Tilburg University promotie PhD Defense

Promotie M.D.J. van der Wulp

Datum: Tijd: 13:30 Locatie: Aula

Vastgoedtransacties in de Europese btw

  • Locatie: Cobbenhagen building, Aula
  • Promotores: prof. dr. H.W.M. van Kesteren, prof. dr. G.J. van Norden

Wij bieden voor onze ceremonies nog steeds een livestream aan. 

Livestream

Samenvatting proefschrift

Onderzoeksvraag

Hoe vindt de belastingheffing van vastgoedtransacties in de Europese btw plaats op grond van het geldende recht en hoe behoort zij plaats te vinden op grond van het wenselijke recht?

Reden voor / belang van het onderzoek

In de Europese btw geldt als regel dat de levering en verhuur van vastgoed is vrijgesteld van btw-heffing. Op die regel bestaan echter tal van uitzonderingen, waarvan er sommige verplicht zijn en andere ter keuze van de EU-lidstaten. De toepasselijkheid van een btw-vrijstelling heeft als gevolg dat geen recht op btw-aftrek bestaat. Die niet-aftrekbare btw leidt tot cumulatie van btw-heffing indien de afnemer van de btw-vrijgestelde vastgoedtransactie btw-belaste activiteiten verricht. Het vrijstellen van vastgoedtransacties kan ook leiden tot een inbreuk op het rechtskarakter van de Europese btw. Dit is het geval indien het eindverbruik van het geleverde vastgoed of van een verrichte verhuurdienst niet (volledig) wordt belast.

Door de Europese Commissie is in 2010 aangekondigd dat een herbezinning op de btw-vrijstellingen nodig is. In dit onderzoek is hiertoe een aanzet gegeven door na te gaan of en, zo ja, in hoeverre de bestaande btw-vrijstellingen voor vastgoedtransacties juridisch-dogmatisch gezien wenselijk zijn. Hierbij is ook aandacht besteed aan nog niet eerder onderzocht richtlijnhistorisch materiaal waardoor duidelijk(er) wordt waarom er zoveel (verplichte en optionele) uitzonderingsbepalingen voor vastgoedtransacties bestaan.

Onderzoeksmethode

Het onderzoek is uitgevoerd als een juridisch-dogmatisch onderzoek waarbij het geldende Europese btw-recht (de Btw-richtlijn en de Btw-uitvoeringsverordening, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de EU) wordt getoetst aan de drie wezenlijke kenmerken van de Europese btw: het beginsel van algemene heffing (1), het beginsel van de fiscale neutraliteit (2) en het rechtskarakter van de btw (3).

Belangrijkste conclusie

De belangrijkste conclusie is dat voor het in beginsel vrijstellen van de levering van bebouwde terreinen en de verhuur van onroerend goed geen afdoende rechtvaardiging bestaat op grond van de wezenlijke kenmerken van de Europese btw.

Belangrijkste aanbevelingen

De belangrijkste aanbevelingen zijn om de vele afwijkingsmogelijkheden voor de EU-lidstaten te schrappen, de levering van bebouwde terreinen en de verhuur van onroerend goed in beginsel te belasten en de btw-heffing ter zake van de levering van onbebouwde (bouw)terreinen te beperken tot de levering van bouwrijp gemaakte terreinen.