Language Buddy System

"De grenzen van mijn taal betekenen de grenzen van mijn wereld"

- Ludwig Wittgenstein -

Europees Referentiekader

Het Language Center omschrijft de doelstellingen van de taalcursussen volgens het gemeenschappelijk Europees Referentiekader (ERK)

Dit is ontwikkeld door de Raad van Europa (Council of Europe). 

Het ERK, in het Engels Common European Framework of Reference (CEFR ) is een vastgesteld Europees raamwerk van niveauomschrijvingen voor moderne vreemde talen. Het geeft een uitgebreide en precieze beschrijving van de beheersing van een taal, verdeeld in zes vaardigheidsniveaus. Een beknopte versie van het ERK vind je hieronder:

Beginnend taalgebruiker

A1

Kan vertrouwde, alledaagse uitdrukkingen en elementaire zinnen over concrete behoeften begrijpen en gebruiken. Kan zichzelf en anderen voorstellen en kan vragen over persoonlijke gegevens stellen en beantwoorden (zoals waar iemand woont, mensen die men kent en dingen die men heeft). Kan op een eenvoudige manier communiceren, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen.

A2

Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken van direct belang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk). Kan communiceren in simpele en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling over vertrouwde en alledaagse kwesties vereisen. Kan in eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond, de onmiddellijke omgeving en kwesties op gebied van directe behoeften beschrijven.

Onafhankelijk taalgebruiker

B1

Kan de hoofdpunten begrijpen van standaard communicatie over vertrouwde onderwerpen die regelmatig voorkomen op het werk, op school, in de vrije tijd, etc. Kan omgaan met de meeste situaties die zich plegen voor te doen tijdens een reis door het gebied waar de taal gesproken wordt. Kan eenvoudige, coherente teksten produceren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die tot de persoonlijke belangstellingssfeer behoren. Kan ervaringen, gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities beschrijven en beknopt redenen of uitleg geven voor meningen en plannen.

B2

Kan de kerngedachten van complexe teksten over concrete en abstracte onderwerpen begrijpen, ook van technische discussies in zijn/haar specialisatie. Kan zo vlot en spontaan communiceren dat de regelmatige interactie met moedertaalsprekers voor geen van beide partijen lastig is. Kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen. Kan een standpunt uiteenzetten over een bepaald thema en daarbij voor- en nadelen en verschillende opties aangeven.

Vaardig gebruiker

C1

Kan moeilijke, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen. Kan impliciete betekenis herkennen. Kan zichzelf vlot en spontaan uitdrukken, zonder al te duidelijk naar woorden te zoeken. Kan de taal flexibel en efficiënt aanwenden voor sociale, academische en professionele doelen. Kan duidelijke, goed gestructureerde, gedetailleerde teksten produceren over complexe onderwerpen, met een weloverwogen tekstopbouw, een duidelijke samenhang en goed gebruik van verbindingswoorden.

C2

Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij/zij hoort of leest. Kan informatie van gesproken of geschreven bronnen samenvatten en op een coherente manier argumenten en uiteenzettingen reconstrueren. Kan zichzelf spontaan, erg vlot, precies en genuanceerd uitdrukken, ook in meer complexe situaties.