woman with camera

Herdenking 22 studenten die vielen in verzet tegen de bezetting of door uitputting

Published: 01 mei 2023 Laatst bijgewerkt: 01 mei 2023

22 plaatsen in de collegebanken van de Roomsch Katholieke Handelshoogeschool bleven leeg na de Tweede Wereldoorlog. 22 Studenten die slachtoffer waren geworden van het naziregime, doordat zij zich verzet hadden, gefusilleerd werden, of overleden door uitputting en ziekten. De Tilburgse Studentencorps St. Olof eerde hen in 1945 na de bevrijding met een gedenkboekje: ‘In Memoriam Fratrum’. ‘Door stil te staan bij degenen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid en hen te herdenken, hoop ik dat mensen inzien dat het niet vanzelfsprekend is’, zegt de huidige Praeses van het Tilburgse Studenten Corps St. Olof, Siebold Klasen.

Tachtig jaar geleden, na vele nationale staking- en sabotageacties (tegen ontslag van joodse docenten bijvoorbeeld) eiste de bezetter in 1943 dat alle Nederlandse studenten een loyaliteitsverklaring zouden ondertekenen. In deze verklaring dienden zij te beloven dat ze zich “onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk [...] gerichte handeling.” De eerder opgerichte ondergrondse Raad van Negen (de negen universiteiten en hogescholen in die tijd) vertegenwoordigde de 15.000 studenten. Mannelijke studenten die niet tekenden, beschouwden de Duitsers als werkloos en zij zouden dan de arbeidsinzet in moeten, gedwongen werk in Duitsland. Ondanks dit dreigement, adviseerde de Raad om niet te tekenen.

Moed houden

Een overgrote meerderheid van de ongeveer 400 studenten in Tilburg volgde de oproep op, en meldde zich ook niet voor de te werkstelling. St. Olof had zichzelf opgeheven, omdat het corps weigerde joodse medestudenten uit te stoten uit de vereniging. Martinus Cobbenhagen, oprichter van Tilburg University, en oud-rector, dacht in dezelfde lijn als de Raad van Negen. En ook hij kreeg het te verduren: de nazi’s interneerden hem in Haaren vanwege de afwijzende houding van de hogeschool jegens de Duitse bezetter. Hij ondersteunde de studenten in verzet: in een brief aan een van hen, Nico van Kerkoerle adviseert hij: “moed te blijven houden en te blijven strijden voor Nederland, de vrijheid en te blijven geloven in God.”

Een student die weigerde stelde niet alleen zijn eigen leven in de waagschaal, maar ook dat van zijn familie. Veel studenten zaten al in het verzet, als koerier of ze zetten zich in bij het vervalsen en verspreiden van documenten bijvoorbeeld en hielpen om joden onderduiken.

‘Waarachtig Nederlander’

Dat 22 jongemannen niet terugkeerden na de oorlog zal in gat hebben geslagen in de kleine gemeenschap. In het gedenkboekje krijgen de alle overleden studenten stuk voor stuk een gezicht. Zoals de bovengenoemde Nico van Kerkoerle, geboren en getogen in Tilburg, een sportieve jongeman, wiens leven net als dat van anderen ineens op zijn kop stond. Maar hij kon de bezetter niet zijn gang laten gaan. Voor 1943 hielp hij al krijgsgevangenen ontsnappen en terugkeren naar huis en zorgde voor de verspreiding van distributiebonnen voor onderduikers. De loyaliteitsverklaring weigerde hij te ondertekenen, hij meldde zich niet voor de Arbeitseinsatz en daarop moest hij zelf onderduiken. Ondanks alles wist hij zijn kandidaatsexamen af te ronden. Maar de volgende dag werd hij gearresteerd. De Duisters stuurden hem van kamp naar kamp. In 1945 overlijdt hij in Neuengamme aan tyfus.

 

Tekst gaat verder oder afbeelding

Herdenkingsmonument Niek van Kerkoerle

In het herdenkingsboekje schrijven de studenten over hem: ‘Niek, je bent nu van ons heengegaan en wij allen zullen je missen. In de eerste plaats je ouders, die in jou hun hoop en hun trots, hun beste zoon verloren. Maar ook wij, je studiegenoten en vrienden en allen die je gekend hebben. (…) we kunnen je nagedachtenis niet beter eren dan door te trachten het voorbeeld, dat jij ons gegeven hebt na te volgen, want jij was een echt katholiek, in de volste betekenis van het woord en een waarachtig Nederlander.’

Mensen in veiligheid brengen

Of neem bijvoorbeeld Marius van den Wildenberg, die zich met een vriend André Vissers verdienstelijk in de oorlogsjaren maakte: zij besloten samen tot het uitgeven van valse persoonsbewijzen aan jongens in Haaren, die net als zij de leeftijd hadden om in Duitsland tewerkgesteld te worden. Met het verstrekken van valse papieren brachten Marius en André ook vele onderduikers en verzetsmensen in het dorp tijdelijk in veiligheid. 

Ze stalen de administratie en het bevolkingsregister uit het gemeentehuis in Haaren en begroeven deze in een kippenkooi. “Eerst wordt nu overgegaan tot het begraven van de 'Haarense bevolking'; de stoffige registers, vindplaatsen van kostbare gegeven voor Gestapo en handlangers, worden in de gereedgemaakte kuil gestampt … Om beurten graven we in het licht van de nu snel opkomende maan; het gekras en gebonk van de scherpe spade klinkt hol in de harde grond. Daarna staan we met vieren te dansen op de plaats waar de Haarense bevolking – laten we hopen in vrede – rust.” Marius wordt gearresteerd en komt in verschillende kampen terecht waar hij sterft aan uitputting. Ook Vissers overlijdt in een kamp, Buchenwald.

Weigering loyaliteitsverklaring te tekenen

En zo eren de leden van het corps alle 22 gevallenen, met een herinnering, een overweging, die ze plaatsen met een pasfoto. Gewone jongens met een kaarsrechte scheiding in het haar, met dassen en in pak, vol activiteiten en met een toekomst voor ogen. Frans, Hans, Gérard, Guus, Theo, Wim, Frits, Charles, Jacques, Nico, Piet, Henk, Adriaan, Geert, Frans, Jan, Hans, René, Nico, Marius, Leo, Wiel. De redactie van het boekje heeft als doel: “om in ons de herinnering levendig te houden aan hen, die zich als consekwente idealisten offerden en aan de grote verantwoordelijkheid die voor ons uit hun offers voortvloeit.’

Cobbenhagen, voegt er in de inleiding aan toe: ‘Om de gerechtigheid zijn zij gestorven, om de gerechtigheid en haar vervulling in eigen leven en in het leven der gemeenschap zullen wij moeten strijden en ook onze levenskrachten moeten geven in deze tijd, in deze omstandigheden.’

Van de 15.000 studenten tekenden slechts 200 de verklaring. De bezetter arresteerde vervolgens 3.500 weigeraars, die naar Duitsland zouden worden gestuurd. De overige weigeraars doken onder.

Door stil te staan bij degenen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid en hen te herdenken, hoop ik dat mensen inzien dat het niet vanzelfsprekend is

Herdenking met Praeses en decaan

Tachtig jaar na de weigering om de loyaliteitsverklaring te ondertekenen, reageert de huidige Preases van St. Olof, Siebold Klasen: ‘Studenten die destijds studeerden in Tilburg, werden in beginsel ook lid van Olof. Onder andere Ruud Dekkers, Praeses Senatus gedurende de oorlogsjaren, riep hen op om zich te verenigen en niet te zwichten voor de Duitse bezetting.

Als ik de verhalen lees van de 22 gesneuvelde Olof-leden kan ik niet anders dan respect hebben voor hun daden en moed. Dezer dagen is het voor het merendeel van onze samenleving niet in te beelden hoe men zich destijds moet hebben gevoeld. De verhalen zullen mij altijd bijblijven. Daarentegen kan ik mij niet voorstellen hoe het geweest moet zijn om geconfronteerd te worden met de keuze tussen loyaliteit aan de Duitse macht enerzijds en het verzet anderzijds. Logischerwijs kan ik nu niet beloven dat ik in verzet zou gaan, hoe graag ik dat ook wil. Ik denk dat veel studenten en jongeren niet beseffen wat vrijheid destijds betekende en de verschillen met hoe we het nu interpreteren. Men neemt vaak voor lief dat er veel kan en mag. Door stil te staan bij degenen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid en hen te herdenken, hoop ik dat mensen inzien dat het niet vanzelfsprekend is.’

Klasen zal samen met decaan Marike Knoef van de Tilburg School of Economics and Management een krans leggen bij de gedenkwand op 4 mei.

(Door Tineke Bennema)

Bronnen

www.monumentvoordevrijheid.nl

Uitgave Viking van Tilburgsche Studentencorps St. Olof, 1945, In Memoriam Fratrum.

De Gedenkwand voor gevallen studenten bevindt zich in Cobbenhagen-gebouw.