Tilburg Law School

In Memoriam Willem Witteveen

Willem verheugde zich enorm op de reis naar Indonesië. Het ging er eindelijk van komen, na uitstel in de twee voorgaande jaren. Willem Witteveen, zijn echtgenote Lidwien Heerkens en hun dochter Marit zijn niet meer bij ons. Hun zoon en broer Freek blijft achter.

Sinds 1990 werkte Willem Witteveen als hoogleraar aan de Tilburgse rechtenfaculteit, in eerste instantie als leerstoelhouder encyclopedie van het recht. Later werd zijn leeropdracht specifieker op zijn persoon en passies afgestemd: rechtstheorie en retorica.

Willems wetenschappelijk werk, hoe divers ook, kan begrepen worden als zoekend naar de ordening van het recht; een ordening die niet steeds aanwezig is, dat wist Willem maar al te goed. Zijn unieke intellect werkte op originele en associatieve wijze. Hij liet je altijd op een andere manier kijken naar wat je meende waar te nemen. Als je een tekst van Willem had gelezen, was je weer en stap verder. In een recente bijdrage voor de Tilburg Law Review over Global Law vroeg hij op een voor hem typerende wijze aandacht voor een aloud dilemma: hoe voorkom je als jurist vol idealen dat je in een kramp van hulpeloosheid schiet? Hoe de waarden van de democratische rechtsstaat hoog te houden, als je met de harde kant van globalisering geconfronteerd wordt? In dit type vragen ligt de kern van zijn wetenschapsbeoefening besloten: Willem was vastberaden de volgende generatie te helpen bij de balanceer act die nodig is om de democratische rechtsstaat in de praktijk te waarborgen. De kracht van filosofie en literatuur als praktische inspiratiebronnen en de verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties stonden voorop. Daarbij hanteerde hij een pen die zeldzaam krachtig en gevoelig was. Zijn geschriften stonden dan ook vol met literaire en kunstzinnige metaforen, zoals het treffende ‘huis van de rechtsstaat’. Met onverwachte voorbeelden prikkelde hij studenten, aan wie hij boven alles de kunst van het debatteren wilde overdragen. Colleges van professor Witteveen konden, in de woorden van een student, iets magisch hebben. Voor zijn promovendi deed en betekende hij veel. Het beste naar boven halen in jonge mensen was misschien niet eens zozeer zijn bewuste streven, maar, mede daardoor, zijn grote verdienste.

Zijn inzet voor de facultaire en universitaire gemeenschap was niet aflatend en steeds bevlogen. Zo was hij lid van de Jury voor de Onderzoeksbeoordeling, lid van de commissie Cambridge Global Law Series, de initiator en voorzitter van de werkgroep voor de Montesquieu Lectures, vakgroepvoorzitter van Encyclopedie en Rechtsgeschiedenis, mede-initiatiefnemer van het Centrum voor Wetgevingsvraagstukken, geestelijke vader en founding dean van het programma Liberal Arts and Sciences en een van de drijvende intellectuele krachten achter zowel de Research Master als het Global Law initiatief van Tilburg Law School.

Zijn maatschappelijk engagement gaf Willem in de eerste plaats vorm door zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer, van 1999 tot 2007 en opnieuw sinds 2013. Daarnaast was hij actief voor de Academische Boekengids, het blad Socialisme & Democratie, Nexus, het Nederland Juristenblad en het tijdschrift RegelMaat, waarin hij jarenlang zijn vaste rubriek ‘Nomoi’ had. Zijn boek ‘De wet als kunstwerk’ dat hij vlak voor zijn vakantie nog had afgerond, is deels gebaseerd op zijn tientallen bijdragen voor deze rubriek en heeft maar liefst twee ondertitels: ‘Een andere filosofie van het recht’ en ‘Hoe de filosofen onze wetgevers de maat nemen’. Telkens is een klassieke politiek-theoretische tekst het uitgangspunt voor een verkenning van de vraag wat deze tekst in de context van de tijd betekende en wat deze tekst, vertaald naar de wetgevingspraktijk van tegenwoordig, nog zou kunnen betekenen. Als voorvechter van het gebruik van klassieke teksten was Willem ook nauw betrokken bij de vertaling van Montesquieu’s ‘Over de geest van de wetten’ en de net verschenen vertaling van Hegels ‘Hoofdlijnen van de rechtsfilosofie’.

Willem Witteveen alleen als academicus te herdenken en vooral zijn belang voor de Tilburgse academische gemeenschap te benadrukken, zou echter al te beperkt zijn. In zijn werk, handelen en opstelling naar collega’s toe, was altijd de mens Willem aanwezig: bijzonder discreet, niet heel spraakzaam en toch steeds op zoek naar de ander. Luisterend, adviserend, stimulerend. Maar vooral kon Willem mensen echt raken door zijn persoonlijkheid, door zijn ‘zijn’. De aristocratie van zijn intellect was onlosmakelijk verbonden met zijn humaniteit, zijn mildheid, zijn vriendelijkheid. Niet dat Willem een doetje was, integendeel. Hij had ferme standpunten, maar was toch verdraagzaam. De ene eigenschap zette de andere in de verf: zo’n bijzonder denktalent en toch zo bescheiden. Willem was een hartverwarmende en veelzijdige collega, jegens wie wij in al ons verdriet veel dankbaarheid voelen. Wat een spiegel werd ons voorgehouden en wat zullen we zijn voorbeeld missen.

Namens alle collega’s,

prof. dr. Corien Prins, decaan Tilburg Law School

prof. dr. Anne Meuwese, voorzitter, departement Public Law, Jurisprudence & Legal History