Oefenrechtbank

Hoe is de oefenrechtbank opgebouwd?

De Oefenrechtbank bestaat uit hoor- en werkcolleges, pleittrainingen en een eindpresentatie. Het vak wordt gegeven in het tweede semester.

Het algemene deel (hoor- en werkcolleges)

Het Algemeen Deel bestaat voor studenten uit de bachelor rechtsgeleerdheid uit één hoorcollege en twee werkcolleges. Het eerste hoorcollege wordt verzorgd door gastdocenten. Voor studenten Fiscaal Recht zijn er een of twee hoorcolleges, gevolgd door een bezoek aan de rechtbank, en eveneens twee werkcolleges.

Na afloop van de werkcolleges van het Algemene Deel ontvangen alle studenten een casus waarmee zij aan de slag gaan in het Bijzondere Deel.

Het bijzondere deel (werkcolleges en pleittrainingen)

In het bijzondere deel volg je werkcolleges en pleittrainingen.

De werkcolleges worden gegeven door docenten van verschillende departementen. Tijdens de werkcolleges worden instructies gegeven over:

  • Het samenstellen van een argumentenlijst
  • Het schrijven van een pleitnota (bij Fiscaal recht: het beroep- of verweerschrift)
  • Het opstellen van de pleitnotities.

De werkcolleges kunnen bestaan uit gemeenschappelijke of individuele gesprekken met je docent. Tijdens deze gesprekken wordt feedback gegeven op de schriftelijke stukken die je hebt geschreven.

Eindpresentatie

Uiteindelijk wordt de Oefenrechtbank afgesloten middels een eindpresentatie in de maand mei.

Dubbel pleiten

Het kan voorkomen dat een aantal van de deelnemende studenten dubbel dient te pleiten. Dit betekent niet meer dan dat de student twee keer zal moeten optreden. Dus geen nieuwe casus, geen nieuwe rechtsvraag, geen andere positie in het geding, maar alleen de toga aanhouden en de eigen zaak met een andere tegenpleiter nog eens bepleiten. De beste poging telt!