woman with camera

Verarmde gevangenisomgeving mogelijk ongunstig voor terugkeer in de samenleving

Published: 06 april 2018 Laatst bijgewerkt: 17 augustus 2022

Overheid zou nader onderzoek moeten initiëren

Al na drie maanden detentie gaan hersenfuncties van gevangenen met betrekking tot zelfcontrole achteruit, terwijl zelfcontrole cruciaal is voor een succesvolle terugkeer in de samenleving. Dat blijkt uit recent neuropsychologisch onderzoek. Strafrechtonderzoekers van Tilburg University en collega’s bepleiten daarom dat de overheid meer onderzoek doet naar de effecten van detentie op de psyche van de gedetineerde.

De afgelopen jaren is de omgeving in Nederlandse gevangenissen steeds verder verarmd als gevolg van nieuw beleid. Gemiddeld verblijven gedetineerden nu zo’n 17 uur per dag op hun cel en dan liggen ze vaak op bed. In sommige gevallen brengen gedetineerden zelfs 23 uur op hun cel door.

Uit recent neuropsychologisch onderzoek van twee van de betrokken onderzoekers blijkt dat bepaalde hersenfuncties achteruit gaan, wat mogelijk verklaard kan worden uit een verarmde detentieomgeving met weinig lichamelijke, geestelijke en sociale activiteit. Ook detentievoeding kan van invloed zijn op de hersenfuncties, stellen de onderzoekers in het Nederlands Juristenblad. Achteruitgang van belangrijke hersenfuncties, zoals impulscontrole, kan een succesvolle terugkeer in de maatschappij bemoeilijken.

Een belangrijk wettelijk uitgangspunt voor detentie is echter nog steeds het resocialiseren van de gedetineerde. Op de overheid rust een verplichting om de gedetineerde faciliteiten aan te bieden, waardoor hij kan werken aan een succesvolle terugkeer in de maatschappij. De verantwoordelijkheid voor een succesvolle terugkeer in de samenleving ligt uiteindelijk bij de gedetineerde zelf, maar de vraag rijst in hoeverre de gedetineerde die verantwoordelijkheid kan dragen als belangrijke hersenfuncties die daarvoor nodig zijn achteruitgaan tijdens het verblijf in de gevangenis.

Idealiter zou de detentieomgeving de resocialisatie ondersteunen, en niet bemoeilijken. Succesvolle terugkeer van ex-gedetineerden in maatschappij is zelfs zo belangrijk, dat bij toekomstige beleidsbeslissingen rekening moet worden gehouden met dit neuropsychologisch onderzoek. Volgens de onderzoekers zou de overheid ook nader onderzoek naar effecten van de detentieomgeving – niet alleen in negatieve, maar ook in positieve zin – moeten bevorderen dan wel uitvoeren.

Noot voor de pers

Het pleidooi van Sjors Ligthart (Tilburg University) en collega’s is gepubliceerd in een themanummer over detentie van het Nederlands Juristenblad: S.L.T.J. Ligthart, L.E. van Oploo, J. Meijers, G. Meynen & T. Kooijmans, ‘De Nederlandse detentieomgeving en het resocialisatiebeginsel: Implicaties van neuropsychologisch onderzoek’, Nederlands Juristenblad 2018/692, afl. 14, p. 924-930.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Sjors Ligthart via tel. 013-466 2694, of e-mail s.l.t.j.ligthart@tilburguniversity.edu.