woman with camera

EU-lidstaten medeverantwoordelijk voor sociaal-economische situatie vluchtelingen en migranten in migratiedeals

Published: 11 mei 2021 Laatst bijgewerkt: 11 mei 2021

Rijke westerse landen die migratiedeals sluiten met minder rijke buurlanden om te voorkomen dat vluchtelingen en migranten hun grenzen bereiken, waaronder EU-lidstaten inclusief Nederland, kunnen nog steeds verantwoordelijk zijn voor de sociaal-economische rechten van deze mensen. Dat concludeert Annick Pijnenburg in het proefschrift dat ze op 19 mei verdedigt aan Tilburg University.

Europese landen, de Verenigde Staten en Australië hebben deals gesloten met hun buurlanden om te voorkomen dat vluchtelingen en migranten doorstromen naar hun eigen grondgebied. Daardoor verblijven veel mensen in minder welvarende landen als Turkije, Libië, Indonesië, Mexico en Guatemala, waar hun toegang tot huisvesting, onderwijs, medische zorg en werk vaak te wensen over laat. Maar wie is in die omstandigheden verantwoordelijk voor hun universele sociaal-economische rechten? Die vraag onderzocht internationaal rechtswetenschapper Annick Pijnenburg.

In haar proefschrift laat Pijnenburg zien dat de sponsorlanden van migratiedeals op verschillende manieren samenwerken met hun buurlanden: bijvoorbeeld door geld, schepen, scanners en training beschikbaar te stellen en door ontwikkelingsgeld over te maken. Maar daarmee verbeteren de sociaal-economische omstandigheden van vluchtelingen en migranten in die buurlanden niet automatisch.

Internationale verplichtingen

Volgens de internationale mensenrechtenverdragen hebben de landen die vluchtelingen en migranten huisvesten als eerste de verplichting om te zorgen voor een adequaat niveau van welzijn, gezondheid en onderwijs. Zij moeten daar het maximaal mogelijke voor doen, eventueel met hulp van de internationale gemeenschap.

De sponsorstaten van migratiedeals hebben op hun beurt twee soorten verplichtingen: zij moeten maatregelen nemen om te voorkomen dat de sociaal-economische rechten van vluchtelingen geschonden worden als gevolg van migratiedeals en ze moeten soms ook hulp en samenwerking bieden voor dat doel. De sponsorlanden kunnen bovendien aansprakelijk worden gehouden voor het in gebreke blijven daarvan, evenals wanneer hun hulp of samenwerking met een buurland bijdraagt aan het schenden van de rechten van vluchtelingen en migranten.

Wanneer rijke landen een migratiedeal sluiten, zullen ze dus ook rekening moeten houden met het waarborgen van de sociaal-economische rechten van de vluchtelingen en migranten, aldus Pijnenburg.

Noot voor de pers

Annick Pijnenburg promoveert op woensdag 19 mei om 14.00 uur aan Tilburg University. De promotie is per livestream te volgen. Titel proefschrift: At the Frontiers of State Responsibility: Socio-Economic Rights and Cooperation on Migration. Promotor: prof. dr. C.R.J.J. Rijken, copromotor: prof. T. Gammeltoft-Hansen. Voor een recensie-exemplaar van het proefschrift kunt u contact opnemen met persvoorlichters@tilburguniversity.edu. Annick Pijnenburg is voor vragen bereikbaar via e-mail A.Pijnenburg@tilburguniversity.edu of via persvoorlichter Corine Schouten, tel. 013 – 466 2993.