Department Sociology

NELLS: de Nederlandse Levensloopstudie

NELLS is het wetenschappelijk onderzoek naar de leefsituatie en meningen van mensen tussen de 15 en 45 jaar in Nederland.

In 2009 en 2010 deden meer dan 5000 Nederlanders mee aan de eerste ronde van het onderzoek. In de eerste helft van 2013 vindt de tweede ronde van NELLS plaats.

NELLS is een gezamenlijk project van onderzoekers van de universiteiten van Tilburg, Nijmegen en Amsterdam en wordt grotendeels gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Waarom wordt de Nederlandse Levensloopstudie uitgevoerd?

Het onderzoek wordt uitgevoerd om meer te weten te komen over de leefsituatie van de bevolking en om te weten te komen welke meningen er bij mensen in Nederland leven.

In hun levensloop maken mensen vaak, maar lang niet altijd, in korte tijd veel zaken mee: van het verlaten van het ouderlijk huis tot het krijgen van kinderen, van het afronden van een opleiding tot het vinden van een baan. De onderzoekers willen deze zaken in de levenslopen en hun samenhang met het sociale leven en welbevinden voor de inwoners van Nederland in kaart brengen. Daarnaast zijn we benieuwd naar de gevolgen van deze gebeurtenissen voor bijvoorbeeld de opvattingen die mensen erop na houden. Daarom wordt aan 5000 Nederlanders gevraagd aan de Nederlandse Levensloopstudie mee te doen.

Het onderzoek richt zich speciaal op mensen tussen 15 en 45 jaar. De vragen uit het onderzoek hebben betrekking op een aantal belangrijke onderwerpen:

  • onderwijs, werk en vrije tijd
  • familie en vrienden
  • hobby's en sport
  • televisie en internet
  • partner, gezin en kinderen
  • woonsituatie en buurt
  • clubs en verenigingen
De onderzoekers

NELLS werd geleid door een team van vijf onderzoekers die werken bij de departementen Sociologie van de universiteiten van Tilburg en Nijmegen:

Paul de Graaf (Tilburg)

Gerbert Kraaykamp (Nijmegen)

Jochem Tolsma (Nijmegen)

Matthijs Kalmijn (Amsterdam UvA)

Christiaan Monden (Oxford)

Eerste Nederlandstalige publicatie

De gegevens van de eerste ronde van het onderzoek zijn sinds midden 2011 beschikbaar.

Het artikel verscheen in het december nummer van Bevolkingtrends (2011): "Sociaal-culturele verschillen tussen Turken, Marokkanen en autochtonen: eerste resultaten van de Nederlandse LevensLoop Studie (NELLS)"

Hieronder het persbericht over een van de eerste publicaties op basis van deze gegevens:

Turkse en Marokkaanse Nederlanders lijken steeds meer op autochtonen

Tweede generatie Nederlandse Turken en Marokkanen lijken wat betreft normen en waarden en de beoordeling van de kwaliteit van het leven steeds meer op autochtone Nederlanders. Wel blijven zij de voorkeur geven aan sociale contacten met de eigen groep, wat integratie belemmert. Dat stelt nieuw onderzoek naar de sociaal-economische verschillen tussen Turkse, Marokkaanse Nederlanders en autochtonen.

Paul de Graaf, Matthijs Kalmijn (Tilburg University), Gerbert Kraaykamp (Radboud Universiteit Nijmegen) en Christiaan Monden (University of Oxford) onderzochten in 2010 5312 Turkse en Marokkaanse Nederlanders en autochtonen tussen 15 en 45 jaar naar hun sociale contacten, verenigingsdeelname, vrijetijdsbesteding, normen en waarden, levenstevredenheid en politieke voorkeuren. Tot voor kort ging de focus van onderzoek naar minderheden in Nederland vooral uit naar hun onderwijs-, arbeidsmarkt- en inkomenspositie. Door nu over een langere periode onderzoek te doen naar sociaal-culturele verschillen hopen de onderzoekers een beter beeld te krijgen van deze groepen.

Opvallend zijn de steeds groter wordende verschillen tussen de eerste en tweede generatie Turkse en Marokkaanse Nederlanders.  Zo is de tweede generatie actiever in elitaire sporten (hockey en tennis), leest meer boeken, kijkt vaker naar de Nederlandse tv, gebruikt meer de pc en bezoekt vaker Nederlandstalige en Engelstalige websites.

Dit wijst op ontwikkeling van integratie. Maar sportbeoefening in het algemeen, het deel nemen aan verenigingen, uitgaan (musea en theater), kranten lezen en gebruik van sociale media blijft nog steeds achter bij autochtone Nederlanders. Ook beperken de sociale contacten zich tot eigen buurt, familie en groep; er is wantrouwen ten opzichte van de mensen en instellingen daarbuiten.

De wetenschappers stellen dat de ontwikkelingen overeenkomen met de gevolgen van het moderniseringsproces dat minder traditioneel worden inhoudt: het waardenpatroon van inwoners van armere landen is conservatiever dan het waardenpatroon in rijkere landen vanwege de economische afhankelijkheid van elkaar. Met de mogelijkheid van andere behoeften, zoals persoonlijke ontplooiing verschuiven die waarden.

Ze stellen dat de tweede generatie Turkse en Marokkaanse Nederlanders steeds meer op autochtonen gaan lijken vanwege culturele integratie. Maar doordat ze nog niet echt veel mengen met leden van buiten hun groep, verloopt de integratie nog niet soepel. Dat heeft niet alleen te maken met eigen voorkeuren maar ook met de afwijzende houding van de autochtone bevolking en mogelijk ook met de sociale druk van de eerste generatie die waarde hecht aan het onderhouden van contacten met de eigen groep.