Christmas

‘We zijn geen BV Nederland, maar een gemeenschap van mensen die voor elkaar zorgen’

Artikel

Zorg en maatschappelijke steun verkeren in diepe crisis nu de staat zich heeft teruggetrokken, maar tegelijkertijd de bureaucratie ervan heeft uitgebreid. De diaconie, de kerkelijke maatschappelijke zorg, waarvoor mensen zelf geld bij elkaar legden, is een van de oudste vormen van gemeenschappelijke zorg. Door groeiende ontkerkelijking is de invloed van de diaconie wat teruggelopen. Heel de diaconie? Nee, want onder andere in Tilburg is een actieve groep te vinden die veel werk verricht op dit vlak. Wat kunnen we leren van deze traditionele zorgvorm nu de nieuwe zorgverlening het vaak laat afweten? Een gesprek met bijzonder hoogleraar Kees de Groot Levensbeschouwing en Geestelijke Volksgezondheid, die er onderzoek naar doet.

Allereerst, wat zie jij als oorzaken voor wat er misgaat in de (maatschappelijke) zorg?

‘Natuurlijk hebben we te maken met vergrijzing, steeds meer mensen die ziek worden en tegelijkertijd komen er te weinig kinderen bij, en is er dus te weinig personeel om hen te verzorgen. Maar fundamenteler is het dat de dominante cultuur is geworden dat je jezelf moet redden, met je eigen kracht. Mensen die om hulp vragen, voelen zich bezwaard. Dat idee miskent dat leven is samenleven. En het negeert bovendien machtsverhoudingen waardoor sommige mensen niet mee kunnen komen. Dat sociologische bewustzijn is onvoldoende aanwezig.

Waar ik me bijzonder aan stoor in de huidige zorg, is dat als er fouten worden gemaakt de aansprakelijkheid voortdurend moet worden afgedekt met meer regels en meer bureaucratie die alleen meer geld kosten

Zorgen en zorg zijn twee verschillende woorden. Bij zorgen hoort ook ontvangen en zorgen is nooit af. Zorg voor premier Rutte is een soort produceren, het levert wat op. Veel wordt uitgegeven aan hoogtechnologische zorg en dure medicijnen. Maar zorg is juist veel herhaling, en veel problemen worden niet opgelost, dat zullen we moeten accepteren. Je kunt beter aanvaarden dat er lijden is, dat het niet ophoudt en dat het terugkomt. Aanvaarden ook dat je tekortschiet. Tegelijkertijd accepteert de maatschappij wel het groeiende precariaat: de groeiende groep mensen zonder toegang tot een fatsoenlijke woning, werk, en inkomen, die kampen met de groeiende woningnood, tijdelijk uitzendwerk, armoede en niet kunnen meedraaien. Daklozen, ouderen, verslaafden. Vinden we dat minder schrijnend dan dat sommige mensen geen dure medicijnen meer kunnen krijgen? Waar ik me bijzonder aan stoor in de huidige zorg, is dat als er fouten worden gemaakt de aansprakelijkheid voortdurend moet worden afgedekt met meer regels en meer bureaucratie die alleen meer geld kosten. Geld dat gebruikt zou kunnen worden voor die groep mensen die nu buiten de boot vallen. Zoals ze bij Monty Python al wisten: er is veel waardering voor de machine die ping zegt.’

Onderzoek naar kleinschalige diaconie vormen

Nu bestaat het Missionair Service Centrum in Tilburg (MST) al sinds 1989, is ingebed in de missionaire beweging en werd gevoed door de pastorale zorg voor kansarmen in de samenleving. Op basis van humanitaire waarden wordt zorg verleend, aan de zieken, armen, vreemdelingen, er is aandacht voor sociale veiligheid, de gemeenschap en traditie en onderwijs. De Groot onderzoekt momenteel degelijke kleinschalige diaconie vormen.

‘Ik ben heel geïnteresseerd in wat er gebeurt met de christelijke traditie na de liquidatie van kerken en tradities. Hier bij het MST bijvoorbeeld wordt het werk van de eerste generatie, de paters en zusters, voortgezet door theologen (ook van onze universiteit) en vrijwilligers. Het zijn mensen die vanuit maatschappelijk engagement wat opstarten en veel kunnen doen voor mensen die hulp nodig hebben doordat ze een huiskamer in de buurt bieden, samenwerken met  wijkteams, taalcursussen geven, informatie en ondersteuning verlenen aan mensen uit de stad. Dit soort werk wordt ondergewaardeerd. De vraag is ook of de typische benadering die voortkomt uit de christelijke wortels voortduurt wanneer de tweede generatie afscheid gaat nemen.’

Het mooie van de verzorgingsstaat was vooral dat mensen recht kregen op zorg. Het was geen plicht meer van rijken aan armen, waarvoor dezen hun hand moesten ophouden

Door regelgeving is zorg ingewikkeld geworden

Van oudsher verleende de diaconie op die vlakken hulp, maar werd gemarginaliseerd in Nederland sinds het einde van de verzuiling en de vestiging van de verzorgingsstaat. De diaconie nam vroeger zorg op zich in weeshuizen, ziekenhuizen, scholen, op het gebied van zielzorg, tot in het begin van de twintigste eeuw. Met subsidies en privatisering verzakelijkte de zorg. Nu stelt de overheid de kaders voor zorg, maar door alle regelgeving is het erg ingewikkeld geworden. De Groot ziet het met lede ogen aan.

‘Het mooie van de verzorgingsstaat was vooral dat mensen recht kregen op zorg. Het was geen plicht meer van rijken aan armen, waarvoor dezen hun hand moesten ophouden. Maar wat ik nu zorgwekkend vind, is dat we liefdadigheid steeds meer accepteren. Dat is een teken aan de wand. De voedselbank wordt nu toegejuicht als instelling en het enthousiasme dat je ziet omdat er nu ook een kledingbank is vind ik stuitend! Dit zouden mensen niet nodig moeten hebben, iedereen moet voldoende inkomen ontvangen.

Om een gemeenschap actiever te maken, moet de overheid juist initiatieven en infrastructuur stimuleren en zich niet terugtrekken

In de maatschappij is nu overheersend dat als je maar hard wekt je succes zult oogsten. Maar er kunnen genoeg omstandigheden zijn die ertoe leiden dat mensen een erg laag salaris krijgen. Dat heeft ook te maken met politieke besluiten, de sterkte van de vakbonden, kortom met machtsverhoudingen. Opvolgende regeringen kwamen met uitdrukkingen als verantwoordelijke maatschappij, zelfredzaamheid en burgerparticipatie. Om een gemeenschap actiever te maken, moet de overheid juist initiatieven en infrastructuur stimuleren en zich niet terugtrekken. We zijn geen bv NL maar een gemeenschap van mensen die voor elkaar zorgen. Daaraan kan iedereen bijdragen. Het zou veel beter zijn voor de burgermaatschappij om de bureaucratie te vereenvoudigen, de lonen te verhogen en uitkeringen vast te stellen in plaats van ingewikkelde toeslagen en compensatie. Voor veel mensen zijn die veel te ingewikkeld.’

Nu doe jij juist onderzoek naar groepen die zich inzetten met kleinschalige maatschappelijke steun. Kunnen we van ze leren?

‘Wat van belang is dat de kennis die daar wordt opgedaan in nauwe contacten met mensen die hulp nodig hebben, wordt doorgeven aan beleidsmakers. Veel van de ellende is niet op te lossen. Maar we moeten onder ogen zien wat er niet goed gaat. We hebben eigenlijk ons leven zo ingericht dat je anderen niet ziet. Iedereen zit in hokjes. Je komt elkaar niet tegen. In de diaconie hoor je ingewikkelde levensverhalen, die hoef je niet altijd op te lossen, maar luisteren is nodig en elkaar zien. Het zou goed zijn als we oog hebben voor elkaar. Maak contact, maak een praatje met mensen die het moeilijk hebben. Laten we weer meer gemeenschapszin creëren.

We hebben eigenlijk ons leven zo ingericht dat je anderen niet ziet. In de diaconie hoor je ingewikkelde levensverhalen, die hoef je niet altijd op te lossen, maar luisteren is nodig en elkaar zien

In het MST is een huiskamer waar iedereen kan binnenlopen, van allerlei volk loopt er rond: Oekraïense taalcursisten, daklozen, alcoholisten, eenzame mensen. De basis van die huiskamer is het christelijke verhaal: oog hebben voor het lijden om je heen, het erkennen ervan en het visioen van gerechtigheid voor iedereen. Je hoeft niet het idee te hebben van een paradijs op aarde te willen vestigen, maar wel kun je je beter bewust worden van het lijden van anderen en van je eigen tekort, maar ook van de goedheid die in mensen schuilgaat. Samen zijn we een gemeenschap en we zijn op elkaar aangewezen. We zijn verbonden en je kunt ook in je eentje kijken of je een bijdrage aan die gemeenschap levert. Dat is geen liefdadigheid, want de volgende keer zou jij het kunnen zijn die hulp nodig hebt.’

Biografie Kees de Groot

Kees de Groot is sinds 2001 als universitair docent werkzaam bij de TST en is associated researcher bij Agder University (Noorwegen). Hij studeerde sociologie en theologie en promoveerde aan de Universiteit Leiden op een proefschrift over religie en geestelijke volksgezondheid. Aan Tilburg University deed hij onderzoek naar het katholicisme, geestelijke verzorging, katholiek sociaal denken en populaire cultuur. Zijn monografie The Liquidation of the Church (Routledge, 2018) werd internationaal goed ontvangen.

Dr. C.N. (Kees) de Groot is per 1 september 2019 benoemd tot bijzonder hoogleraar vanwege het Kenniscentrum voor Levensbeschouwing en Geestelijke Volksgezondheid (KSGV). De leerstoel is gevestigd aan de Tilburg School of Catholic Theology (TST) en betreft de wetenschappelijke doordenking van het belang van zingevingsvraagstukken in het veld van maatschappij en cultuur.