Emile Aarts about the Tilburg Educational Profile

“Karakter betekent voor mij: studenten opleiden tot weerbare wereldburgers”

Aan het begin van het rectoraat van Emile Aarts is de huidige Tilburgse onderwijsvisie ‘Kennis, kunde en karakter’ tot stand gekomen en is er gestart met de implementatie van het onderwijsprofiel. Inmiddels zijn we een paar jaar verder. Hoog tijd om met de rector de balans op te maken. Wat kenmerkt de Tilburgse onderwijsvisie? Waar staan we nu? Welke vervolgstappen ziet hij voor de toekomst? En, wat verstaat hij zelf onder karakter?

door Annemeike Tan

Alkeline van Lenning en Herman de Regt zijn de eersten die in hun essay ‘Verkenning van een onderwijsvisie voor Tilburg University’ de drie pijlers waar de Tilburgse onderwijsvisie op rust – kennis, kunde, karakter - te berde brengen. In relatie tot ‘karakter’ refereren zij naar het begrip ‘Bildung’, dat wordt toegeschreven aan de Duitse geleerde en diplomaat Wilhelm von Humboldt (1767-1835). Zij omschrijven Bildung als ‘een zelfverwerkelijking die alleen mogelijk is in vrijheid, in confrontatie met anderen, en in een gemeenschap van mensen’. Hoe belangrijk is dit voor u? (zie: Verkenning van een onderwijsvisie voor Tilburg University p. 55)

Bildung

Emile:

“Het concept van Bildung  omarm ik graag. Het idee erachter was dat de omvang van de Duitse adel onvoldoende was om het land toekomst te geven, terwijl er in Duitsland ook mensen wonen die niet adellijk, maar toch slim (of moet ik zeggen wel slim!) waren. Ik vind het een mooie visie en ik zie ook zeker wel aanknopingspunten met de ontstaansgeschiedenis van deze universiteit.”

Hendrik Moller

Emile:

“Als je naar de ontstaansgeschiedenis kijkt van Tilburg University, dan grijp ik graag allereerst terug naar Hendrik Moller in plaats van naar Martinus Cobbenhagen. Hendrik Moller was degene die 100 jaar geleden het initiatief nam om in Brabant het hoger onderwijs op een hoger plan te brengen in de vorm van de oprichting van een viertal Moller instituten, waaronder een handelshogeschool.

Het plan werd omarmd door het episcopaat, dat worstelde met het feit dat veel katholieke jonge mannen hun opleiding moesten volgen in Rotterdam of Amsterdam, bij gebrek aan hoger onderwijs in Brabant. Er was behoefte aan hoger onderwijs op katholieke grondslag.

Naast de Moller instituten was het de intentie om dan ook meteen een katholieke universiteit op te richten. Dat laatste is mislukt, en vervolgens is Nijmegen met de eer gaan strijken.”

Martinus Cobbenhagen

Emile:

“Bij wijze van troostprijs is toen wel besloten om de handelshogeschool op te richten. Op dat moment kwam Cobbenhagen in beeld, die als priester én universitair geschoold econoom zich bezig ging houden met de inhoud van de opleiding.

Hij was van mening dat je een student naast vakinhoudelijke kennis ook een ethisch reveil moet meegeven, omdat hij anders de dingen die hij doet niet goed kan plaatsen tegen de achtergrond van wat de maatschappij nodig had. En daarnaast moest de student ook in aanraking komen met andere disciplines, zoals ethiek, theologie, rechten en psychologie.

Daarop teruggrijpend en kijkend hoe de maatschappij nu in elkaar steekt, vind ik het heel geloofwaardig om die lijn van denken door te trekken voor onze universiteit, en dat vind je dan ook heel duidelijk terug in de visie.”

Neutraal vs ideologie

Karakter past in het DNA van onze universiteit. Dat zou de conclusie kunnen zijn van wat u zojuist vertelde. Maar hoe geven we daar vorm aan in ons onderwijs? Mijn indruk is dat men nog erg zoekende is hoe ‘karakter’ precies geïmplementeerd moet worden in de opleidingen.

Emile:

“We zijn intussen twee jaar verder en er zijn nieuwe inzichten ontstaan. De opwinding van het nieuwe hebben we verwerkt en er breekt een fase aan van verdere verdieping. Daar hebben we inmiddels heel interessante discussies over.

Veel mensen zeggen: ‘Dit past bij ons, en ik ga hiermee aan de slag’. Anderen vragen zich af: ‘Wat betekent het nu en hoe manifesteert zich dit?’ En er zijn ook mensen die van mening zijn dat de visie te veel vanuit een ideologie gedacht is. Zij zijn van mening dat de wetenschap zuiver neutraal moet blijven, terwijl karaktervorming naar hun mening altijd gebeurt vanuit een bepaalde ideologie.

Uiteraard heb ik respect voor deze verschillende inzichten. Dat dwingt ons scherper na te denken over de interpretatie van karakterontwikkeling.”

Wat is welbevinden?

Wat vindt u?

Emile:

“Vanaf de eerste universiteit in 1088 in Bologna is kennisoverdracht het allerbelangrijkste onderdeel van onderwijs. Maar al vanaf de Grieken wordt dit gekoppeld aan vorming. Later is ook een relatie gelegd tussen onderwijs en de ontwikkeling van welvaart.

Er wordt altijd gezegd dat hoe meer een land investeert in onderwijs, hoe welvarender het land wordt. En dan wordt welvaart niet alleen uitgedrukt in Bruto Nationaal Product. Het heeft ook alles te maken met welzijn en welbevinden en ja, dan wordt het toch wel wat normatief. Want wat is dat, welbevinden? Hoe ziet zo’n maatschappij eruit? Je komt dan ook heel snel op de vraag: ‘Wat is goed leiderschap?’

De Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern is met haar doortastendheid en empathisch vermogen een mooi voorbeeld van goed leiderschap. Ik ben toch geneigd om de jonge mensen aan de hand van deze voorbeelden te laten zien hoe zij zich kunnen ontwikkelen. Zij kunnen altijd nog zelf kiezen of ze wel of niet een bepaalde kant uit willen. Maar maak het bespreekbaar. Geef hen woorden mee, een taal, zodat ze erover kunnen communiceren en eventueel ook zelf naar kunnen handelen.”

Normen en waarden

Emile:

”Tijdens de Open Dagen voor aankomend studenten staat er altijd een wat ik noem ‘karakterkar’ opgesteld, waar aan de aanwezigen de vraag gesteld wordt: ‘Wat versta jij onder karakter.’ 

Ik sta daar ook altijd even, en voer dan gesprekken met studiekiezers en ouders. Het meest interessante gesprek dat ik daar gevoerd heb, was met een vader van een dochter. Deze man was inspecteur van politie en hij ging helemaal los toen hij met de vraag over karakter geconfronteerd werd. Hij sprak over gedrag in de maatschappij, over normen en waarden, over solidariteit en veiligheid. Hij vertelde wat hij elke dag meemaakte. Hij legde duidelijk de link met dat wat hij elke dag meemaakte in zijn dagelijkse praktijk als inspecteur van de politie en de manier waarop in Tilburg binnen de opleidingen aandacht aan ‘karakter’ besteed wordt. De man liep op een wolk naar buiten.

Dit voorbeeld illustreert hoe TEP in het onderwijs reflecteert op vraagstukken in de samenleving waarin ‘denkers met karakter’ een grote rol in kunnen spelen.”

Weerbare wereldburger

Over die ‘karakterkar’ gesproken: wat verstaat u onder karakter?

Emile:

“Als je mij vraagt: wat is karakter, dan zeg ik altijd: het bestaat uit twee elementen. Enerzijds heeft het te maken met mensen weerbaar maken en anderzijds met mensen wereldburger maken.

Dat eerste heeft te maken met onszelf, met ons individu in relatie tot onze omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de enorme hoeveelheid informatie die iedere dag op ons afkomt. Hoe verwerken we die? Ons brein kan dat vaak niet aan. Door mensen te leren wat er in hun brein gebeurt, hoe ze moeten omgaan met dit soort situaties, worden ze hopelijk weerbaarder, zodat ze overeind blijven. En als je dan jezelf staande kunt houden, dan heb je een verantwoordelijkheid naar de maatschappij toe om anderen te helpen en het wereldburgerschap te omarmen. Dit betekent dat je activiteiten ontwikkelt om de wereld vooruit te helpen.

Karakter betekent voor mij: studenten opleiden tot weerbare wereldburgers. En ik wil daar nog het volgende aan toevoegen. Ik kom uit een wereld waarin wordt gezegd: wat goed is voor de samenleving, is goed voor de economie. Dat is iets waar ik heel sterk in geloof.”

Verhalen vertellen

Wat kunnen docenten doen om karakterontwikkeling in het onderwijs een plek te geven?

Emile:

“Ik denk dat het goed zou zijn als iedere docent voor zichzelf de vraag stelt: ‘Wat betekent karakterontwikkeling voor mij?’ en dat hij of zij daarop reflecteert. Je zou het bij wijze van spreken onderdeel kunnen laten uitmaken van de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). Docenten kunnen voorbeelden uit hun eigen omgeving aanreiken, die in de colleges ter sprake brengen om daarmee aan studenten te laten zien wat ‘karakter’ betekent.

Als je er zelf voortdurend op reflecteert, ga je er ook zelf steeds meer vat op krijgen totdat je echt de essentie te pakken krijgt. Zolang we nog niet precies uitgewerkt hebben hoe ‘karakter’ precies vorm krijgt in het onderwijs, moeten we onszelf de kans geven om dit uit te diepen, om hier zelf in te groeien. En dan kom ik toch uit op het concept van de narratives, verhalen vertellen. Begin daar gewoon eens mee als docent.”

Tilburgs Bèkske

En welke rol kan de student hier zelf in pakken?

Emile:

“Breng het in de praktijk!

Ik noem een voorbeeld: het Tilburgse Bèkske, een project waar studenten van ons in participeren. Aan vrouwen in Rwanda wordt geleerd hoe ze koffiebonen moeten planten en onderhouden. De bonen worden naar Nederland verscheept, hier gebrand en verkocht onder de naam Tilburgs Bèkske.

Ik heb met twee studententeams gesproken die in Rwanda zijn geweest, en ik heb met eigen ogen gezien dat hun karakters gevormd zijn door die reis. De studenten zagen met eigen ogen hoe de Rwandese vrouwen alle ellende die ze zagen een plek hebben moeten geven, en hoe zij een extreme vorm van vergevingsgezindheid hebben ontwikkeld. Ze hebben de vermoedelijke daders moeten vergeven, en dat is een weerbaarheidselement van de eerste orde. En dat zie je terug in die studenten. Dus wat kunnen studenten doen? Zoek eens naar dit soort activiteiten, ook dichter bij huis is dat te vinden. Ga het gewoon doen!”

Emile Aarts bij de 'karakterkar' tijdens de Opem Dag