woman with camera

Onderzoek: 70 jaar na WOII- Hoe geven we het ‘belang van vrijheid’ door?

Published: 14 januari 2015 Laatst bijgewerkt: 19 september 2022

PERSBERICHT 14 jan. 2015 - In aanloop naar Holocaust Memorial Day promoveert Liesbeth Hoeven aan Tilburg University op haar onderzoek ‘Een boek om in te wonen. De verhaalcultuur na Auschwitz’. Nu steeds minder ooggetuigen leven, onderzocht de cultuurwetenschapper hoe generaties van nu de getuigenisketen kunnen voortzetten en het belang van vrijheid kunnen blijven doorgeven via het vertellen van verhalen.

Persbericht, 14 januari 2015

Het gedenken van de Tweede Wereldoorlog is belangrijk voor de Nederlandse identiteit. De aanwezigheid van Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en premier Mark Rutte bij de 70-jarige herdenking van de bevrijding van het voormalig vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen op 27 januari is veelzeggend. Hoeven: “Het herdenken van de slachtoffers wordt tijdens deze dag in verband gebracht met wereldwijde situaties van oorlog en conflict en de gevolgen van discriminatie en uitsluiting. In educatieve programma’s en herdenkingsrituelen zijn de verhalen van ooggetuigen belangrijk. Die maken het tragische lot tastbaar van mensen wier vrijheid tot in de kern is geschonden.”

Maar wat als deze ooggetuigen er straks niet meer zijn?

Cultuurwetenschapper Hoeven ontwikkelde een onderzoeksmodel dat een alternatief biedt voor de huidige strijd tegen de vergetelheid. Hoeven brengt de herinneringscultuur, zowel historisch als actueel, in beeld als een onuitputtelijke bron van twee typen verhalen. Enerzijds zogenoemde master narratives: verhalen die ons voorzien van een collectief gedragen mens- en wereldbeeld. Anderzijds counterstories: verhalen die stelling nemen tegen de vanzelfsprekend geworden ideeën, beelden en culturele praktijken die in een master narrative besloten liggen.

Het master narrative dat zich in ons publieke bewustzijn heeft gevestigd als ‘Nooit meer Auschwitz’, is volgens Hoeven toe aan een herziene reflectie. “Met iedere nieuwe genocide verliest dit verhaal aan overtuigingskracht.” Bovendien bevestigt het onze culturele identiteit op negatieve wijze. Het maakt bovenal duidelijk waarmee wij ons niét willen identificeren: Auschwitz. Vanuit filosofische, cultuur-historische en journalistieke perspectieven onderzocht Hoeven een manier om de ‘getuigenisketen’ - meer toekomstgericht en meer in positieve zin - opnieuw op gang te brengen. Dit illustreert ze door analyses van de counterstories van Art Spiegelman, Anne Frank, Charlotte Salomon en Jochen Gerz.

Ze maakt inzichtelijk hoe lezers van Maus, een stripverhaal dat auteur Art Spiegelman baseerde op diepte-interviews met zijn vader over diens strijd om als Poolse Jood te overleven tijdens de Holocaust, tot zelfreflectie worden aangezet. En ze schetst hoe een bezoek aan Het Achterhuis het persoonlijke verhaal van Anne Frank tot leven brengt, waarmee het een plek verovert in ons eigen historisch bewustzijn. In dezelfde context analyseerde Hoeven de kracht van het muziektheaterstuk van Charlotte Salomon, die Auschwitz niet overleefde, en de werken van conceptueel kunstenaar Jochen Gerz, die als zoon van een Duitse militair correspondent tijdens de Tweede Wereldoorlog werd geboren.

Hoeven: “Zo ontstaat een nieuwe en grensoverschrijdende herinneringsgemeenschap die mensen op het niveau van verbeelding met elkaar verbindt. Mensen van nu worden in herinneringskunst en gedachtenisplaatsen aangesproken als potentiële vertellers van een toekomstgericht verhaal met een sterke morele zelfdefinitie: ‘Dit zijn wij!’.”

Promovenda Liesbeth Hoeven (Tilburg, 1982) heeft haar masterstudie Religiestudies afgerond aan de Tilburg School of Humanities en werkt daar nu als postdoc-onderzoeker en projectmanager. Zij publiceert en geeft lezingen op het snijvlak van narrativiteit, herinnering en verbeelding.

Noot voor de redactie

Liesbeth Hoeven promoveert op 21 januari om 16.15 uur in de aula van Tilburg University. Titel proefschrift: Een boek om in te wonen. De verhaalcultuur na Auschwitz. Promotores: Prof. dr. E.P.N.M. Borgman en Prof. dr. M.A.C de Haardt. Op deze dag verschijnt het proefschrift tevens als boek bij Uitgeverij Verloren (ISBN 9789087044916). Een digitaal exemplaar van het proefschrift is op te vragen via: persvoorlichters@tilburguniversity.edu. Liesbeth Hoeven is te bereiken via e-mail e.j.hoeven@tilburguniversity.edu of telefonisch: 06-16070448.