Impact - Vincent Peters en Esther de Vries en Bert Meijboom

Hoe organiseer je ketenzorg beter?

Impact 5 min.

Hoe organiseer je de keten van zorg rondom een patiënt zo optimaal mogelijk? Tilburg University onderzocht de zorg voor kinderen met downsyndroom in vier Nederlandse ziekenhuizen. ‘Een onderzoek dat we kunnen toepassen op nog veel meer ziekten en zorgpaden.’

‘Neem de behoefte van de patiënt als uitgangspunt’

Kinderarts in het Jeroen Bosch Ziekenhuis en bijzonder hoogleraar bij Tranzo, Esther de Vries houdt zich al jaren bezig met de zorg rondom kinderen met downsyndroom. Samen met Bert Meijboom, hoogleraar bij TiSEM en bijzonder hoogleraar organisatie van ketenzorg bij Tranzo, startten zij het onderzoek. “De zorg rondom kinderen met downsyndroom is ingericht binnen een team. Maar als specialist kijk je vanuit je eigen vak naar een kind. Wat je collega’s precies doen en hoe ouders de zorg ervaren, dat weet je vaak niet. Via dit onderzoek hebben we dat inzichtelijk gemaakt.”

Legoblokjes

Hoe organiseer je zorg door specialisten beter? Bert Meijboom: “Door de organisatie modulair op te bouwen, zoals je ook met Lego bouwt. Elk blokje heeft eigen kenmerken, samen vormen ze een gepersonaliseerd geheel rondom een kind. De connectie zit in de nopjes. Zo ontstaat een persoonlijke aanpak.”

' Doordat ik vanuit medische, economische en sociale wetenschappen word begeleid, krijg ik inzicht in verschillende perspectieven’

- Vincent Peters

Onderzoek doen

Vincent Peters voerde het onderzoek uit. Hij startte in mei 2016 met het leggen van contacten met specialisten van de vier betrokken ziekenhuizen: Jeroen Bosch Ziekenhuis, Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis, Maxima Medisch Centrum en het Spaarne Gasthuis. “Daarnaast kwam ik via de kinderartsen, die de zorg rondom de kinderen van 0 tot 18 jaar coördineren, in contact met ouders. In het tweede jaar verzamelde ik de data door middel van interviews. Die heb ik het afgelopen jaar geanalyseerd en op dit moment schrijf ik mijn proefschrift.” De betrokken ziekenhuizen komen uit het netwerk van De Vries.

Anders georganiseerd

Hoewel het proefschrift nog niet afgerond is, wil Peters alvast een tipje van de sluier lichten. “Wat opviel is dat de vier ziekenhuizen de zorg allemaal anders hadden georganiseerd, binnen de bestaande multidisciplinaire richtlijn. Ik heb in beeld gebracht hoe dat nu gebeurt en wie wat doet. Dat gaf inzicht.” De Vries: “Hoe zorg is georganiseerd en welke partijen nauw of meer op afstand betrokken zijn, groeit door de jaren heen. Dat elk ziekenhuis anders is, is niet erg. Door dit inzichtelijk te maken kun je beter samenwerken.”

 

Impact - Vincent Peters en Esther de Vries en Bert Meijboom

' Het huidige onderzoek geeft een goede basis qua literatuuronderzoek en werkwijze voor andere ziekten en zorgpaden’

- Esther de Vries

Blik op zorg

“Daarnaast viel het verschil in perspectief op de zorg op”, vervolgt Peters. “De professionals kijken voornamelijk vanuit de optiek van de zorg die zij kunnen bieden. Zo biedt een KNO-arts een gehoortest aan, terwijl ouders niet primair een dergelijke test willen. Het gaat hen erom dat hun kind kan communiceren. Dat is een ander uitgangspunt en levert een ander gesprek op.” “Zorgprofessionals kunnen dus beter uitgaan van de behoeften van de ouders en het kind”, vult Meijboom aan. De Vries: “Je gaat met deze kinderen en hun ouders een lange relatie aan waarbij er steeds een wisselende zorgvraag is. Door daar in mee te bewegen sluit de zorg veel beter aan bij de behoefte.”

Meer toepassingen

Met deze lessen kunnen meer zorgprofessionals hun voordeel doen. Esther de Vries: “In maart 2019 is gestart met een soortgelijk onderzoek naar colorectale oncologie. De patiënt volgt een ander zorgpad, dat meer chronologisch verloopt dan voor kinderen met downsyndroom. De onderzoeksmethode komt echter overeen. Het huidige onderzoek geeft een goede basis qua literatuuronderzoek en werkwijze.” De promovendus die het nieuwe onderzoek naar colorectale oncologie uitvoert, wordt gefinancierd vanuit het Impact PhD Programma.

Spraakverwarring

“En tegelijkertijd blijft het gaan om het personaliseren van de zorg voor de patiënt”, vervolgt Meijboom. “De ene patiënt met kanker vindt het bijvoorbeeld fijn om bloeduitslagen op zijn Smartphone te krijgen, de ander wil ze liever in persoon met de arts bespreken. Voor die verschillen in aanpak moet ruimte zijn.” Interdisciplinair onderzoek doen levert overigens nog wel eens spraakverwarring op. “Het blijkt dat personaliseren in de zorg hetzelfde is als customiseren in de organisatiewetenschappen.” De Vries knikt: “En personaliseren is vanuit economische perspectief weer professioneel gedrag in de zorg.” Meijboom: “Dat kan tot misverstanden leiden als je vanuit verschillende disciplines werkt. Maar het is geen drama als de wil om samen te werken er is.”

‘Het gaat om het personaliseren van de zorg voor de patiënt’

- Bert Meijboom

Verschillende perspectieven

Peters ziet het vooral als een meerwaarde. “Een aanrader zelfs. Doordat ik vanuit medische, economische en sociale wetenschappen word begeleid, krijg ik inzicht in verschillende perspectieven. Dat maakt het onderzoek beter.” En is Tilburg University wel de goede partij voor dit soort onderzoek in de medische wereld? De Vries: “Dat is het júist! Universiteiten met medische faculteiten richten zich sterker op kwantitatief onderzoek. Alleen wordt er soms iets prachtigs bedacht dat vervolgens niet geïmplementeerd wordt omdat niet voldoende is meegenomen of en hóe mensen dat willen doen. Door die sociale wetenschappen mee te nemen, voorkom je dat.”

Toegepast onderzoek

“In mijn werk ben ik regelmatig gestuit op vragen waar ik geen antwoord op had. Daar ging ik vervolgens onderzoek naar doen”, vult De Vries aan. “Voor mij is het dus volkomen logisch om onderzoek te doen naar iets dat impact maakt. Mijn onderzoeksvragen worden altijd gevolgd door de vraag ‘en wat kun je er dan mee?’” Ook Meijboom deelt die mening. “Je ziet een verschuiving van puur wetenschappelijk onderzoek naar het toepassen daarvan. Dat is goed, maar vraagt om een andere aanpak; meer kwalitatief en niet alleen kwantitatief onderzoek. In dit onderzoek betekent dat bijvoorbeeld dat Vincent uitgebreid met ouders en professionals heeft gesproken en zijn bevindingen op een later moment nog eens bij hen getoetst heeft.” Peters: “Tijdens mijn master ben ik gestart met onderzoek dat leidde tot beleid op de werkvloer. Dat was en is ook mijn insteek; dat er iets met mijn werk wordt gedaan.”

Contact

Publicatiedatum: 10 februari 2020