Veni - Bart van der Sloot

Het recht om alleen gelaten te worden

Veni project - Bart van der Sloot: Kan privacy zo worden geherconceptualiseerd dat het ook bescherming biedt tegen ontwrichtende informatie over jezelf, de mogelijkheid biedt tot integratie daarvan en zo ja, wat zou dat inhouden?

Privacy wordt overwegend opgevat als het recht om door anderen met rust gelaten te worden. Het beschermt een individu tegen inbreuken op de privésfeer door overheden, bedrijven en medeburgers en richt zich op het recht om hen de toegang te ontzeggen tot iemands gegevens, lichaam of woning. In de datagestuurde omgeving is het feit dat anderen toegang hebben tot persoonlijke informatie echter slechts één zorg; even belangrijk is dat een persoon geconfronteerd kan worden met ongewenste informatie over zichzelf. Een foto kan een aspect van iemands verleden doen herleven (een experimentele gothic-fase; een anorexia-periode); een technologiebedrijf kan iemands prille zwangerschap afleiden nog voor zij die heeft en haar informeren via zwangerschapsgerelateerde advertenties; etcetera.

Regelmatig geconfronteerd worden met informatie over iemands verleden, heden en toekomst vormt een fundamentele uitdaging voor iemands vermogen om een identiteit te vormen en te behouden, wat afhangt van het vermogen om informatie over jezelf te selecteren en te prioriteren. Mijn hypothese is dat privacy weliswaar bedoeld is om identiteitsvorming te waarborgen, maar dat het huidige juridische paradigma onvoldoende is toegerust om de nieuwe soorten informatieconfrontaties aan te pakken die in de datagestuurde omgeving ontstaan.

Kan privacy opnieuw worden geconceptualiseerd zodat het ook bescherming biedt tegen, en de mogelijkheid biedt tot integratie van narratief-ontwrichtende informatie over zichzelf, en zo ja, wat zou dat inhouden? Door juridische doctrinaire methoden te combineren met interdisciplinaire normatieve analyse, zal ik het volgende conceptualiseren.

  1. Identiteitsvorming als het schrijven van een persoonlijk verhaal;
  2. De uitdagingen van identiteitsvorming in een datagestuurde omgeving;
  3. De bescherming die het huidige juridische paradigma biedt, en
  4. In hoeverre een herformulering van privacy het vermogen van het individu om aan identiteitsvorming te doen zou kunnen verbeteren.