Research at TiSEM

Get inspired by Economics and Business

Bekijk de onderzoeksspecial van New Scientist magazine

Rik Pieters

Zoektocht naar eerlijke antwoorden

Rik Pieters is op dit moment leerstoelhouder van de Arie Kapteynleerstoel (juni 2016 – mei 2019). De Arie Kapteynleerstoel is een eervolle titel, die mede bedoeld is om aandacht te blijven geven aan de belangrijke rol die Arie Kapteyn heeft gespeeld voor het onderzoek van de Tilburg School of Economics and Management (TiSEM). De leerstoel wordt toegekend aan een wetenschapper die veel hoogstaande publicaties op zijn of haar naam heeft staan, extern zichtbaar is en impact heeft met zijn/haar onderzoek. Daarnaast moet hij/zij aantoonbaar bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van onderzoek binnen TiSEM. De titel rouleert eens per drie jaar. Aan de leerstoel is een onderzoeksbudget gekoppeld.

Rik Pieters is nu halverwege zijn termijn, en dat is een goed moment om de balans op te maken. Een interview met Rik Pieters.

Het interview vindt plaats op zijn werkkamer. Het eerste wat opvalt, is de vakantiesfeer die de kamer uitstraalt. Twee strandstoelen en een parasol staan in de kamer opgesteld. Op een tafeltje liggen attributen die thuishoren bij een strandvakantie. ‘Als je een groot deel van je tijd op je werkkamer vertoeft, is het belangrijk dat je er een prettige sfeer creëert, aldus Pieters.

Groot inspirator

Voordat Rik Pieters vertelt over zijn onderzoek, wil hij toch eerst iets kwijt over Arie Kapteyn.

“Dankbaar en trots ben ik dat ik deze leerstoel mag bekleden. Arie Kapteyn is door de faculteit aangesteld in een periode dat de faculteit onderaan stond in de rankings. Arie kreeg als opdracht om in korte tijd het tij te keren. Een van de dingen die hij gedaan heeft is de oprichting van het onderzoeksinstituut CentER. Hij had er een neus voor om de juiste mensen aan zich te binden. Samen met de anderen die hij om zich heen verzamelde, is hij erin geslaagd om de faculteit in korte tijd naar de top van de rankings te brengen. Ik ben in die periode in dienst gekomen, en ik beschouw Arie als mijn grote inspirator, ook al omdat we in hetzelfde vakgebied zitten.”

Surveyonderzoek

Rik Pieters heeft, net als Arie Kapteijn, zijn hele leven al surveyonderzoek gedaan. Hij is bijzonder geïnteresseerd is het ontwikkelen van onderzoeksmethoden die een betrouwbaarder antwoord opleveren dan bij de methode van direct response. “Soms zijn mensen niet in staat of niet gemotiveerd om het eerlijke antwoord op een vraag te geven. Dat kan komen door schaamte, of omdat het strategisch beter uitkomt om een ander antwoord te geven. Om dat te ondervangen hanteer ik de revealed preference methode. Dat onderzoek hebben we dankzij de leerstoel verder kunnen ontwikkelen.”

Randomized respons methode

Hij geeft een voorbeeld van zo’n revealed preference onderzoek: de randomized respons methode. Daarbij krijgen mensen bij het beantwoorden van de vragenlijst een muntje dat mede bepaalt welk antwoord je geeft. Gooi je ‘kop’, dan geef je het eerlijke antwoord, gooi je ‘munt’ dan antwoordt je ‘ja’ op een vraag. De onderzoeker weet niet of je kop of munt gegooid hebt. Deze methode wordt toegepast in gevoelige situaties waar mensen geneigd zijn niet het eerlijke antwoord te geven, omdat ze vrezen dat hun privacy niet gewaarborgd is. “Ik heb deze methode samen met collega Martijn de Jong van de Erasmus Universiteit bijvoorbeeld toegepast bij grootschalig onderzoek naar de wensen die mensen hebben over erotische dienstverlening. Dit is een miljardenmarkt, maar we hebben er geen goed zicht op, want maar heel weinig mensen zullen toegeven er gebruik van te maken, laat staan dat ze vertellen welke wensen ze hebben. Dat betekent dat we normaal gesproken nooit goede schattingen kunnen maken van de potentiele omvang van die markt en ook niet hoe dienstverlening ruimer toegankelijk, verbeterd, en veiliger gemaakt kan worden. Bij een grote steekproef krijg je met onze 'indirecte' vraag methode toch zicht op de eerlijke antwoorden omdat je statistisch gezien weet hoeveel procent van de ja-antwoorden verkregen zijn door het gooien van ‘munt’.”

De vragenlijst is ook afgenomen via de direct respons methode, en dat leverde een verrassend verschil op: niet alleen gaven meer mannen aan gebruik te maken van erotische dienstverlening, het aantal vrouwen dat aangaf hier gebruik van te maken, lag substantieel hoger dan bij de direct response methode. “Voor vrouwen is de maatschappelijke norm dat dit niet hoort veel sterker dan voor mannen, maar ook vrouwen bleken als ze indirect naar hun wensen over erotische dienstverlening toch wel meer te wensen, dan als ze er direct naar gevraagd werden. Het mooie van dit resultaat is dat je ziet dat deze methode werkt.”

List techniek

Rik Pieters vervolgt zijn verhaal door te wijzen op een ander methode, die hij in het kader van de leerstoel mede heeft ontwikkeld, om eerlijkere antwoorden te krijgen op vragen naar gevoelige onderwerpen, zoals roken bij zwangere vrouwen. Nog steeds rookt een vrij grote groep vrouwen tijdens de zwangerschap, en de complicaties die dat oplevert bij de moeder, maar vooral bij het kind, kost de gezondheidszorg miljoenen en de betrokkenen veel ellende. “Voor dit onderzoek gebruikten we een andere methode: de list techniek.” De respondent krijgt een lijst van drie vragen waarvan één een gevoelige vraag is (‘Rook je tijdens je zwangerschap?) en twee niet gevoelig zijn. Het enige wat de respondent hoeft aan te geven is: Hoeveel vragen zou je met ‘ja’ beantwoorden? De twee niet-gevoelige vragen zijn negatief gecorreleerd, dat wil zeggen dat als je op de ene ‘ja’ zegt, de kans groot is dat je op de andere vraag een ‘nee’ antwoordt, zodat de som vrijwel nooit drie (ja’s)  kan zijn. Bijvoorbeeld: Ben je met de auto naar je werk gegaan?, en: Heb je gewandeld?

Daarnaast is ook bij een groep de direct response methode gehanteerd. “We schrokken van de uitkomst. Als je het direct vraagt, geeft 11 % aan te roken tijdens de zwangerschap. Via de list techniek is dit ongeveer 18 %. Wij vonden dat een enorm hoog percentage. Wat ook opviel was dat vrouwen aangaven pas tegen het einde van de zwangerschap gestopt te zijn met roken. Feitelijk is dat (eigenlijk altijd natuurlijk) veel te laat. De schadelijke effecten voor het kind treden al veel eerder tijdens de zwangerschap op.”

Haar als biomarker

“Het liefst zou je natuurlijk willen weten wat de echte gedragingen of voorkeuren van mensen zijn, vervolgt Rik Pieters zijn betoog. “Je zou het liefst over de schouder van mensen mee willen kijken. Een van de methoden om dat te doen zonder dat je de privacy van mensen schendt, is de methode waarbij je gebruik maakt van biomarkers.” Rik Pieters ging te raadde bij zijn leermeester Arie Kapteijn. Hij vroeg welke biomarker hij voor een bepaald onderzoek zou kunnen gebruiken. Arie’s antwoord was kort en krachtig: haar! “In de puntjes van haar zitten de residuen van stresshormonen van enkele weken geleden. Die zijn heel geschikt om te gebruiken bij het onderzoek dat hij en Martijn de Jong uitvoeren: onderzoek naar alledaagse verslavingen die in een patroon zitten: iets te vaak gokken op een goksite, iets te veel drinken, iets te veel medicijnen gebruiken, iets te diep in het Marlboro doosje kijken. “We kijken naar de ervaren stress van mensen en patronen van lichte verslavingen. Als je gestrest bent dan stijgt de kans op verslaafd gedrag, maar ben je verslaafd dan levert dat stress op.”

Dit onderzoek wordt verricht in samenwerking met het Erasmus Medisch Centrum die de haren van de respondenten onderzoekt. Van te voren hebben de respondenten ermee ingestemd om haar af te geven en de privacy wordt met de grootst mogelijke zorgvuldigheid bewaakt. Wat wil Rik Pieters ermee bereiken? “Uiteindelijk hopen we meer inzicht te krijgen in de mechanismen hoe mensen tot bepaald gedrag komen en wat de effecten van dat gedrag zijn. Welke draaimolens van oorzaak en gevolg zijn er bij dergelijke patronen van alledaagse verslavingen; hoe zijn die te voorspellen en te stoppen. En dat kan dan weer leiden tot beleidsontwikkeling zowel voor de overheid als voor bedrijven: welke instrumenten moet je ontwikkelen om zo goed mogelijk dat gedrag te stimuleren dat je wilt en ook omgekeerd om te snappen wat de effecten van dat gedrag zijn.” De statistische analyses van dit onderzoek zijn nu in volle gang.

Impertinente vragen

Hij heeft alweer plannen voor een nieuw onderzoek, waarbij hij weer een andere methode wil toepassen. ”Soms liggen vragen zo gevoelig dat mensen er überhaupt geen antwoord op willen geven. We willen bijvoorbeeld onderzoek doen naar de markt voor escort dienstverlening. Wanneer je vraagt of mensen daar gebruik van maken, kunnen ze dat een impertinente vraag vinden waar ze liever geen antwoord op willen geven of waar ze om religieuze of andere redenen überhaupt niet over willen nadenken. Zo’n vraag kun je dus eigenlijk niet voorleggen, tenzij je mensen in de gelegenheid stelt om aan te kruisen dat ze die vraag niet willen beantwoorden. Dat leidt dan tot een bewuste “nonresponse”. We zijn nu statistische modellen aan het ontwikkelen waardoor we desondanks toch inzicht kunnen krijgen in wat ze geantwoord zouden hebben.”

Rik Pieters is een bevlogen man die zeer enthousiasmerend over zijn onderzoek kan vertellen. Zijn onderzoek vertoont een duidelijke rode draad: het gaat altijd over zelfrapportage, stated and revealed prefences, geheel in lijn met wat Arie Kapteyn begonnen is. En steeds is hij op zoek naar methoden die beter functioneren dan de directe vraag, met als doel meer inzicht te krijgen in de oorzaken en gevolgen van consumptie gedrag van mensen om daarmee theorieën te toetsen en om handvatten te bieden voor beleidsontwikkeling.

(Meer over de staat van dienst van Arie Kapteyn: zie de website van Mejudice)

Annemeike Tan

Zie ook: Expert and Expertise