Josette Dijkhuizen

De wetenschap en de praktijk van ondernemerschap verbinden

Passie 4 min. Raquel Mourik

Josette Dijkhuizen is ondernemer én bijzonder hoogleraar ‘Duurzame inzetbaarheid van ondernemers in Nederland’. Ze is vastbesloten het thema persoonlijke ontwikkeling voor ondernemers op de kaart te zetten. Maar ze wil nog zoveel meer. In dit interview vertelt Josette over haar passies.

Sinds mei vorig jaar ben je bijzonder hoogleraar ‘Duurzame inzetbaarheid van ondernemers in Nederland’ op Tilburg University. Waarom boeit dit onderwerp jou?

“Ik ben zelf al bijna twintig jaar ondernemer. Ik ben begonnen als ondernemerscoach, eerst voor startups, later ook voor gevestigde ondernemers. Daarbij viel het mij op dat we heel veel aandacht hebben voor zaken als businessmodellen en bedrijfsgroei, maar dat we het belangrijkste vergeten: de ondernemer. In 2011 kwam mijn boek Het ondernemersgen uit. Dat gaat onder meer over hoe je je kunt ontwikkelen als ondernemer. Bij nader inzien was dat veel te vroeg. Mensen zaten me glazig aan te kijken. ‘Hoezo persoonlijke ontwikkeling? We moeten toch gewoon klanten hebben?’ Dat is uiteraard heel belangrijk, maar om dat voor elkaar te krijgen, zijn persoonlijke kwaliteiten en vaardigheden nodig.

Duurzame inzetbaarheid gaat over tot het einde van je werkende leven inzetbaar blijven. In het algemeen gaat de aandacht daarbij uit naar medewerkers. We vergeten dat ondernemers ook werkenden zijn. Tijdens je werkende leven kan er van alles veranderen. Je wordt ouder en misschien krijg je een gezin. Voor de ondernemer geldt dat er ook een bedrijf is dat midden in de wereld staat en waar verandering een constante is. Als ondernemer moet je er steeds voor zorgen dat je bedrijf stabiliteit en continuïteit heeft, maar ook dat jij nog bij je bedrijf past. Dus niet alleen: wat gebeurt er om mij heen? Wat betekent dat voor mijn bedrijf? Maar ook: hoe blijf ik vitaal? En hoe houd ik mijn kernkwaliteiten overeind zodat ik over drie jaar nog leiding kan geven aan dit bedrijf?”

Josette Dijkhuizen

Mijn grote motto is niet voor niets: de kracht van je onderneming zit in jezelf

Bijzonder hoogleraar Josette Dijkhuizen

Leeft dat onderwerp inmiddels wat meer?

“Nauwelijks. Ik doe mijn uiterste best om het op de kaart te zetten. Als ik ondernemers vraag hoe het staat met hun duurzame inzetbaarheid, vertellen ze dat hun bedrijf duurzaam is omdat ze op energie besparen of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen. Ze kijken direct naar hun bedrijf, maar niet naar zichzelf. Het gaat echt nog jaren duren voor persoonlijke ontwikkeling van ondernemers op de agenda staat. Dat is jammer, want daardoor vallen veel ondernemers uit.

Binnenkort komt mijn nieuwe scan uit. Ik heb daar jaren aan gewerkt. Daarmee kunnen ondernemers op zichzelf reflecteren. Het goede nieuws is dat ondernemers nieuwsgierig zijn; ze willen graag iets nieuws uitproberen. Het slechte nieuws is dat ze daar niet de tijd voor nemen. Alles moet snel. En investeren doen ze wel, maar dan eerder in een nieuwe website of een andere auto dan in zichzelf. Ze zien niet dat als ze zichzelf ontwikkelen, het bedrijf ook ontwikkelt. Mijn grote motto is niet voor niets: de kracht van je onderneming zit in jezelf.”

Laten we even terugblikken op jouw carrière. Wist je altijd al dat je ondernemer wilde worden?

“Nee. Ik kom uit een gezin met vijf broers. Zij zijn allemaal bouwvakkers, timmermannen en betonvlechters. In mijn omgeving was er niemand die studeerde of ondernemer was. Toch heb ik de keuze gemaakt om te gaan studeren. Daarna heb ik verschillende banen gehad, maar de meeste vond ik eigenlijk niet leuk. In negen jaar was ik werkzaam bij zes werkgevers. Toen zag ik wel: het ligt niet aan hun, het ligt aan mij. Ik merkte dat ik zelfstandig wilde werken, mijn visie wilde uitdragen en mijn eigen tijd wilde indelen. Ik ben altijd al een onafhankelijke denker en doener geweest. Als ik de kans zie en zin heb om een boek te schrijven, dan wil ik dat ook gewoon doen. Het enige wat je in je leven krijgt is tijd. Die wil ik goed benutten en dat betekent dat ik dingen wil doen die ik leuk vind. Dus zegde ik mijn baan op en ben ik op wereldreis gegaan. Terug in Nederland startte ik in 2005 mijn eigen bedrijf. Daarin heb ik nooit de angst gehad dat het niet zou lukken. Het ondernemerschap brengt onzekerheid en risico met zich mee. Dat hoort er gewoon bij. Naast mijn betaalde werk besteed ik veel aandacht aan mensen die het minder hebben dan ik. Zo verkoop ik producten die zijn gemaakt door vrouwelijke vluchtelingen op markten, zodat ik hun verhaal kan vertellen. Ik vind het fantastisch wat zij in de meest moeilijke omstandigheden voor elkaar krijgen. Daarom kan ik de verhalen van Zainab en Saba en van andere vrouwelijke vluchtelingen wel honderd keer vertellen. Ook omdat ik hoop dat iedereen het hoort. Ik sta iedere maand met die producten op de Feelgood market in Eindhoven. Ik ben nu bezig een winkel op te zetten waar ik deze spullen verkoop en waar ik informatie kan geven over vluchtelingen en migranten. Daar heb ik geld voor nodig, dus probeer ik risico's te minimaliseren en geld opzij te zetten. Dat is ook een keuze. Zo kiest iedereen zijn eigen pad.”

Ik heb inmiddels diverse labels waarbij het in de kern draait om de ontwikkeling van ondernemerschap

In 2015 ben je gepromoveerd aan de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences. Waarom wilde je dat?

“Mijn werk is door de jaren heen erg veranderd. Ik ben begonnen als coach, maar ik merkte dat dat werk niet zo goed bij me past. Gaandeweg ben ik presentaties gaan geven en boeken gaan schrijven, en ik heb nieuwe concepten geïntroduceerd in de markt. Ik heb inmiddels diverse labels waarbij het in de kern draait om de ontwikkeling van ondernemerschap.

Voor een van mijn boeken had ik zoveel wetenschappelijk onderzoek gelezen dat ik de vraag kreeg: ‘Waarom ga je niet promoveren?’ En als iets goed voelt, dan doe ik het gewoon. Ik had geen idee wat promoveren inhield, maar ik had wel altijd al de wens om de wetenschap en de praktijk te verbinden. In alles wat ik doe, probeer ik een fundament te leggen. Ik promoveerde op Stress en geluk van ondernemers in Nederland. Ik vond het best taai, maar het gaf me ook richting. Dit was mijn persoonlijke ontwikkeling en het hielp me uniek te zijn op de arbeidsmarkt.”

Ben je vanuit die gedachte ook bijzonder hoogleraar geworden?

“Na een promotie word je niet automatisch hoogleraar. Zeker niet als je ondernemer bent en niet op een universiteit werkt. Voor mij is de leerstoel een goede manier om verbonden te zijn met een universiteit en verder onderzoek te kunnen doen op een eigen thema. Voor de studies heb ik een onderzoeksgroep kunnen samenstellen met wetenschappers van diverse universiteiten en ook uit diverse disciplines: economie, psychologie en human resources. Het is echt fantastisch om vanuit verschillende invalshoeken naar het thema te kijken en samen onderzoek te doen. Daardoor wordt het een buitengewoon rijk onderzoek. Daarbij komt ook dat ondernemerschap nog steeds een masculien thema is, dat wordt geassocieerd met mannen. Het is dan ook heel fijn om deze positie als vrouw te kunnen bekleden. Als bijzonder hoogleraar ben ik een soort van vertegenwoordiger van de Nederlandse ondernemers. Dat wil zeggen dat ik ook de valorisatie goed in het oog houd, want ik wil dat de ondernemers in Nederland baat hebben bij de uitkomsten.”

Je leidt een bedrijf met meerdere diensten, je doet vrijwilligerswerk, je reist de wereld over en je bent een dag in de week bijzonder hoogleraar. Een druk bestaan. Hoe verhoudt zich dat tot je eigen duurzame inzetbaarheid?

“Het draait allemaal om keuzes maken. Ik krijg wekelijks verzoeken van buitenaf, bijvoorbeeld van studenten, voor advies of een presentatie. Ik zou overal op in willen gaan maar dat lukt me helaas niet. In mijn brein staan constant alle antennes aan. Ik heb goede mensen om me heen verzameld met wie ik kan reflecteren en ik houd mezelf in de gaten. Als ik slecht slaap en ik krijg hoofdpijn, dan moet ik afschakelen. Gelukkig haal ik heel veel voldoening uit mijn werk, anders ging ik wat anders doen. Maar sommige dingen móeten ook gewoon. Ik ben alleenstaand, dus ik moet voor mijn eigen inkomen zorgen.”

Het gaat om de combinatie van nieuwe dingen doen en iets betekenen

Waar haal je meer voldoening uit, uit de begeleiding van Nederlandse ondernemers of uit je werk voor Women4Women waarbij je coaching voor vrouwelijke ondernemers in het Midden-Oosten en Noord-Afrika faciliteert?

“Het gaat allebei over de ontwikkeling van ondernemers. Met mijn organisatie Ondernemerschap in bedrijf doen we bijvoorbeeld strategische sessies en workshops bij bedrijven. Dat vind ik heel leuk. Maar als ik drie keer dezelfde workshop voor hetzelfde bedrijf moet doen, dan geef ik het liever aan mijn collega door. Ik haal mijn energie uit nieuwe dingen doen. En ik houd van reizen. Laatst was ik in Irak om een training te geven voor een universiteit. Ik was er voor het eerst en het was een behoorlijke klus om dat voor elkaar te krijgen. Ik had allerlei dingen georganiseerd en ik had drie dagen training op een plek gegeven. Daar word ik blij van. Maar nog eens zo’n training op dezelfde plek? Nee, liever niet.

Het gaat om de combinatie van nieuwe dingen doen en iets betekenen. Ik wil bijvoorbeeld heel graag projecten voor vrouwelijke ondernemers in bijvoorbeeld Libië opstarten. Onverschrokken? Dat lijkt misschien zo, maar in Libië heb ik een fantastische dame ontmoet met wie ik samenwerk aan een heel mooi en waardevol project, namelijk het opzetten van een ‘incubator’ voor vrouwelijke ondernemers. Ik doe er alles aan om haar te helpen en het project van de grond te krijgen. Dat is niet gemakkelijk, maar ik geloof erin en ik heb er vertrouwen in dat we hiermee veel voor de vrouwen daar kunnen betekenen.”

Waar ben je het meest trots op?

“Ik realiseerde me pas bij mijn inauguratie als bijzonder hoogleraar dat ik alles zelf voor elkaar heb gekregen; ondernemer zijn, diverse boeken uitbrengen, trainingen geven over de hele wereld, Vrouwenvertegenwoordiger zijn namens Nederland bij de Verenigde Naties en nu hoogleraar zijn. Ik ben er het meest trots op dat ik dat allemaal in mijn uppie heb gedaan. Ik heb nooit een kruiwagen gehad en ik loop tegen veel muren aan. Ik denk wel eens: kan het niet eens gemakkelijk gaan en gewoon een keer aan me worden aangeboden? Toen ik op 14 oktober mijn inaugurele rede hield en op dat podium stond, dacht ik: je hebt het toch maar geflikt. Maar ik ben er nog lang niet, er is nog veel werk aan de winkel.”

 

Publicatiedatum: 24 april 2023