Tilburg University logo statue

Interactie tussen wetenschap,

praktijk en zorgvraag

Op zoek naar betekenisvolle profielen van jongeren die te maken krijgen met de jeugdreclassering. Een latente klassenanalyse en Delphi-studie

Published: 03 januari 2023 Laatst bijgewerkt: 11 januari 2023

Prof. dr. Ch. Van Nieuwenhuizen

Sinds 2008 is de jeugdcriminaliteit aanzienlijk afgenomen. De veronderstelling is dat een persoonsgerichte benadering met gerichte screening op risico- en beschermende factoren en het inzetten van erkende gedragsinterventies hebben bijgedragen aan deze daling. Hoewel het aantal jongeren dat een delict pleegt daalt, is het wapengebruik en de ernst van delicten toegenomen en tegelijkertijd staan minder jongeren onder toezicht van de jeugdreclassering. Een actueel en diepgaand beeld van de doelgroep van de jeugdreclassering is noodzakelijk om te achterhalen wat de invloed van deze veranderingen is op de risico- en beschermende factoren van jongeren met een reclasseringsmaatregel en of het bestaande palet aan begeleidingsvarianten aansluit bij de huidige populatie. De richtlijnen voor huidige begeleidingsvarianten van de jeugdreclassering zijn namelijk voor het laatst opgesteld in 2012. Hierbij kan de vraag worden gesteld in hoeverre deze begeleidingsvarianten nog aansluiten bij de huidige doelgroep van jongeren die onder toezicht staan van de jeugdreclassering. Het is daarom belangrijk om goed zicht te krijgen op de profielen van risico- en beschermende factoren van jongeren die onder toezicht staan van de jeugdreclassering, hoe deze profielen verschillen van andere doelgroepen in de jeugdstrafrechtketen en welke begeleidingsvarianten en interventies passend zijn voor de huidige doelgroep van de jeugdreclassering.

Om inzicht in de problemen en kenmerken van de jongeren in de jeugdstrafrechtketen te krijgen, zijn al verschillende studies uitgevoerd. De profielen in de meeste studies zijn gebaseerd op risicotaxatie-instrumenten. Wat opvalt is dat er minimaal twee profielen gevonden worden, namelijk een profiel met lage risico’s en een profiel met hoge risico’s. Hierbij is het percentage jongeren in een laag of hoog risicoprofiel afhankelijk van wanneer in de jeugdstrafrechtketen het risicotaxatie-instrument is gescoord. Hoe eerder in de jeugdstrafrechtketen afgenomen, hoe groter het percentage jongeren met een laag risicoprofiel en hoe verder in de jeugdstrafrechtketen afgenomen, hoe kleiner het percentage jongeren met een laag risicoprofiel. In elke fase van de jeugdstrafrechtketen kunnen profielen worden geïdentificeerd op basis van risico- en beschermende factoren; het percentage jongeren met een laag en hoog risico verschilt per fase.

Een nadeel van de eerdere studies naar profielen in Nederland is dat deze in een specifieke doelgroep in de jeugdstrafrechtketen zijn onderzocht zoals jongeren met een Halt-afdoening, jongeren opgenomen in een gesloten kliniek, jongeren met een PIJ-maatregel. In deze studies is enkel een vergelijking gemaakt tussen jongeren met lage en hoge risicoprofielen binnen de onderzochte doelgroep. Wat nog mist, is een gedegen studie die verschillen tussen doelgroepen in de jeugdstrafrechtketen in kaart brengt. Wanneer bijvoorbeeld onderzocht wordt hoe jongeren met een hoog risicoprofiel in een gesloten kliniek verschillen van jeugdige verdachten met een hoog risicoprofiel, geeft dit veel meer informatie over wat dit dan betekent voor de benodigde zorg. Het vergelijken van doelgroepen met elkaar kan echter alleen als dezelfde instrumenten gebruikt zijn. Dit is de kracht van het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen: door het gebruik van dezelfde instrumenten en dezelfde methoden kunnen de verschillen en overeenkomsten in kaart worden gebracht. Met het tegelijkertijd identificeren van profielen bij verschillende doelgroepen kan een belangrijke stap voorwaarts worden gezet in de zorg en begeleiding van jongeren namelijk richting een landelijke, uniforme en effectieve methodiek voor de jeugdreclassering.

Dit project heeft dan ook twee doelen:

  • het identificeren van profielen van risico- en beschermende factoren bij jongeren die onder toezicht staan van de jeugdreclassering en deze te vergelijken met jongeren met een taakstraf of een Halt-afdoening
  • te onderzoeken welke begeleidingsvarianten en interventies passend zijn voor de huidige doelgroep van de jeugdreclassering.

Ad 1. Identificeren en vergelijken van profielen.
Door de groepen te vergelijken, kunnen de verschillen in ernst van de problematiek onderzocht worden en overeenkomsten tussen de groepen in kaart gebracht worden. Het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) is uitermate geschikt om het doel van dit project te beantwoorden omdat de instrumenten die gebruikt worden door de hele jeugdstrafrechtketen op elkaar afgestemd zijn. Dit betekent dat hoe verder iemand in de keten zit, hoe meer informatie beschikbaar is. Om de profielen van risico- en beschermende factoren bij jongeren die onder toezicht staan van de jeugdreclassering en jongeren met een taakstraf te identificeren, wordt gebruik gemaakt van het risicotaxatie-instrument Ritax A en de verdiepende vragen van Ritax B om de kenmerken van de jongeren in de profielen te beschrijven.

Ad 2: Onderzoeken van passende begeleidingsvarianten en interventies.
Het tweede doel van het project is om samen met experts - met behulp van een online Delphi-methode - te onderzoeken hoe de bestaande begeleidingsvarianten en interventies aansluiten bij de gevonden profielen. De kracht van de Delphi-methode is dat het een gestructureerde werkwijze is waarbij, door middel van een serie rondes, de mate van consensus onder een groep experts kan worden vastgesteld. Juist door deze herhaalde rondes, en de nadruk op consensus, wordt de wenselijkheid en noodzaak van aanpassingen in de bestaande begeleidingsvormen en interventies van de jeugdreclassering in kaart gebracht.