zero hunger lab

Zero Hunger Lab: enthousiaste partners met een missie vinden elkaar

Artikel 4 min. Corine Schouten

Het Zero Hunger Lab van Tilburg University is koud twee maanden bezig met het aantrekken van partners en zit nu al vol met organisaties die mee willen doen. Solidaridad, WUR, Oxfam, ORTEC, Welt Hunger Hilfe, INSEAD, Voedselbanken NL, het lijstje op het whiteboard van hoogleraar Operations Research Hein Fleuren groeit gestaag. Het gezamenlijke doel: “geen honger (SDG-2)”, door met data-analyse en artificiële intelligentie voedselhulp te verbeteren en landbouw- en veeteeltsystemen te optimaliseren. Zodat uiteindelijk alle landen en gemeenschappen voor hun eigen voedselzekerheid kunnen zorgen.

Hein Fleuren en medeoprichter Perry Heijne van het Zero Hunger Lab vertellen graag over hoe het loopt. “Het leukste is,” zegt Fleuren, “toen ik met dit werk begon jaren geleden, vroegen mensen bij het Wereldvoedselprogramma aan me: ‘Hein, wat kom je hier doen?’ Wiskunde was voor hen een andere wereld. Nu zijn ook de hulpverleners eraan gewend dat je data-analyse, optimalisatie en AI kunt inzetten, ook of misschien wel juist voor mensen in nood.”

Het Zero Hunger Lab is een open platform waar iedereen zich bij kan aansluiten: onderzoekers, studenten, hulporganisaties, overheden, bedrijven. “Om de partners inzicht te geven in het potentieel van de huidige datawetenschap, organiseren we masterclasses,” vertelt Hein. “Daarin borrelen vaak nieuwe ideeën op en wordt iedereen enthousiast.” Heijne vult aan: “Juist hulp- en ontwikkelingsorganisaties hebben vaak geen toegang tot nieuwe technologie, het ontbreekt hun vaak aan tijd en geld. Met de geweldige steun en financiering voor het Zero Hunger Lab van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Tilburg University kunnen we meteen voor ze aan de slag.”

Langdurige relatie en gezamenlijke missie

Om het Lab voor iedereen te laten werken, is het de bedoeling dat de partners een langdurige relatie aangaan. Dat maakt steeds betere datamodellen mogelijk, afstudeerders die voortbouwen op elkaars werk, wetenschappers die erover kunnen publiceren en natuurlijk teamwork dat leidt tot duurzame oplossingen die echt werken voor de gezamenlijke missie: honger de wereld uit helpen.

Perry Heijne legt de contacten met geïnteresseerde partijen in het veld, dat hij goed kent als voormalig CSR-director van een multinational en bestuurder van een internationale hulporganisatie. “Er zijn prachtige initiatieven waarbij we meteen kunnen helpen met onze data science expertise”, vertel hij. Zoals de ontwikkeling van de Child Growth Monitor app, waarmee je heel eenvoudig en snel kunt vaststellen of een kind ondervoed is en het best geholpen kan worden. Of het Emergency Supplies and Prepositioning Strategy (ESUPS) project, om voorraden voor noodhulp zo aan te leggen dat de hulp overal ter wereld snel en doelgericht ter plekke kan zijn. Weer een ander voorbeeld is het plan om samen met de researchgroep van INSEAD de globale cacao- en chocoladeketens te analyseren en optimaliseren zodat ook de cacaoboeren in West-Afrika een eerlijke prijs krijgen.  

Waardevolle ervaring

Hein Fleuren en zijn studenten hebben voor deze vraagstukken waardevolle ervaring opgedaan in een project met het Wereldvoedselprogramma van de VN (WFP). Daar is het zaadje voor het Zero Hunger Lab geplant: Fleuren en Heijne kwamen elkaar voor het eerst tegen bij het toenmalige TNT, dat het WFP steunde met verbetering van de logistiek van noodhulp. Jaren van samenwerken leverde besparingen op waarmee vele miljoenen meer mensen gevoed konden worden.

“In 2018 stond het aantal hongerenden in de wereld nog steeds op 821 miljoen”, vertelt Fleuren. “Daar wilde ik iets aan doen, maar hoe? Ik bleef er maar over praten, met Dick den Hertog van het universitaire Impactprogramma, en met Perry. Totdat onze vrouwen tijdens een etentje zeiden: ‘Moeten jullie dit niet gewoon samen gaan doen?’ Toen hebben we besloten: we gaan een jaar verkennen of dit haalbaar is.” En de rest is geschiedenis.

Hein Fleuren: “Ik zie veel scherper hoe alles samen hangt”

Hein Fleuren

Nog voor ik met dit werk begon, was ik al eens met studenten op studiereis geweest bij het World Food Programme (WFP) van de Verenigde Naties in Rome. In de gangen van het WFP-kantoor hingen toen hele mooie foto’s, die raakten me in mijn ziel. Als ik mijn vak daar eens zou kunnen toepassen, dacht ik toen.

"Het werk voor het WFP later heeft me veranderd en gevormd. In eerste instantie was dat voor het toenmalige TNT, dat het WFP ondersteunde in het optimaliseren van de distributie, en later vanuit de universiteit. Ik zag heel veel aspecten van een probleem op wereldschaal, veel meer dan wat je normaalgesproken oppikt uit de media. Met het WFP in Zuid-Soedan zat ik op de grens van het wereldnieuws. Ik overnachtte in een dorpje dat drie weken later werd uitgemoord.

Nu zie ik veel scherper hoe alles samenhangt. Ik kijk bewuster naar de dingen en kan beter relativeren als iets niet goed loopt. Nog steeds werk ik ook voor het bedrijfsleven, maar ik ben meer dan vroeger gemotiveerd om iets goeds te doen.

Samenwerken met collega’s, studenten en organisaties uit allerlei invalshoeken is voor mij een verrijking. Soms is het even wennen: de denktrant kan heel anders zijn. Maar al die perspectieven heb je nodig om complexe vraagstukken op te lossen. Vaak komt het erop neer dat je de samenwerking echt moet willen en dat je naar elkaar luistert. Dan gebeurt er wel iets. Voor mij persoonlijk is het mooiste toch dat ons werk daadwerkelijk van invloed is op mensen in nood. Dat raakt me echt."

Fotografie: VRBLD

Publicatiedatum: 13 december 2019