eco friendly building

Aandeelhoudersgedrag reguleren om duurzaam ondernemen te stimuleren

Duurzaamheid is van levensbelang voor de toekomst van onze samenleving, maar het wordt steeds duidelijker dat veel duurzaamheidsinitiatieven ontoereikend zijn. Grote bedrijven moeten gestimuleerd worden hun aanzienlijke verduurzamingspotentieel te realiseren. Met hun controlerende bevoegdheden kunnen aandeelhouders hierin een belangrijke rol spelen. Weliswaar zijn meerdere wetgevingsinitiatieven gericht op duurzaam investeren en de rol van aandeelhouders als verantwoordelijk rentmeesters, maar de belangen van aandeelhouders en het effect van hun handelen zijn vaak onduidelijk en controversieel. Dit onderzoeksproject beoogt na te gaan of en zo ja, hoe aandeelhoudersgedrag merkbaar effect kan sorteren.

Inleiding

De afgelopen jaren is de druk op bedrijven om maatschappelijk verantwoord te ondernemen sterk toegenomen. In het Europese wetgevingsbeleid om duurzaam ondernemen te bevorderen is de aandacht verlegd van aandeelhoudersrechten naar aandeelhoudersverplichtingen, waarbij institutionele beleggers een sleutelrol spelen. Voorbeelden van deze verschuiving zijn de herziene Aandeelhoudersrechtenrichtlijn, diverse nationale stewardshipcodes en de Verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiële dienstensector. De aanname in Europees verband is dat duurzame financiële dienstverlening cruciaal is voor een duurzame economie en samenleving. De financiële sector moet in staat worden geacht kapitaal vrij te maken voor duurzame investeringen en daarenboven komt betrokkenheid van institutionele beleggers duurzaam ondernemen ten goede. In deze context verschaffen de Taxonomieverordening en de voorgestelde Richtlijn betreffende duurzaamheidsrapportages door ondernemingen de noodzakelijke betrouwbare, vergelijkbare en controleerbare duurzaamheidsinformatie die investeerders in staat stelt meer duurzame investeringsbeslissingen te nemen.

Mager bewijs

Maar of en in hoeverre institutionele beleggers daadwerkelijk kunnen bijdragen aan duurzaam ondernemen is verre van duidelijk. Sommige auteurs pleiten ervoor dat investeerders het voortouw nemen bij het verduurzamen van de hele markt, maar er zijn ook grote zorgen over investeerders en bedrijven die zich mogelijk bezondigen aan greenwashing. Zo zetten ondertekenaars van de Beginselen voor verantwoord investeren zich niet altijd in voor duurzaamheid en zijn groene investeringsfondsen vaak niet te onderscheiden van traditionele fondsen.

Uit enkele onderzoeken zou blijken dat aandeelhouders prosociaal kunnen zijn, en dit zou het heersende beeld dat aandeelhouders enkel geïnteresseerd zijn in financieel gewin kunnen doen kantelen, maar het bewijs hiervoor is vooralsnog te mager. Daar komt nog bij dat de groeiende maar bescheiden literatuur hoofdzakelijk gericht is op de VS en Europese aandeelhoudersrechten negeert.

Onderzoeksvraag

Veel aanvullend onderzoek is daarom nodig om de bestaande literatuur te verrijken met inzichten in de directe effecten van formele en informele handelingen van aandeelhouders op duurzaam ondernemen in Nederland. Dit project gaat die uitdaging aan om onder nauwgezette toepassing van een veelheid aan methoden antwoord te geven op de centrale onderzoeksvraag:

Hoe en in hoeverre kunnen aandeelhouders bijdragen aan duurzaam ondernemen en welke wetgevingsinitiatieven kunnen hen hiertoe aanzetten?

Omdat veel Europese initiatieven op het gebied van duurzaam ondernemen zijn geïntroduceerd nadat de NWO aan dit project onderzoeksfinanciering heeft toegekend maar voordat het van start is gegaan, strekt dit project zich ook uit tot de meest recente ontwikkelingen op dit gebied, waaronder het voorstel dat de Europese Commissie begin 2022 deed voor een Richtlijn betreffende zorgvuldigheidseisen voor duurzaam ondernemen.

Onderzoeker

 Dr. Anne Lafarre

Financiering

NWO Veni-talentprogramma

Recente projectontwikkelingen