Midpoint Brabant bijeenkomst

Klopt het Hart van Brabant nog?

TilburgU & Co 5 min. Joost Bijlsma

In Regio Hart van Brabant werken negen Brabantse gemeenten samen. Tilburg University onderzocht onlangs of de huidige manier waarop ze dit doen, de governance, nog voldoet. Hoogleraar Martijn Groenleer en regiovoorzitter Theo Weterings over de spanning tussen lokale autonomie en het belang van regionaal samenwerken.

Goede buren maken afspraken, helpen elkaar en werken samen. Dat geldt ook voor gemeenten. In Brabant vormen Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk al jaren samen Regio Hart van Brabant. Hierin hebben zij afspraken gemaakt over samenwerken op terreinen zoals de uitvoering van de jeugdzorg, ruimtelijke inrichting en mobiliteit, of de stimulering van de economische ontwikkeling.

Burgemeester Theo Weterings

Als je intensiever gaat samenwerken en meer geld samen wilt uitgeven, roept dat ook vragen op over de democratische legitimatie

Regiovoorzitter Theo Weterings

Bij een gezamenlijke vergadering van de gemeenteraden over het strategische meerjarenprogramma wilden raadsleden die terreinen uitbreiden, vertelt Theo Weterings, burgemeester van Tilburg en voorzitter van Regio Hart van Brabant (en alumnus van Tilburg University). “De raden spraken de wil uit om nog meer samen te doen. We stuitten daarbij op onmogelijkheden omdat de gezamenlijke middelen ontbreken. Als je intensiever gaat samenwerken en meer geld samen wilt uitgeven, dan roept dat tevens vragen op over de democratische legitimatie. Reden waarom de verenigde vergadering in een motie vroeg te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn. We wilden weten hoe we de samenwerking kunnen doorontwikkelen en of dit mogelijk in een andere vorm moet.”

Generatie van morgen

Voor het onderzoek klopte Regio Hart van Brabant aan bij Tilburg University. Samen met KWINK groep ging de universiteit aan de slag. Martijn Groenleer nam de taak als onderzoeksleider op zich. Volgens de hoogleraar Regionaal Recht zijn er steeds meer terreinen waarop gemeenten moeten samenwerken: “Een voorbeeld is de energietransitie. Daar hebben we het over energieregio’s en rijst de vraag: hoe organiseren we die het beste? Je wilt daar niet alleen bestuurders en ambtenaren maar juist ook burgers en bedrijven bij betrekken.”

Regio Hart van Brabant hoefde niet lang na te denken over wie het onderzoek moest verrichten. Weterings: “Toen we het in de verenigde vergadering hadden over die vraag, kwam naar voren dat we niet zo ver weg hoefden te gaan. Wij kennen het onderwijs en onderzoek in onze regio natuurlijk goed. Veel mensen hebben een achtergrond in het onderwijs hier. En wij vinden Tilburg University een prima partij. Als je zoveel deskundigheid dichtbij hebt, waarom zou je daar dan geen gebruik van maken?”

De raden gaven wel aan dat ze het belangrijk vonden dat de generatie van morgen betrokken zou zijn, vertelt Weterings. Volgens Groenleer is dat op verschillende manieren gebeurd, onder meer via gesprekken waaraan jonge raadsleden deelnamen. Hij vertelt ook over door de universiteit georganiseerde governance clinics. Studententeams verdiepten zich bijvoorbeeld in de rol van de raden en burgers bij de regionale energiestrategie. De resultaten zijn gebruikt bij het onderzoek.
 

Wij kijken niet als buitenstaander maar als een actief onderdeel van het regionale ecosysteem

Hoogleraar Regional Law and Governance Martijn Groenleer

Martijn Groenleer

Groenleer vindt dat het voordelen heeft dat de onderzoekers zelf het gebied kennen. Sterker nog, dat het een verantwoordelijkheid creëert. “Wij kijken niet als buitenstaander maar als een actief onderdeel van het regionale ecosysteem.” Daarbij is het natuurlijk wel de kunst om de nodige wetenschappelijke afstand te bewaren. En ervoor te zorgen dat het onderzoek ook waarde heeft buiten Brabant. Dit is het geval. Zo wordt Regio Hart van Brabant vergeleken met andere regionale samenwerkingsverbanden. Volgens Weterings hebben lessen uit andere regio’s ook voor Hart van Brabant meerwaarde. “Het doel is immers te peilen welk samenwerkingsverband het beste past in de toekomst.”

Parlement aan de Merwede

De huidige samenwerking in Regio Hart van Brabant werkt volgens een collegeregeling. Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters, terwijl wethouders de portefeuilles vervullen. Ambtenaren van de verschillende gemeenten voeren het beleid uit, ondersteund door een compact regiobureau. De raden kunnen een verenigde vergadering van raden beleggen, die overigens geen bindende moties mag aannemen.

Deze samenwerking is redelijk intensief, maar gaat niet zo ver als in de Drechtsteden. Hierin werken zeven gemeenten rond de Merwede samen. Ze hebben er zelfs een gezamenlijke raad, die gekscherend ‘parlement aan de Merwede’ wordt genoemd. Van die gezamenlijke raad zijn ze echter weer teruggekomen, vertelt Groenleer. “Die aparte bestuurslaag, de Drechtraad, wordt weer ontbonden in 2022.” Dit heeft onder meer te maken met spanningen door verschillen tussen gemeenten. “De ene gemeente is bijvoorbeeld veel groter dan de andere en kampt met andere opgaven. Dat levert verschillen in belangen op. Die kun je maar beter erkennen. Dat gebeurde in de Drechtsteden na verloop van tijd steeds minder. Ook werd onvoldoende duidelijk waarom samenwerking eigenlijk nodig was, wat de toegevoegde waarde was, en of de regio wel ‘leverde’ wat het beloofde.”

Volgens Weterings is er altijd een spanning tussen de lokale autonomie en het belang van intergemeentelijke samenwerking. “Die spanning kun je verminderen door alle raden goed bij de besluitvorming te betrekken.” Daarnaast moet je hard maken wat samenwerken de burgers oplevert, vindt de regiovoorzitter.

Een voorbeeld van samenwerking in de Regio Hart van Brabant: de Regionale Energie- en Klimaatstrategie ->

Scenario’s

Nog voor de publicatie van het onderzoek zijn de voorlopige bevindingen met een grote groep raadsleden en andere belangstellenden gedeeld. Zij konden tijdens een digitale gespreksavond reageren op opmerkingen van geïnterviewden. Deze reacties zijn meegenomen in het onderzoek. Groenleer: “Mensen zijn in het algemeen positief-kritisch maar ook realistisch. Ze beseffen dat de regionale samenwerking gaat over issues die lokaal lastig zijn op te lossen en waar veel verschillende belangen spelen.”

Weterings was ook aanwezig bij de gespreksavond. Hij hield er een goed gevoel aan over. “Natuurlijk blijven raadsleden de lokale autonomie kritisch bewaken. Maar de teneur is toch wel: laten we vooral ook dingen samen doen.” Het onderzoek geeft via scenario’s aanknopingspunten over de inrichting van de samenwerking in de toekomst.

Of Regio Hart van Brabant overgaat op een vernieuwende vorm van samenwerking, ligt volgens Weterings nog volledig open. Als regiovoorzitter moet hij ook onpartijdig blijven: “De raden gaan op basis van dit rapport straks over de samenwerking discussiëren. Die discussie willen we in 2021 voeren en afronden, nog voor de volgende verkiezingen in 2022. Dan weten we of er een nieuwe vorm van samenwerking tussen de buurgemeenten komt.”

Onderzoeksresultaten governance Hart van Brabant in het kort

De samenwerking is nog onvoldoende in balans in de Regio Hart van Brabant. Dat stelt het onderzoeksrapport Balanceren, verbinden en schakelen, over de governance in deze samenwerkingsregio. De ambities zijn hoog, maar de beschikbare middelen en capaciteit beperkt. Daar komt bij dat de legitimatie van regionale besluiten en uitvoering een zorgpunt is en het wederzijdse vertrouwen voor verbetering vatbaar. Het is de vraag of, en zo ja, hoe de regio de samenwerking moet veranderen. Het rapport schetst hiertoe zeven mogelijke scenario’s.

Na gesprekken met alle betrokkenen, bevelen de onderzoekers een gecombineerd scenario aan. Uit de gesprekken komt naar voren dat een deel vindt dat Regio Hart van Brabant op een groter aantal terreinen actief moet worden. Een ander deel stelt dat de regio duidelijke prioriteiten moet stellen, ook als dit betekent dat gemeenten minder samen doen. Daarnaast is duidelijk dat een groot deel wil doorgaan op de al ingeslagen weg.

Aan al deze opvattingen kan volgens de onderzoekers een gecombineerd scenario tegemoetkomen. Hierin werken gemeenten intensief samen aan een selectief aantal opgaven, een kernagenda. Om daarnaast, in wisselende samenstellingen, volgens een keuzeagenda aan een aantal andere regionale opgaven te werken. “Dat zou zowel flexibiliteit en manoeuvreerruimte kunnen bieden, als duidelijkheid, overzichtelijkheid en eenheid.” De onderzoekers bevelen aan eerst vast te stellen in welke thema’s de gemeenten echt het verschil willen maken.

Een andere aanbeveling is om het draagvlak voor regionale samenwerking te vergroten. De onderzoekers denken daarbij aan het versterken van de rol en positie van de klankbordgroep, het verbeteren van de terugkoppeling door wethouders in de lokale raden, en het aanstellen van rapporteurs vanuit de raden. Daarnaast raden de onderzoekers Regio Hart van Brabant aan om de slagkracht van de samenwerking te vergroten. Dat kan door het programmabureau uit te breiden, de rol van wethouders op regionaal niveau te versterken of de lokale ambtelijke capaciteit te versterken.

Publicatiedatum: 9 maart 2021