Silhouet foto Miguel Bruna on Unsplash

Verantwoordelijkheid en openheid: nadere uitwerkingen en richtlijnen

In welke situaties kan je met het thema Verantwoordelijkheid en openheid te maken krijgen? Waar vind je nadere uitwerkingen en richtlijnen?

Interne procedure voor het melden en onderzoeken vermoedens van integriteitsschendingen

Integriteitsschendingen

In geval van ongewenst gedrag en/of wetenschappelijke integriteit incidenten gelden andere procedures die zijn opgenomen in de hierna opgenomen klachtenregeling ongewenst gedrag en/of klachtenregeling wetenschappelijke integriteit of situaties waarop de Klokkenluidersregeling van toepassing is.

Van integriteitsschendingen is sprake bij:

  • belangenverstrengeling;
  • manipulatie van of misbruik van informatie;
  • misbruik van bevoegdheden of positie;
  • onverenigbare functies/activiteiten;
  • strafbare feiten zoals diefstal, verduistering, fraude of corruptie;
  • misbruik van eigendommen van de universiteit.

In het geval van integriteitsschendingen is onderstaande van toepassing.

Meldplicht

Leidinggevenden en opleidingscoördinatoren moeten een vermoeden van een integriteitsschending altijd melden bij hun divisie- of faculteitsdirecteur, decaan of, indien de melding de directeur of decaan betreft, bij de Integriteitscoördinator.

Decanen, divisie- of faculteitsdirecteuren moeten een vermoeden van integriteitsschending altijd melden bij de Integriteitscoördinator.

Onderzoek (vermoeden van) integriteitsschendingen

Indien, al dan niet na een melding of klacht, het College van Bestuur een concreet vermoeden heeft dat deze Gedragscode of bijzonder gedragsvoorschrift niet wordt nageleefd kan het College van Bestuur opdracht geven om hierover met elkaar in gesprek te gaan, een (persoonsgericht) onderzoek instellen of een risicoanalyse uitvoeren.

Een persoonsgericht feitenonderzoek bij medewerkers, studenten en gasten verloopt in hoofdlijnen als volgt:

  • De integriteitscoördinator bekijkt of een melding ontvankelijk is en wat de beste manier is om met een melding om te gaan. Dit hangt af van de ernst, aard, spoed en omvang van het vermoeden.
    • Betreft de melding ongewenst gedrag of wetenschappelijke integriteit dan verwijst de Integriteitscoördinator door naar de desbetreffende vertrouwenspersoon ongewenst gedrag of vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit.
    • Betreft de melding een situatie waarop de Klokkenluidersregeling van toepassing is, dan verwijst de Integriteitscoördinator, afhankelijk van de melding, door naar de leidinggevende, promotor ofwel studentdecaan, danwel de vertrouwenspersoon of het Huis voor Klokkenluiders.  
  • De Integriteitscoördinator is bevoegd om de melding en de eerste bevindingen (vertrouwelijk) te bespreken met het team Legal Affairs en directeur Human Resources en kan hen om advies vragen.
  • De Integriteitscoördinator adviseert het College van Bestuur (en de desbetreffende directeur) over de behandeling van de melding.
  • In sommige gevallen kan een leidinggevende een melding zelf afhandelen en adviseert de Integriteitscoördinator over de afhandeling of doet deze aanbevelingen voor verbetering.
  • In die gevallen dat het College van Bestuur, na voorafgaand advies van de Integriteitscoördinator, meent dat de ernst van de melding aanleiding geeft tot het doen van nader onderzoek, geeft het College van Bestuur opdracht tot een (oriënterend) feitenonderzoek door de Integriteitscoördinator.
    • De Integriteitscoördinator is bevoegd na voorafgaand advies van het team Legal Affairs en uitgaande van melding bij het College van Bestuur toegang te verkrijgen tot het TiU-account en gegevensdragers van Tilburg University en onderzoek te doen aan de hand van openbare bronnen (social media etc.).
    • De intensiteit van het onderzoek wordt bepaald na afweging van de proportionaliteit (gerechtvaardigd doel en privacy betrokkene(n)) en de subsidiariteit (minst belastende en inbreukgevende optie heeft voorkeur) van het onderzoek. De betrokkene(n) wordt waar mogelijk vooraf en in elk geval achteraf geïnformeerd over een persoonsgericht onderzoek.
    • Bij persoonsgerichte onderzoeken vindt voorafgaand aan de definitieve vaststelling van de uitkomst van het onderzoek (door het College van Bestuur) altijd hoor- en wederhoor met betrokkene(n) plaats.

Fraude en plagiaat in het onderwijs

Constateert een docent of surveillant fraude tijdens een werkstuk, scriptie of tentamen, of heeft hij of zij daarvan een vermoeden, dan kan daarvan een proces-verbaal worden gemaakt en neemt eventuele bewijsstukken in beslag. Het proces-verbaal gaat samen met het werk (en eventuele bewijsstukken) naar de examencommissie van de faculteit. Is er sprake van werkstukfraude (plagiaat), dan meldt de betrokken docent dit aan de examencommissie.

Welke sanctie een student bij fraude of plagiaat kan verwachten, is afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude. De examencommissie kan een of meer van de volgende maatregelen opleggen:

  • in alle gevallen: het ongeldig verklaren van het afgelegde tentamen;
  • uitsluiting van maximaal vijf gespecificeerde tentamengelegenheden, waarbij de examencommissie rekening houdt met de studiefase waarin de examinandus zich bevindt;
  • in geval van fraude bij het schrijven van een werkstuk of scriptie: het schrijven van een nieuw werkstuk of scriptie.

Zodra de examencommissie de sanctie heeft bepaald, stuurt zij de student daarvan schriftelijk bericht. Ben je het als student niet eens met de opgelegde maatregel of sanctie, dan teken je beroep aan bij het College van Beroep voor Examens.

Wetenschappelijke Integriteit

Bij het niet naleven van de Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit, kan een klacht worden ingediend bij de Commissie Wetenschappelijke Integriteit en kan het College van Bestuur deze commissie verzoeken nader (feiten)onderzoek te doen. De Commissie Wetenschappelijke integriteit onderzoekt de klacht en adviseert het College van Bestuur. Zie: Klachtenregeling wetenschappelijke integriteit Tilburg University.

Medewerking aan onderzoek

Van een melder, beklaagde - de medewerker, student of gast tegen wie in overeenstemming met Klachtenregeling ongewenst gedrag of de Klachtenregeling wetenschappelijke integriteit of andere nadere regeling, een klacht met betrekking tot ongewenst gedrag is ingediend - wordt verwacht dat hij/zij medewerking verleent aan het onderzoek naar de klacht, beslechting van het mogelijke geschil en vervolgens handelt overeenkomstig eventuele specifieke maatregelen.

Sancties en maatregelen

Het College van Bestuur is bevoegd vast te stellen of en in welke mate sprake is van het niet naleven van deze Gedragscode of een bijzonder gedragsvoorschrift.

Als de Gedragscode of een bijzonder gedragsvoorschrift is geschonden, zal het College van Bestuur bezien of het mogelijk en wenselijk is een sanctie of maatregel op te leggen. Een maatregel of sanctie moet uiteraard passend en proportioneel zijn. Het College van Bestuur is bevoegd tot het opleggen van rechtspositionele sancties in ernstige gevallen, bijvoorbeeld berisping, overplaatsing, degradatie of ontslag. Bij ernstige schendingen is het College van Bestuur ook bevoegd tot het opschorten of doorhalen van de inschrijving van studenten. In minder ernstige gevallen kan het College van Bestuur kiezen voor een waarschuwing of andere maatregel.

Het College van Bestuur kan besluiten om zich te wenden tot instanties die belast zijn met extern toezicht of die bevoegd zijn (andere) bestuursrechtelijke, tuchtrechtelijke of strafrechtelijke sancties op te leggen.

Bij een strafbaar feit doet Tilburg University altijd aangifte bij de politie.