The development of evidence based deradicalisation interventions. Lessons from disengagement studies - Promotieonderzoek
D. Proost MSc, prof. dr. A. van Dam, dr. D.J. Weggemans (Universiteit Leiden)
Het doel van dit proefschrift is om meer inzicht te verwerven in het proces van pro-sociale gedragsverandering en uittreding (disengagement) onder (voormalig) extremisten. Meer specifiek richt dit proefschrift zich op de wijze waarop individuele trajectbegeleiding van geradicaliseerde individuen bij kan dragen aan duurzame re-integratie in de samenleving.
Individuele trajectbegeleiding van geradicaliseerde personen vergt een persoonsgerichte aanpak in nauwe samenwerking tussen verschillende disciplines, variërend van specialistische zorg, maatschappelijk werk en levensbeschouwelijke expertise. Het belang van deze multidisciplinaire aanpak wordt onderstreept door de wildgroei aan studies waaruit blijkt dat er geen eenduidig profiel van ‘’de extremist’’ bestaat. Onze kennis en begrip op het gebied van op maat gemaakte interventies die beogen bij te dragen aan pro-sociale gedragsverandering staat echter nog in de kinderschoenen.
Deze leemte in onze kennis over uittreding heeft verschillende oorzaken. Zo is er binnen het wetenschappelijke domein meer aandacht uitgegaan naar de factoren die verklaren waarom individuen radicaliseren of factoren die het radicaliseringsproces kunnen versnellen. Daarnaast is er een gebrek aan longitudinale populatiegegevens over het verloop van gedragsverandering gedurende het proces van uittreding en de factoren die hieraan ten grondslag liggen. Ook is er veel onduidelijkheid over hoe eerstelijnswerkers invulling geven aan individuele begeleiding die gericht is op duurzame re-integratie onder deze doelgroep.
In de praktijk zijn (vermeende) gebreken en onvolkomenheden bij individuen niet gemakkelijk af te bakenen en te plaatsen binnen een enkele categorie. Dat komt omdat het maken van een differentiatie tussen ‘normaal’ of ‘extremistisch’ en ‘gebruikelijk’ of ‘ongebruikelijk’ geen kwestie is van alles of niets. In plaats daarvan gaat het om het aanbrengen van gradaties in het wegen van uitingen en gedragingen. Dit geldt ook bij het beantwoorden van de vraag welke aanpak om het proces van uittreding te faciliteren werkt bij wie en onder welke omstandigheden.
Dit promotietraject tracht onder meer op deze vragen een antwoord te bieden en put hierbij uit verschillende onderzoeksterreinen en semigestructureerde gesprekken met zowel professionals als (voormalig) geradicaliseerde individuen.