arbeidsmigranten

Onderzoek naar arbeidsmigranten: hoe vergroten we hun werkgeluk?

TilburgU & Co 4 min. Christian Goijaarts

De afgelopen maanden deden meerdere studenten van de masteropleiding Human Resource Studies van Tilburg University onderzoek naar arbeidsmigranten. In de huidige krappe arbeidsmarkt worden zij steeds belangrijker. Maar hoe beleven zij het werken in Nederland en wat vinden zij daarbij belangrijk? Daar schreven Bo Kamstra, Joost Langedijk, Ine Grootenboer en Anne van den Tillaar hun afstudeerscriptie over. Zij werden daarbij begeleid door Brigitte Kroon (Human Resource Studies) en Jan Cremers (Rechtenfaculteit en Kenniscentrum Arbeidsmigranten). In dit artikel blikken zij terug op de resultaten van hun interdisciplinaire onderzoek en de leerzame weg daarheen.

Een dataset als basis

De basis voor hun onderzoek was een databank van het Kenniscentrum Arbeidsmigranten. Zij hebben in de loop van 2021 een reeks vragenlijsten afgenomen bij een grote en diverse groep arbeidsmigranten in Nederland. De studenten hebben deze data gebruikt om hun onderzoek op te baseren. Anne: ‘Daarbij hebben we de keuze voor een afstudeeronderwerp eigenlijk omgekeerd. We hebben niet zoals gebruikelijk een onderzoeksvraag gesteld en daar passende data bij gezocht, maar we hebben gekeken welke interessante onderzoeksvragen we konden stellen bij deze specifieke dataset.’

Intersectionaliteit als rode draad

Een belangrijk begrip dat in al deze onderzoeken terugkomt, is intersectionaliteit. Dit is een benadering waarbij meerdere kenmerken van mensen tegelijk en in samenhang met elkaar worden bekeken. Denk aan iemands geslacht, leeftijd en arbeidsparticipatie. Meerdere van deze kenmerken kunnen een rol spelen bij een onderzoeksvraag en elkaar beïnvloeden. Daarom zijn in deze onderzoeken steeds meerdere kenmerken in combinatie met elkaar onderzocht. Joost: ‘Wanneer je een extra kenmerk toevoegt, zoals opleiding of geslacht, kan dat effect hebben op de uitkomsten van je onderzoek.’

Onderzoeksresultaat 1: Hoe beter arbeidsmigranten geïntegreerd zijn, hoe minder tevreden ze zijn over hun werk

Bo: ‘Ik heb de relatie onderzocht tussen de mate van integratie van arbeidsmigranten en de mate van tevredenheid over hun werk. Daaruit bleek dat er een negatieve relatie tussen die twee bestaat. Oftewel: hoe beter iemand geïntegreerd is, hoe minder tevreden hij is over zijn werk. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat arbeidsmigranten die pas in Nederland zijn hun situatie vergelijken met thuis, waarbij hun nieuwe situatie en het nieuwe salaris in eerste instantie beter lijken. Naarmate ze langer hier zijn en beter geïntegreerd raken, zijn ze zich bewuster van het werk dat Nederlanders normaal vinden, waardoor ze kritischer zijn op hun eigen werk. Dit effect geldt trouwens voor alle deelnemers aan het onderzoek.

Bo Kamstra

Ik heb geen significante verschillen gevonden qua leeftijd, geslacht of type arbeidsovereenkomst. Werkgevers kunnen de werktevredenheid van arbeidsmigranten verbeteren, onder meer door beter en transparanter personeelsbeleid te bieden.’

Onderzoeksresultaat 2: Arbeidsmigranten met een lage opleiding en onzeker werk ervaren het laagste welzijn

Joost: ‘Mijn onderzoek ging dieper in op de combinatie van opleidingsniveau, geslacht en het subjectieve welzijn van arbeidsmigranten. Daarbij heb ik ook onderzocht wat de rol is van onzekere arbeidsomstandigheden. Uit mijn onderzoek blijkt dat arbeidsmigranten met een laag opleidingsniveau de meest onzekere arbeidsomstandigheden ervaren. Zij ervaren ook het laagste welzijn. Een uitzondering daarop zijn vrouwen: zij ervaren meer onzekere arbeidsomstandigheden, maar ook een hoger welzijn. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat zij vaak met hun hele gezin naar Nederland komen. Mannen emigreren vaker alleen, waardoor zij wellicht meer eenzaamheid en afstand tot hun gezin ervaren en daardoor hun welzijn lager beoordelen. 

Joost Langedijk

Niet-Europese arbeidsmigranten ervaren minder onzekere arbeidsomstandigheden dan Europese arbeidsmigranten. Dat is mede te verklaren doordat zij direct een werkvergunning moeten aanvragen en meer zekerheid ervaren dan Europese arbeidsmigranten, die zo’n werkvergunning pas na vier maanden hoeven aan te vragen en daardoor langer in onzekerheid kunnen verkeren.’

Onderzoeksresultaat 3: Goed opgeleide arbeidsmigranten zijn ontevreden over niet-passend werk

Anne van den Tillaar

Anne: ‘In mijn onderzoek heb ik gekeken wat de relatie is tussen het opleidingsniveau van arbeidsmigranten, hun werktevredenheid en de intentie om te vertrekken uit Nederland. Daaruit blijkt dat arbeidsmigranten die beter zijn opgeleid dan nodig is voor het werk dat ze doen, minder tevreden zijn over hun werk en er vaker aan denken om van baan te veranderen of zelfs te vertrekken uit Nederland. Dat effect is bij vrouwen sterker te zien dan bij mannen. Mogelijk komt dit doordat mannen in hun land van herkomst vaak een traditionele kostwinner zijn. Vrouwen die in het buitenland gaan werken, doen dat bewust en verwachten daardoor wellicht méér van hun baan. Dit resultaat is een duidelijk signaal voor werkgevers en beleidsmakers om meer werk te maken van een passende match. Met een baan die beter past, stijgt de tevredenheid van arbeidsmigranten en blijft hun talent voor ons land behouden.’

Onderzoeksresultaat 4: HRM heeft weinig aandacht voor de duurzame inzetbaarheid van arbeidsmigranten

Ine Grootenboer

Ine: ‘Ik heb gekeken naar de relatie tussen de inzetbaarheid van arbeidsmigranten en het type arbeidscontract dat zij hebben. Daaruit bleek dat organisaties nauwelijks investeren in de ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van arbeidsmigranten. Dit geldt in het bijzonder voor arbeidsmigranten met een uitzendcontract. Zij krijgen wel instructies om hun werk te kunnen doen, maar bijvoorbeeld geen taalonderwijs of een andere opleiding die hen in de toekomst hogerop kan helpen. Daarbij heb ik geen verschil kunnen vaststellen tussen mannen en vrouwen. Mijn onderzoek laat zien dat organisaties meer werk kunnen maken van inclusiviteit. Vooral uitzendbureaus zouden meer moeten investeren in de bemiddeling tussen arbeidsmigranten en inleenorganisaties, waarbij zij dan ook aandacht besteden aan de ontwikkeling en toekomstige inzetbaarheid van arbeidsmigranten. 

Die geven aan dat ze voldoende kwalificaties hebben om hogerop te komen, maar moeten daar dan wel de kans voor krijgen, zodat zij kun volledige potentieel kunnen inzetten voor hun werkgever.’

Een actueel en maatschappelijk relevant vraagstuk

De studenten hebben er bewust voor gekozen om onderzoek te doen naar intersectionaliteit en arbeidsmigranten.

Joost: ‘Intersectionaliteit is een relatief nieuw begrip. Het leek me meteen interessant en uitdagend om me juist daarin te verdiepen. De situatie van de arbeidsmigranten in Nederland is ook een actueel en maatschappelijk relevant vraagstuk en dat sprak me aan.’

Anne: ‘Ik woon zelf in een omgeving met veel land- en tuinbouw, waar volop arbeidsmigranten werken. Het leek mij interessant om te ontdekken hoe zij Nederland ervaren en om te onderzoeken hoe we hun situatie kunnen verbeteren.’

Ine: ‘In mijn eigen organisatie zie ik ook dat arbeidsmigranten vaak buiten het zicht van de afdeling HRM blijven. Ik hoop dat mijn onderzoek eraan bijdraagt dat bedrijven zich realiseren dat ze hier kansen laten liggen.’

Bo: ‘Dit onderzoek gaf mij de kans om bewustwording te creëren rondom de situatie van arbeidsmigranten en te laten zien wat we kunnen doen om die situatie te verbeteren. Als mijn onderzoek maar klein beetje bijdraagt aan betere werkomstandigheden, dan ben ik al dik tevreden.’

Je komt allemaal weleens op een punt dat je denkt: waar ben ik aan begonnen?

Anne van den Tillaar

Een fijne samenwerking

Voor hun onderzoek werkten de studenten nauw samen met elkaar en met hun begeleiders. Ze gebruikten de dataset van het Kenniscentrum Arbeidsmigranten en kregen van daaruit ook ondersteuning.

Anne: ‘De samenwerking met het Kenniscentrum Arbeidsmigranten was leerzaam. Jan Cremers heeft als contactpersoon onze onderzoeken kritisch gevolgd en feedback gegeven waar we echt wat aan hadden. Je komt allemaal weleens op een punt dat je denkt: waar ben ik aan begonnen? Dan is het zaak om jezelf een schop onder je kont te geven. Het helpt als je dan samen hetzelfde traject doorloopt.’

Bo: ‘We hebben onderling fijn samengewerkt en elkaars onderzoeken gevolgd en besproken. Dat was leerzaam, zelfs al waren we met totaal andere vraagstukken en variabelen bezig. Het was mooi om te zien hoe de anderen ook stappen hebben gezet en hun onderzoek steeds weer hebben verbeterd. De samenwerking met onze begeleiders was ook heel fijn.’

Ine: ‘Doordat we allemaal met dezelfde data werkten, konden we samen optrekken en met elkaar meedenken. Soms is het fijn om samen na te kunnen denken over mogelijke verklaringen voor bevindingen uit je onderzoek. We konden ook onze vragen aan het Kenniscentrum Arbeidsmigranten bundelen om efficiënt te werken.’

Joost: ‘We mochten onze resultaten presenteren aan een groep experts uit het vakgebied. Dat was leerzaam voor ons, maar zeker ook voor hen. Wij hebben in een paar maanden tijd zo veel kennis opgedaan dat we hen zelfs nog iets konden leren.’

Ik ben me dankzij mijn onderzoek bewust geworden van de onzichtbare plaats die arbeidsmigranten innemen

Ine  Grootenboer

Een mooie les voor de toekomst

Anne, Bo, Ine en Joost zijn inmiddels afgestudeerd en kijken terug op een boeiende en leerzame opleiding.

Bo: ‘Mijn onderzoek was echt een realitycheck. Ik werk sinds begin dit jaar als HR-professional en weet nu hoe belangrijk het is om mensen op een gelijke manier te belonen en hier transparant over te zijn. Het is goed dat hier beweging in komt om onterechte verschillen in salaris op te heffen.’

Ine: ‘Ik ben me dankzij mijn onderzoek bewust geworden van de onzichtbare plaats die arbeidsmigranten innemen. Vanuit mijn huidige rol als HR-assistent wil ik daar graag wat aan doen. Door de opleiding heb ik verder handige skills geleerd die ik in mijn werk kan toepassen.’

Joost: ‘Ik heb veel kennis opgedaan door mijn onderzoek en dat heeft nieuwe inzichten opgeleverd, die ik zeker ga meenemen in mijn toekomstige werk in de HR. Maar nu ga ik eerst een halfjaar werken als lifeguard in Zeeland voordat ik in de HR duik.’

Anne: ‘Dit onderzoek heeft mij geleerd om voort te bouwen op andermans kennis. Om handig gebruik te maken van wat er al is. Daarnaast heeft het me inzicht gegeven in mezelf. Je komt jezelf tijdens zo’n intensief traject echt wel een keer tegen en leert dan om jezelf te herpakken en door te zetten. Ook daar ga ik in de toekomst zeker iets aan hebben.’

Publicatiedatum: 26 april 2023