alumnus Erik de Bruijn

Alumnus helpt zorg met nieuwe technologie

3D-printers schieten te hulp tijdens coronacrisis

Verhaal 4 min. Joost Bijlsma

Tijdens de coronacrisis ondersteunen diverse ondernemers spontaan de zorgsector. Zoals alumnus Erik de Bruijn, medeoprichter van Ultimaker, een bedrijf dat 3D-printers maakt. Deze apparaten kunnen bijspringen bij het produceren van medische middelen waar tekorten aan ontstaan, zoals spatkappen en onderdelen voor beademingsapparaten.

Erik de Bruijn heeft van zijn huis een miniatuurfabriekje gemaakt. Hij maakte honderd spatkappen, bedoeld voor ziekenhuizen. De frames printte hij uit op zijn eigen 3D-printers. Vervolgens mobiliseerde hij buurtgenoten om gaatjes in transparante folies te maken en die eraan te bevestigen. De kappen worden binnenkort zonder factuur verstuurd naar een distributeur. Die zorgt er dan voor dat het bij de zorgverleners komt die ze het hardst nodig hebben. Artsen en verpleegkundigen dragen de kappen bij het inbrengen van slangen voor beademing, vertelt De Bruijn. “Er zijn tekorten. 3D-printers kunnen helpen die op te lossen.” Het ontwerp van de spatkap is open source beschikbaar en goedkoop uit te printen. “Er zijn nu wereldwijd al 100.000 exemplaren geprint.”

Ultimaker - alumnus Erik de Bruijn

3D-printers kunnen helpen tekorten op te lossen

Erik de Bruijn

Duizenden downloads

Technologie inzetten voor een betere wereld is wat De Bruijn drijft. De 3D-printer kan een belangrijke bijdrage leveren aan een beter leven, denkt hij. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het door hem ondersteunde initiatief e-NABLE. Dit is een wereldwijde community die goedkope protheses ontwikkelt. Zij werken met open source bestanden en 3D-printers. De Bruijn ziet de coronacrisis als een mogelijkheid om de maatschappelijke meerwaarde van 3D-printen te laten zien. Na de virusuitbraken in Europa besloot hij zich daarom volledig te storten op het ondersteunen van de zorgsector met 3D-printers. De meeste tijd gaat daarbij overigens niet zitten in het zelf printen van spatkappen. Hij is vooral bezig met het bij elkaar brengen van vraag en aanbod.

Technologie inzetten voor een betere wereld


Op de site YouMagine.com houdt hij een overzicht bij van ‘COVID-19-ontwerpen’. Hier staan de designs van de zelf uit te printen spatkappen, maar ook ontwerpen van mondmaskers en hygiënische deuropeners. Deze designs zijn erg in trek. Ze worden dagelijks duizenden keren gedownload, vertelt De Bruijn. “Ik ben constant bezig met het opschalen van de website om grotere bezoekersaantallen aan te kunnen. Van de bezoekers zoekt 99 procent nu naar COVID-19-ontwerpen.”

Zelf ventielen maken

Als ziekenhuizen 3D-printers bezitten, kunnen zij zelf met de open source-designs aan de slag. Ook als ze niet over deze nieuwe technologie beschikken zijn er mogelijkheden. Voor Ultimaker 3D-printers is op een kaart inzichtelijk gemaakt welke 3D-printers voor dit doel beschikbaar zijn. Daar kunnen ziekenhuizen printerhubs vinden die hen willen helpen.

Het ETZ in Tilburg print 100 ventielen per dag

3D printing support

Het Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis in Tilburg zet de eigen 3D-printers nu al in. Zij hadden ventielen besteld  voor zuurstofmaskers die je steeds maar een keer mag gebruiken. Deze lieten echter op zich wachten, terwijl de voorraad opraakte. Daarom besloot het Tilburgse ziekenhuis ze zelf te gaan maken. Ze printen nu 100 ventielen per dag, zodat ze in de dagelijkse behoefte van 60 tot 80 ventielen kunnen voorzien. Vanwege de grote vraag naar ventielen stelt het ziekenhuis de bestanden beschikbaar, zodat ook anderen hier gebruik van kunnen maken.

Obstakel: validatie

Het grote voordeel van 3D-printen is dat ontwerpen snel te verspreiden zijn en overal te maken. Dat zou dus snel soelaas kunnen bieden bij tekorten. Maar het staat of valt wel bij de kwaliteit van de ontwerpen. Aan de hoge kwaliteitseisen van de zorg voldoen, valt niet mee. Volgens De Bruijn zijn de materialen waarmee de printers werken niet het probleem: “We kunnen printen met kunststoffen die te steriliseren zijn of antibacterieel.” Een groter obstakel is het gevalideerd krijgen van ontwerpen. De uitgeprinte hulpmiddelen of onderdelen moeten worden goedgekeurd voor gebruik. Ze worden immers gebruikt in risicovolle omstandigheden. Volgens De Bruijn luistert het maken van bijvoorbeeld mondkapjes erg nauw. “Als je dat gaat doen, neem je een grote verantwoordelijkheid op je. Het filtermateriaal moet goed zijn en de afdichting precies. Dus het is niet de eerste toepassing waar ik aan denk. Zeker niet als je die kapjes voor zorgverleners wilt maken.”

Denkkracht wereldwijd mobiliseren en snel inspelen op acute behoeften

 

Verdelen

Onder druk van de vraag stijgt het aantal gevalideerde ontwerpen nu wel snel. De Bruijn wijst op het universiteitsziekenhuis Parc Taulí in het Spaanse Sabadell. “Via een catalogus delen zij ontwerpparameters en materiaaleisen voor hygiënehulpmiddelen (zoals deuropeners) en onderdelen van de beademing. Ook leggen ze op video uit hoe je de onderdelen maakt.” Volgens De Bruijn zijn er Italiaanse bedrijven die 3D-uitgeprinte onderdelen goedkeuren, onder meer voor beademingsapparatuur. En de spatkappen die massaal worden geproduceerd, mogen in steeds meer landen door zorgverleners worden gebruikt. “In Engeland vragen toeleveranciers aan de zorg nu zelf om 3D-geprinte spatkappen. Zij verzamelen en ontsmetten die om ze vervolgens te verdelen onder zorgverleners.” De Bruijn zou graag zien dat zorgverleners feedback geven over de ontwerpen. Bijvoorbeeld over de draagbaarheid.

Als ik niet overtuigd was van deze grote maatschappelijke meerwaarde, zou ik hier niet 99 procent van mijn tijd in stoppen

Levens redden

De Bruijn denkt dat de coronacrisis voor een doorbraak van de 3D-printer in de zorg kan zorgen. Nu al worden deze apparaten gebruikt voor bijvoorbeeld protheses. Maar ook prints, op een schaal van een op een, van medische scans om operaties te plannen en boorhulpstukken om tijdens een botoperatie nauwkeuriger te werken. En nu, tijdens deze crisis, blijken 3D-printers dus ook bijzonder nuttig te kunnen zijn als back-up bij tekorten. “3D-printers maken de zorg minder afhankelijk van leveranciers ver weg. Ze bieden de mogelijkheid om denkkracht wereldwijd te mobiliseren en snel in te spelen op acute behoeften. De kunst is dat nu te kanaliseren en zo levens te redden. Als ik niet overtuigd was van deze grote maatschappelijke meerwaarde, zou ik hier niet 99 procent van mijn tijd in stoppen.”

Erik de Bruijn

Alumnus Erik de Bruijn studeerde Information Management aan Tilburg University. Hij startte Ultimaker in 2010 samen met Siert Wijnia en Martijn Elserman. De universiteit ondersteunde hem hierin via het project Starterslift. In 2016 ontving hij van Tilburg University de Chapeau-award (tegenwoordig de Best Entrepreneurial Student Initiative, BESI Award). Dit is een erkenning voor de impact op de samenleving die hij met zijn bedrijf realiseert.
De Bruijn is nog steeds aandeelhouder van Ultimaker, maar werkt niet meer in de dagelijkse operatie. Hij is een nieuwe start-up begonnen: Stekker app. Dat is een toepassing die ervoor zorgt dat elektrische auto’s slim worden geladen

Publicatiedatum: 17 april 2020