jaar komen we voor het eerst boven de 20 procent, daar ben ik echt ontzettend blij mee. Er worden goede stappen gezet, maar er kan nog zoveel meer. Dit rapport signaleert ook een daling van vrouwelijke promovendi. Dat is echt een punt van zorg. Als de weg naar de top niet gevuld blijft, zullen we ook nooit meer diversiteit aan de top krijgen”.

Situatie Tilburg University

De LNVH monitor laat zien dat de man-vrouw verhouding aan Tilburg University zich in positieve zin ontwikkelt. Op de peildatum van de monitor, 31-12-2017, zaten we nog onder de 20% vrouwelijke hoogleraren, namelijk op 19.3%. Inmiddels zijn we ook de 20% gepasseerd mede dankzij het Philip Eijlander Diversity Program en de Westerdijk Talent Impuls. Tilburg University heeft bovendien een bovengemiddeld hoog aandeel vrouwelijke promovendi, namelijk 55% t.o.v. het gemiddelde van 42.7%. Twee keer goed nieuws dus.
Echter, vanwege een relatief hoog Glazen Plafond Index blijft het voor vrouwelijke wetenschappers vanaf de promotie lastig om door te stromen naar hogere posities. Gendergelijkheid blijft dan ook hoog op de agenda staan.
Streefcijfers Nederlandse universiteiten   
In 2015 hebben alle Nederlandse universiteiten streefcijfers geformuleerd voor het aandeel vrouwelijke hoogleraren in 2020 om daarmee de doorstroom van vrouwelijke wetenschappers te versnellen. Eind 2017 hebben de Universiteit Leiden, de Universiteit Maastricht en de Radboud Universiteit Nijmegen hun streefcijfer reeds behaald. 4 van de 14 universiteiten zullen naar verwachting de gestelde streefcijfers niet behalen, tenzij er een uitzonderlijke inhaalslag zal plaatsvinden. De overige universiteiten zullen naar verwachting op basis van het percentage vrouwelijke hoogleraren eind 2017 hun streefcijfers voor eind 2020 behalen, al is er nog wel (extra) werk te verrichten.
Aandeel vrouwelijke wetenschappers neemt in bijna alle functies toe, maar afname percentage vrouwen bij elke stap wetenschappelijke carrièreladder    
Van de studenten die afstuderen aan de Nederlandse universiteiten is meer dan de helft vrouw (53,0%). Daarna neemt in elke functiecategorie het aandeel vrouwen (in fte) af. Bij de promovendi is 42,7% vrouw en bij universitair docenten 40,7%; van de universitair hoofddocenten is 28,6% vrouw en van de hoogleraren 20,9%. Een positieve trend is dat ten opzichte van de Monitor 2017 het aandeel vrouwen in de functies van hoogleraar, universitair hoofddocent en universitair docent is gestegen. Het aandeel vrouwen onder universitair docenten is voor het eerst meer dan 40% en onder hoogleraren meer dan 20%. Dat zijn belangrijke mijlpalen op de weg naar een evenredige m/v-verdeling in de wetenschap.

Wetenschap onaantrekkelijk voor jonge vrouwelijke onderzoeker? 
Een opvallende trend is de daling van het percentage vrouwelijke promovendi, ondanks de flinke groei van het totale aantal promovendi. Zorgelijk, volgens het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren. Sturen op het kunstmatig omhoog brengen van de percentages vrouwen in de hoogste echelons van de wetenschap brengt geen duurzame verandering van de academie met zich mee. Daarvoor is het van het grootste belang dat er aandacht komt voor werving van de startende onderzoeker, talentbeleid gestoeld op inclusie en een verandering van het stereotypische beeld dat er bestaat van de wetenschapper, kortom een cultuurverandering, aldus het netwerk.
       
Ontwikkelingen in bestuur en toezicht      
In de Raden van Bestuur van de universiteiten wordt 34,1% van de posities door vrouwen bekleed. Daarmee stijgt dat percentage met bijna 6% ten opzichte van vorig jaar. Kijken we naar de Raden van Toezicht dan komt het percentage vrouwen op 37,7%, een stijging van 2% ten opzichte van vorig jaar. Bij de UMC's steeg het percentage vrouwen in de Raden van Bestuur naar 32,1 en het percentage vrouwen in de Raden van Toezicht naar 40,5%, beide stijgingen van rond de 5% ten opzichte van vorig jaar. 

Vrouwen besteden meer tijd aan onderwijs, mannen aan onderzoek    
Het LNVH neemt in de Monitor 2018 een voorschot op de publicatie van het onderzoek ‘Werken in de Wetenschap’ dat uitkomt medio 2019, en waarin het verborgen vormen van beloning blootlegt. Uit het onderzoek blijkt dat wetenschappers rapporteren in werkelijkheid minder tijd te besteden aan onderzoek dan ze volgens hun contract zouden moeten doen. In plaats daarvan besteden ze in de praktijk meer van hun tijd aan onderwijs en organisatietaken dan contractueel is vastgelegd. Daarnaast rapporteren vrouwen 4% minder van hun tijd aan onderzoek en 4% meer van hun tijd aan onderwijs te besteden dan mannen. Omgerekend in tijd betekent dit dat vrouwen op jaarbasis bijna twee werkweken meer aan onderwijs en minder aan onderzoek besteden dan mannen.

Tot slot – eindsprint of startschot? 
Deze Monitor lijkt de geschiedenis in te gaan als de ‘Monitor der Mijlpalen’. Het LNVH is verheugd deze positieve boodschappen te kunnen brengen, maar benadrukt dat de cijfers moeten worden gezien als startschot en zeker niet als gewonnen race. De verscherpte aandacht voor (gender)diversiteit en het nemen van gerichte maatregelen lijken te werken, maar gebrek aan aandacht voor duurzame cultuurverandering vormt een bedreiging voor dit positieve effect. Het is zaak de aandacht niet te laten verslappen en het ijzer te smeden nu het heet is. Begin 2019 verschijnen de SheFigures, de Europese gender equality cijfers, en daarin zal Nederland met 20% vrouwelijke hoogleraren nog altijd een plek in de onderste regionen innemen. Achteroverleunen is dus geen optie.
 
Link naar de monitor: https://monitor.lnvh.nl/