Tilburg Institute for Family Business

Wat hebben de verkiezingsprogramma’s in petto voor familiebedrijven?

Published: 01 maart 2021 Laatst bijgewerkt: 01 maart 2021

In maart 2021 vinden de verkiezingen plaats. De meeste politieke partijen hebben hun (concept) verkiezingsprogramma inmiddels bekendgemaakt. Wat hebben de partijen in petto voor familiebedrijven? Hebben partijen bijvoorbeeld het ambtelijke beleidsadvies uit de Bouwstenennotitie om de doorschuifregelingen in box 2 en de bedrijfsopvolgingsregeling in de SW 1956 (BOR) flink te beperken, overgenomen? Voornaamste argumenten daarvoor zijn dat de faciliteiten een grote bijdrage leveren aan de vermogensongelijkheid in ons land en dat een groot deel van het budget terecht komt bij een hele kleine groep verkrijgers.

Deze argumenten roepen de verwachting op dat vooral partijen met een links sociaal economisch beleid zich sterk zullen maken voor een beperking van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. De PvdA voldoet aan deze verwachting. Zij wil de vermogensongelijkheid tegengaan ‘door ontwijkingsmogelijkheden bij erfenissen (zoals bij de bedrijfsopvolgingsregeling) aan te pakken’. Ook wil zij dat multinationals en vermogenden meer belasting gaan betalen. Uitstel van belastingheffing in box 2 moet niet langer mogelijk zijn en zij willen voor deze grootaandeelhouders een progressief tarief invoeren. In het hele verkiezingsprogramma van SP komt het woord vermogensongelijkheid echter niet voor; wel spreekt zij van een eerlijkere economie en over het schrappen van perverse aftrekposten, maar laat in het midden wat daaronder wordt verstaan. D66 wil ook voorkomen dat erfenissen en schenkingen onevenredig bij mensen terechtkomen die al relatief welvarend zijn. Daarvoor stelt zij voor de tarieven voor de erf- en schenkbelasting te verhogen en progressiever te maken. De BOR wordt niet met name genoemd. De PVV daarentegen pleit voor afschaffing van de erf- en schenkbelasting – net als FVD overigens - ter behoud van gezinnen (?) en familiebedrijven. Waarom juist Henk en Ingrid hiervan zouden profiteren en niet van een beperking van het gat tussen arm en rijk, blijft ongewis.

CDA, VVD SGP en de ChristenUnie willen de BOR behouden. Geld dat in het familiebedrijf zit na de bedrijfsoverdracht moet dan wel in het bedrijf blijven en niet uiteindelijk vrijwel belastingvrij bij privépersonen terecht komen (ChristenUnie). CDA en ChristenUnie willen daarnaast nog extra aandacht voor de bedrijfsopvolging binnen de agrarische sector en de visserij, waarbij de ChristenUnie specifiek aandacht vraagt voor het mogelijk maken van een bedrijfsopvolging door iemand van buitenaf. 50Plus daarentegen wil alleen de bedrijfsopvolging naar kinderen faciliëren. Deze beperking lijkt ons ongewenst. Een kind is niet per definitie de beste opvolger; ondernemerskwaliteiten vererven immers niet. Het CDA pleit verder voor een vereenvoudiging van de BOR zodat de Belastingdienst deze sneller kan goedkeuren. Wij juichen vereenvoudiging uiteraard toe, maar het verlenen van een ruime vrijstelling die alleen reële bedrijfsopvolgingen moet faciliëren en tegelijkertijd misbruik moet voorkomen, lijkt vanuit vereenvoudigingsoogpunt op voorhand een mission impossible.

Wat ons verder opvalt, is dat zowel de linkse, midden als rechtse partijen zich lijken te vinden in het gedachtengoed dat winstbejag op korte termijn moet plaatsmaken voor het creëren van maatschappelijke waarde op de lange termijn; de continuïteit van het bedrijf moet voorop staan en niet het belang van de aandeelhouder. Tekenend is dat in het hele VVD-programma het woord multinational niet voorkomt. Ook deze partij lijkt zich meer te richten op (familie)bedrijven binnen het MKB. D66 wil bedrijven met maatschappelijke impact extra belonen, zodat zij kunnen concurreren met bedrijven die daar geen aandacht voor hebben. Familiebedrijven passen volledig in deze manier van denken, zodat wij hier alleen maar kansen zien.

Tot slot stellen zowel CDA als VVD voor om de bereikbaarheid van de Belastingdienst voor MKB-bedrijven tot de Belastingdienst te verbeteren door het aanstellen van een direct contactpersoon of door extra teams voor het MKB op te richten. Daarmee wordt teruggekeerd naar hoe het voorheen was; voordat de Belastingtelefoon de – moeilijk te bereiken - ingang werd. Op voorhand leek deze frontoffice wellicht efficiënt, maar ondernemers en burgers zijn gefrustreerd over de slechte bereikbaarheid en de verstrekte – soms onjuiste – informatie. Voor de familiebedrijven in het mkb is dit wat ons betreft dan ook een uitstekend idee.

Tilburg Instituut voor Familiebedrijven

Het TIFB is een multidisciplinair instituut dat zich richt op de dynamiek van familiebedrijven en verricht onderzoek en verzorgt onderwijs binnen de brede thema’s van familiebedrijven waarbij theorie en praktijk elkaar versterken.

Familiebedrijven zijn van groot belang voor de economie.