Tilburg University promotie PhD Defense

Promotie F. Tromp

Datum: Tijd: 13:30 Locatie: Aula

Misbruik van recht in de Europese btw

  • Locatie: Cobbenhagen building, Aula
  • Promotores: prof. dr. G.J. van Norden, prof. dr. H.W.M. van Kesteren

Wij bieden voor onze ceremonies nog steeds een livestream aan. 

Livestream

Publiekssamenvatting

Onderzoeksvraag

De probleemstelling van dit onderzoek is: welke plaats heeft misbruik van recht in het palet van rechtsinstrumenten om ongewenste btw-besparing te bestrijden en welke functies heeft misbruik van recht in verband met het neutraliteitsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel?

Aanleiding voor het onderzoek

In de btw-rechtspraak zijn twee instrumenten aan te treffen waarmee ongewenste btw-besparing kan worden tegengegaan: de economische realiteit en misbruik van recht.

Beide instrumenten zijn gericht op de gelijke btw-behandeling van soortgelijke goederen en diensten (het zogeheten neutraliteitsbeginsel). Beide instrumenten vormen echter ook een inbreuk op de rechtszekerheid van de belastingplichtige.

De Europese rechtspraak en de literatuur maken niet duidelijk wanneer misbruik van recht gezien deze beginselen het meest geschikte instrument is om ongewenste btw-besparing tegen te gaan en waar dus de grenzen liggen van dit instrument. Het onderzoek richt zich vooral op deze vraag.

Onderzoeksmethode

Het onderzoek is uitgevoerd door een vergelijking van uitspraken van het Europese Hof van Justitie waarin de economische realiteit of misbruik van recht is toegepast. Deze rechtspraak is getoetst aan het neutraliteitsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Daarnaast is literatuur geanalyseerd. De bevindingen uit dit onderzoek zijn toegepast op de Nederlandse btw-rechtspraak over btw-besparende structuren.

Belangrijkste conclusies

Aangezien de btw geregeerd wordt door Europees recht moet de btw in alle lidstaten van de Europese Unie op dezelfde manier worden geheven (het neutraliteitsbeginsel). De economische realiteit is het instrument om dat te bereiken. Toepassing van de economische realiteit betekent dat de transactie tussen de betrokken partijen voor de btw een eigen objectieve aard en inhoud krijgt, waarbij zo nodig wordt afgeweken van het nationale privaatrecht.

Het rechtszekerheidsbeginsel beperkt de toepassing van de economische realiteit tot de vaststelling van de objectieve aard en inhoud van de transactie. Een verder gaande ingreep, zoals het schrappen van (transacties met) een partij uit een keten van transacties, kan vanwege het neutraliteitsbeginsel nodig zijn. Een dergelijke ingreep kan vanwege de rechtszekerheid echter alleen plaatsvinden met misbruik van recht. Voor misbruik van recht moet namelijk worden bewezen dat het wezenlijke doel van de transacties een btw-voordeel is. Ook moet dan worden bewezen dat dit btw- voordeel in strijd is met de bedoeling van de btw-regelgeving. Misbruik van recht heeft dus twee functies: een vangnetfunctie ten aanzien van het neutraliteitsbeginsel en een rechtsbeschermende functie ten aanzien van het rechtszekerheidsbeginsel. Misbruik van recht werkt echter niet meer als de btw-besparing wordt veroorzaakt door een onjuiste omzetting van het Europese btw-recht in nationaal recht.

Voor het Nederlandse btw-recht betekent dit het volgende. Btw-besparende structuren die gekenmerkt worden door het berekenen van een lage prijs (lageprijsmodel) kunnen het best met de economische realiteit bestreden worden. Btw-besparende structuren die gekenmerkt worden door het tussenschuiven van een subject tussen twee partijen (tussenschuifmodel) moeten met misbruik van recht bestreden worden.