Gedrag en integriteit
Tilburg University heeft een aantal regels en waarden die richting geven aan het werken en studeren bij Tilburg University. Onze Code of Conduct maakt de waarden en normen van onze universiteit expliciet en beschrijft de eisen die worden gesteld aan het persoonlijk gedrag van medewerkers en studenten. In het Privacy & Security Portal vind je alles om veilig te kunnen werken met persoonlijksgegevens of andere data.
Specifieke gedragsvoorschriften zijn vastgelegd in afzonderlijke regelingen die hieronder vermeld staan. Deze regelingen voorzien in klachtenprocedures en sanctiemogelijkheden.
-
Code of conduct
Iedereen is zelf verantwoordelijk om integer te handelen. Met elkaar zijn wij verantwoordelijk voor de integriteit van Tilburg University. De regels in deze Code of Conduct helpen je bij jouw keuzes in gedrag en omgang.
Meer informatie -
Privacy en security: zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens en data
Hoe kan je zorgvuldig omgaan met data? Wat moet je doen aan beveiliging en security? Wat moet je vooraf regelen? En wat als er iets mis gaat? Bekijk het overzicht over veilig werken met persoonsgegevens of andere data.
Meer informatie -
Vertrouwenspersonen en andere adviseurs
De vertrouwenspersonen zijn er voor iedereen aan Tilburg University en vormen het aanspreekpunt voor medewerkers, studenten en gasten die te maken hebben met ongewenst gedrag of het schenden van wetenschappelijke integriteit.
Meer informatie -
WetenschapVeilig maakt zich hard tegen bedreigingen in de wetenschap
WetenschapVeilig is een landelijk meldpunt en helpt wetenschappers de juiste hulp te vinden in geval van bedreiging, intimidatie en haatreacties.
Meer informatie
Universiteiten van Nederland
Voor het onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering zijn diverse gedragscodes opgesteld door Universiteiten van Nederland (vereniging van universiteiten). Ook Tilburg University committeert zich aan de naleving van deze codes. Op de website van Universiteiten van Nederland staat een overzicht van de universitaire gedragscodes.
Lees ook het Statement Sociale Veiligheid Universiteiten van Nederland
Social media richtlijnen
De snelle groei van het aantal social media, gecombineerd met het gebruiksgemak en het potentiële bereik van berichten, maken social media aantrekkelijke communicatiekanalen. Tilburg University stimuleert het gebruik van deze kanalen. Echter, deze middelen kunnen ook gevolgen hebben die minder wenselijk zijn. De medewerker draagt te allen tijde de verantwoordelijkheid voor de door hem in de social media gedane uitlatingen.
Om eventuele negatieve gevolgen te voorkomen heeft Tilburg University voor haar medewerkers social media richtlijnen vastgesteld.
Goed bestuur
Bij Tilburg University zijn bestuur en toezicht gescheiden.
Het Stichtingsbestuur heeft een onafhankelijke positie en bewaakt de doelstellingen van de universiteit. Zij functioneert als Raad van Toezicht. De nevenwerkzaamheden van de leden van het College van Bestuur zijn goedgekeurd door de Remuneratiecommissie van het Stichtingsbestuur. Deze nevenwerkzaamheden vallen onder de Regeling Nevenwerkzaamheden Tilburg University.
Universiteiten nemen een aantal regels in acht die mogelijke marktverstoring voorkomen wanneer ze marktactiviteiten ondernemen. Deze regels zijn vastgelegd in de Code goed bestuur Universiteiten (versie 2019). Bij Tilburg University is deze Code onverkort van kracht. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de Code is toegelicht in de rapportages van het Stichtingsbestuur en College van Bestuur in het jaarverslag.
Bestuurs- en beheersreglement
Het Bestuurs- en beheersreglement regelt het bestuur, het beheer en de inrichting van de universiteit. Het bevat de toedeling van bestuurs- en beheersbevoegdheden naar organen binnen de universiteit en geeft de structuur van de inrichting van de universiteit weer.’
Wetenschappelijke integriteit
Tilburg University onderschrijft de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (2018). Deze code geldt voor alle onderzoeksprojecten en -activiteiten die na 1 oktober 2018 datum zijn gestart. Voor onderzoeksprojecten en -activiteiten die voor 1 oktober 2018 zijn gestart, geldt de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening (herziene versie, 2014).
Training Wetenschappelijke integriteit
Alle onderzoekers wordt ten zeerste aanbevolen de online training wetenschappelijke integriteit te volgen, deze geeft inzicht in verantwoorde en twijfelachtige onderzoekspraktijken, toepasselijke regelingen en relevant universitair beleid. De fysieke training geeft promovendi de mogelijkheid om met collega-promovendi te discussiëren over de normen van goede wetenschap en de deugden van een goede wetenschapper, en hoe ze door grijze onderzoeksgebieden en integriteitsdilemma's kunnen navigeren.
Voor promovendi die vanaf 2020-2021 gestart zijn is de online training een verplicht onderdeel van het opleidings- en begeleidingsplan, de fysieke training wordt ten zeerste aanbevolen. Voor promovendi die vanaf 2021-2022 gestart zijn is zowel de online training als de fysieke training een verplicht onderdeel van het opleidings- en begeleidingsplan. Promovendi wordt aangeraden de online training voor het eind van hun eerste jaar te volgen en de fysieke training voor het eind van hun tweede jaar. Voor meer informatie neem contact op met Integrity Training.
Vertrouwenspersoon en melden van een vermoeden van een schending van wetenschappelijke integriteit
Degene die veronderstelt dat de wetenschappelijke integriteit is geschonden, kan een klacht vertrouwelijk bespreken met de vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit of indienen bij het College van Bestuur of de Commissie Wetenschappelijke Integriteit.
De vertrouwenspersoon voor wetenschappelijke integriteit is prof. dr. W.J.M. van Genugten. Vragen en mogelijke klachten over wetenschappelijke integriteit kunnen tot hem worden gericht. Als de vertrouwenspersoon van mening is dat een klacht in der minne kan worden opgelost, zal hij proberen te bemiddelen en kan hij advies geven over het indienen van een klacht bij de commissie wetenschappelijke integriteit.
Een klacht indienen, inzake het vermoeden van een schending van wetenschappelijke integriteit, kan door een klacht te zenden aan het College van Bestuur of de Commissie Wetenschappelijke Integriteit. De Commissie Wetenschappelijke Integriteit onderzoekt de klacht en adviseert het College van Bestuur.
Klachten kunnen worden ingediend bij:
Tilburg University
Commissie Wetenschappelijke Integriteit
Kamer C125
Postbus 90153
5000 LE Tilburg
Of per e-mail: cwi@tilburguniversity.edu.
Het College van Bestuur van Tilburg University hecht grote waarde aan het door betrokkenen kunnen melden van vermoedens van schendingen van de wetenschappelijke integriteit.
Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University
Tilburg University zorgt voor een zorgvuldige procedure voor de beoordeling van de Klacht. Klachten kunnen anoniem worden afgehandeld. De Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University (versie 1 november 2019) richt zich op die zorgvuldigheid en beoogt de drempel voor het melden van vermoedens van schendingen te verlagen.
Voor klachten die voor 1 november 2019 zijn ingediend, geldt de regeling Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University (versie 2012).
Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI)
Samenstelling Commissie Wetenschappelijke Integriteit
De leden van de CWI zijn afkomstig uit alle faculteiten van Tilburg University. Een klacht of verzoek wordt behandeld door de voorzitter en twee leden. De samenstelling wordt per zaak bepaald.
Extern voorzitter |
|
Leden |
prof. dr. M.L. Antheunis (TSHD) prof. dr. E. Gijsbrechts (TiSEM) prof. dr. P.H.A.I. Jonkers (TST) prof. dr. R.A.J. van Gestel (TLS) prof. mr. M.A. Loth (TLS) prof. dr. T.E. Nijman (TiSEM) prof. dr. M.M.S.K. Sie (TSHD) prof. dr. mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai (TLS) prof. dr. M.J.P.M. van Veldhoven (TSB) prof. dr. J.K. Vermunt (TSB) prof. dr. J. de Vries (TSB) |
Ambtelijk secretaris |
werkzaam bij de afdeling Legal Affairs van de divisie Executive Services |
Secretariaat |
werkzaam bij de afdeling Legal Affairs van de divisie Executive Services |
Overzicht van de adviezen van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit
Hieronder zijn alle gevallen van aangemelde en ontvankelijk verklaarde klachten rondom wetenschappelijke integriteit die zich sinds 2015 hebben voorgedaan, geanonimiseerd gepubliceerd.
Nummer |
Klacht |
Advies |
2022-03 | Niet toepassen van hoor en wederhoor, de controleerbaarheid en omgang van bronnen en transparantie nevenwerkzaamheden |
deels bedenkelijk gedrag deels |
2022-02 | Vertrouwelijkheid boven transparantie |
Kennelijk ongegrond |
2022-01 | Ongefundeerde bevindingen en weigering rectificatie |
Ongegrond |
2021-03 | Communicatie over onderzoek en eigen expertise |
Ongegrond |
2021-01 | Ongefundeerde bevindingen en weigering rectificatie |
Ongegrond |
2020-03 | Plagiaat |
Gegrond |
2020-01 | Niet melden samenwerking |
Gegrond (verwijtbaar onzorgvuldig handelen) |
2019-01 |
Onzorgvuldig onderbouwen van kwalificatie onderzoeksobject |
Gegrond |
2018-02 |
Onjuist citeren, onjuist parafraseren, het vergeten van aanhalingstekens |
Gegrond |
2018-01 |
Kwaliteit statische analyse en wijze van openbare publicatie |
Ongegrond |
2016-02 |
Ten onrechte claimen van vermelding als auteur |
Gegrond |
2016-01 |
Niet vermelden als co-auteur |
Ongegrond |
2015-01 |
Verwijtbaar onzorgvuldig handelen betreffende bronverwijzingen |
Gegrond |
Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit
Advies over het aanvankelijk oordeel van het College van Bestuur (second opinion)kan worden verzocht aan het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI), een onafhankelijk adviesorgaan van de KNAW, VSNU en NWO. Zie ook het LOWI-reglement op www.lowi.nl.
Bekijk ook de infographic klachtprocedure wetenschappelijke integriteit
Beheer van onderzoeksdata
Leidend principe waar het gaat om het bewaren en toegankelijk maken van onderzoeksdata is controleerbaarheid en, eventueel, hergebruik/replicatie. De regeling onderzoeksdatamanagement geeft de visie weer van Tilburg University op het zorgvuldig behandelen, beheren en duurzaam beschikbaar houden van onderzoeksdata.
Nevenwerkzaamheden
De sectorale regeling nevenwerkzaamheden (juli 2017) maakt onderdeel uit van de cao Nederlandse Universiteiten en is een nadere uitwerking van artikel 1.14 cao NU. De procedure en afwijkingsmogelijkheden van de sectorale regeling door Tilburg University zijn hieronder aangegeven. In de “vragen en antwoorden Tilburg University bij de sectorale regeling nevenwerkzaamheden Nederlandse Universiteiten” is de regeling en procedure nader toegelicht.
Alle werknemers van Tilburg University en ook hoogleraren niet in loondienst (sommige bijzonder hoogleraren) die benoemd zijn door het College van Bestuur zijn op grond van de sectorale regeling nevenwerkzaamheden Nederlandse Universiteiten (SRN) verplicht hun nevenwerkzaamheden te melden en hiervoor toestemming te vragen. Ook als zij geen nevenwerkzaamheden hebben moeten zij dat melden.
Dit geldt bij Tilburg University in afwijking van artikel 7 van de SRN ook als het dienstverband of verblijf aan de universiteit korter dan 6 maanden is. Uit praktische overwegingen en transparantie vindt de universiteit het gewenst dat alle medewerkers en hoogleraren nevenwerkzaamheden bij indiensttreding c.q. benoeming melden ongeacht de lengte van het dienstverband/verblijf.
Dit geldt zowel voor nevenwerkzaamheden die de medewerker verricht voor aanvang van het dienstverband met Tilburg University, of voor aanvang van de benoeming tot hoogleraar door het College van Bestuur van Tilburg University, als voor nevenwerkzaamheden die na aanvang verricht gaan worden en eventuele wijzigingen binnen de bestaande nevenwerkzaamheden.
Registratie en aanvraag goedkeuring
Registratie van nevenwerkzaamheden, wijzigingen daarin en aanvraag goedkeuring verloopt online via My Employee Portal. Ook als werknemers geen nevenwerkzaamheden verrichten registreren zij dat online via My Employee Portal. Nieuwe werknemers moeten altijd binnen een maand na indiensttreding via “My Employee Portal” in het personeelssysteem melden of zij wel of geen nevenwerkzaamheden verrichten. Dit staat in de arbeidsovereenkomst c.q. de benoemingsbrief van een hoogleraar niet in loondienst.
Bij de melding geeft de werknemer/hoogleraar de instantie aan waarvoor hij de werkzaamheden verricht, het aantal uren dat hij aan de nevenwerkzaamheden besteedt, wat voor werkzaamheden het betreft en of de nevenwerkzaamheden bezoldigd of onbezoldigd zijn.
Nadat de werknemer een melding in My Employee Portal heeft gedaan, wordt een digitale workflow gestart waarbij de HR-adviseur de leidinggevende adviseert, en de leidinggevende vervolgens de directeur of decaan. De directeur of decaan neemt een beslissing omtrent de toestemming en eventuele voorwaarden. De werknemer krijgt hiervan vervolgens een melding. Het besluit over nevenwerkzaamheden van directeuren of decanen wordt genomen door het College van Bestuur.
De in My Employee Portal geregistreerde Engelstalige nevenwerkzaamheden van wetenschappelijk personeel waarvoor toestemming voor publicatie is gegeven, worden automatisch gepubliceerd op de Wetenschappelijke Profielpagina van de onderzoeker.
Sollicitatie- en P&TD gesprekken
Omdat de Nederlandse Universiteiten de transparantie van nevenwerkzaamheden uiterst serieus nemen, is de afgelopen jaren het toezicht hierop verscherpt en is de sectorale regeling nevenwerkzaamheden Nederlandse Universiteiten opgesteld. Met enige regelmaat wordt de juistheid van de gegevens op de profielpagina en de registratie in 'My Employee Portal' getoetst.
Van een leidinggevende wordt verwacht dat hij in het laatste stadium van de selectieprocedure, waarin ook wordt gekeken of partijen het arbeidsvoorwaardelijk eens kunnen worden, aftast of er nevenwerkzaamheden zijn waarover discussie zou kunnen ontstaan. Eventueel kunnen dan reeds afspraken gemaakt worden of de nevenwerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast is het onderwerp nevenwerkzaamheden een vast onderdeel van de Performance & Talent Development gesprekken. Tevens zal in afdelingsoverleggen hieraan regelmatig aandacht gegeven worden.
Vragen en antwoorden
Meer informatie is opgenomen in de regeling en de vragen en antwoorden Tilburg University bij de sectorale regeling nevenwerkzaamheden.
Klokkenluiden
Tilburg University hecht grote waarde aan het kunnen melden van vermoedens van misstanden waarbij een groot maatschappelijk belang in het geding is. Wanneer medewerkers, studenten, vertrouwenspersonen of overige betrokkenen het vermoeden van een misstand bij Tilburg University waarbij een groot maatschappelijk belang in het geding is willen melden, is daarvoor een heldere procedure. Deze procedure is omschreven in de Klokkenluidersregeling. Deze regeling biedt tevens bescherming van de melder tegen benadeling van zijn/haar positie ten gevolge van het klokkenluiden. De Klokkenluidersregeling is opgesteld om bij te dragen aan een integere en transparante organisatie en goed bestuur.”
Ongewenst gedrag
Tilburg University wil een sociaal veilige omgeving bieden aan bezoekers, studenten en medewerkers. Kortom, een cultuur scheppen waarin respect voor de ander uitgangspunt is, en bezoekers, medewerkers en studenten maximaal tot hun recht komen en zich kunnen ontplooien. Ongewenst gedrag, zoals seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie, kan een vijandige, intimiderende of onaangename werk- of studieomgeving scheppen, waardoor werk- of studieprestaties kunnen verslechteren.
Klachtenregling ongewenst gedrag en vertrouwenspersonen
De universiteit wil ongewenst gedrag voorkomen, en klachten hierover goed behandelen. Daarom is een klachtenregeling ongewenst gedrag vastgesteld, en zijn er vertrouwenspersonen benoemd ten behoeve van de eerste opvang voor personen die met ongewenst gedrag zijn geconfronteerd. Het College van Bestuur kan bij (vermeend) ongewenst gedrag passende maatregelen treffen. Sancties na ongewenst gedrag kunnen variëren van berisping tot ontslag of verwijdering van de opleiding of campus.
Actieve houding
Het is belangrijk om ongewenst gedrag aan te pakken. Van iedere medewerker, student en bezoeker wordt een actieve bijdrage verwacht: niet alleen met betrekking tot het eigen gedrag, maar ook door een waakzame houding aan te nemen tegenover elke vorm van ongewenst gedrag.
Om het ongewenste gedrag te stoppen is het belangrijk dat je dit gedrag benoemt en naar buiten brengt. Je kunt in contact treden met de persoon met wiens gedrag je een probleem hebt en proberen om samen tot een aanvaardbare oplossing te komen. Maar het kan ook zijn dat dat niet helpt of dat er drempels zijn om dat te doen. Dan kan je anderen inschakelen.
Ben je student, ga dan eens praten met een studieadviseur, opleidingscoördinator of studentendecaan. Ben je medewerker, spreek dan met je (naasthogere) leidinggevende of HR adviseur. De bijzondere situatie en vertrouwelijkheid van de klachten over ongewenst gedrag maken dat een bijzondere route gerechtvaardigd en wenselijk is. Medewerkers en studenten kunnen zich daarom ook met hun klachten wenden tot de vertrouwenspersoon.
Voor zaken die formeel niet rechtstreeks onder de klachtenregeling ongewenst gedrag vallen, kunnen studenten en medewerkers zich, afhankelijk van het probleem, wenden tot de examencommissie, decaan of het College van Bestuur met een klacht of het verzoek tot het treffen van een maatregel. Tijdens het formele onderzoek naar het ongewenst gedrag van een bepaalde persoon kun je een tijdelijke passende maatregel bij het College van Bestuur verzoeken, bijvoorbeeld om geen tentamen bij de persoon te hoeven doen tegen wie je een klacht hebt ingediend.
Een bezoeker die is lastiggevallen en die geen gebruik kan maken van de klachtenregeling ongewenst gedrag kan zich wenden tot de politie of het College van Bestuur.
Vertrouwenspersonen en ombudsfunctionaris
Vertrouwenspersonen
De vertrouwenspersonen kunnen helpen bij het oplossen van problemen en conflicten. Ook zijn ze aanspreekpunt voor medewerkers, studenten en bezoekers op de campus die te maken hebben met ongewenst gedrag zoals bijvoorbeeld seksuele intimidatie, pesten, agressie en geweld, of discriminatie. Verder zijn zij aanspreekpunt bij het vermoeden van een misstand of voor een medewerker die in conflict is gekomen waarbij de reguliere wegen niet tot een oplossing hebben geleid. Bekijk de webpagina over de vertrouwenspersonen voor meer informatie.
Ombudsfunctionaris werknemers
Als aanvulling op de bestaande hulpstructuur kun je als medewerker ook terecht bij de ombudsfunctionaris werknemers als er in de werksituatie een behoefte ontstaat voor onafhankelijk en onpartijdig advies, doorverwijzing of bemiddeling.
Code Dierproeven
Bij Tilburg University vinden geen dierproeven plaats.
Leidraad ontvangst relatiegeschenken
Naar aanleiding van de Gedragscode relatiegeschenken Dienst Facilitaire Bedrijven hebben directeuren van faculteiten en diensten gevraagd om een algemene code te maken voor het ontvangen van relatiegeschenken.
Hiervoor is onderstaande leidraad gemaakt. Als uitgangspunt geldt het CAO-artikel waarin staat dat:
"het de werknemer in zijn functie verboden is om vergoedingen, beloningen of geschenken aan te nemen, tenzij de werkgever hiermee instemt." (artikel 1.15 lid 1 CAO).
Deze richtlijn is een nadere concretisering van dit artikel voor Tilburg University.
Richtlijnen
-
Relatiegeschenken, die een medewerker uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld bij de leidinggevende.
-
De leidinggevende beslist of de medewerker het geschenk mag aanvaarden en behouden of dat het geschenk wordt afgestaan ten behoeve van de afdeling.
-
Voor acceptatie van een uitnodiging voor een evenement, dient de medewerker vooraf toestemming te krijgen van de leidinggevende. De waarde van het aangebodene dient in verhouding te staan tot de waarde van de bestaande relatie met de betreffende externe partij.
-
Het is niet toegestaan het relatiegeschenk, of de uitnodiging voor een evenement te aanvaarden van derden met wie er overleg- of onderhandelingssituaties gaande zijn.
-
Relatiegeschenken in de vorm van geld mogen niet geaccepteerd worden.
Toelichting
In artikel 1.15 van de CAO Nederlandse Universiteiten is het volgende vastgesteld: ''Het is de werknemer in zijn functie verboden vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen of te verzoeken. Het is de werknemer in zijn functie verboden vergoedingen, beloningen of geschenken aan te nemen, tenzij de werkgever hiermee instemt.'' Uitvoering van dit artikel hangt samen met de verantwoordelijkheid, zorgvuldigheid en integriteit van leidinggevenden en medewerkers. Als aanvulling op dit CAO-artikel zijn middels deze richtlijn voor ontvangst relatiegeschenken een aantal vuistregels vastgesteld. Daarbij is het uitgangspunt dat zorgvuldigheid betracht moet worden bij het aanvaarden van relatiegeschenken. Zo moet worden voorkomen dat er een (schijn van) belangenverstrengeling ontstaat.
Een medewerker dient elk ontvangen relatiegeschenk van enige waarde te melden aan zijn leidinggevende. In de regel zal de leidinggevende ermee instemmen dat de medewerker het geschenk aanvaardt of behoudt. De leidinggevende kan er ook voor kiezen dat het geschenk wordt afgestaan ten behoeve van de afdeling. Dit kan bijvoorbeeld als de betreffende medewerker regelmatig relatiegeschenken ontvangt, als de waarde van het geschenk hoog is, of omdat de relatie met de externe partij als het resultaat van teamwork kan worden gezien. De leidinggevende vindt dan een passende bestemming voor het geschenk binnen de eenheid.
Verder is, om (de schijn van) belangenverstrengeling tegen te gaan, bepaald dat een relatiegeschenk niet mag worden geaccepteerd van een derde waarmee Tilburg University nog in onderhandeling is.
Diensten of afdelingen die, door de aard van hun werk, relatief veel relatiegeschenken ontvangen, worden aangeraden om een registratie bij te houden van de relatiegeschenken. Door het melden en registreren van geschenken krijgt de eenheid zicht op het aantal keren dat een derde iets schenkt en of een medewerker incidenteel of vaker een geschenk ontvangt van steeds dezelfde of verschillende relaties. Inzicht hierin geeft de leidinggevende de mogelijkheid om, indien nodig, bij te sturen. Zo heeft de Dienst Facilitaire bedrijven een eigen verdergaande regeling.