In de universiteitsbibliotheek zijn veel faciliteiten om studeren te vergemakkelijken

Programma geeft impuls aan onderzoeksinfrastructuur: ‘Wij gaan bruggen bouwen tussen bestaande disciplines’

Published: 09 oktober 2023 Laatst bijgewerkt: 31 oktober 2023

Onderzoeksinfrastructuur is even wezenlijk voor wetenschappers als snelwegen voor truckers. De huidige dataexplosie maakt echter dat het bestaande wetenschappelijke wegennet rap veroudert. Tilburg University investeert hier nu fors in via een even fundamenteel als praktisch programma voor en door onderzoekers.

De wereld van data ziet er compleet anders dan toen Reyer Gerlagh begon als wetenschapper. De econoom, gespecialiseerd in klimaatverandering, herinnert zich dat hij als jonge onderzoeker met 500 getallen aan de slag ging. “Nu werken we soms wel met twintig miljoen variabelen. Ook willen we gegevens koppelen, bijvoorbeeld data van het CBS met die uit databases van bedrijven. Dat roept vragen op. Hoe ga je dat doen? Welke contracten tekenen je? Waar ga je de data opslaan?” Jarenlang is er geïmproviseerd. Nu is het tijd voor een forse kwaliteitsimpuls, vindt Gerlagh. En hij is niet de enige. Tilburg University maakt strategisch werk van de ‘onderzoeksinfrastructuur’, met een groot programma. 

Reyer Gerlagh

Voor onderzoekers is databeheer kernzaak. Als zij hier solliciteren vragen ze: hoe is hier data geregeld? Wat zijn de mogelijkheden? Dat is een van de factoren op grond waarvan ze bepalen of ze hier willen werken.

Reyer Gerlagh

Overzicht

Gerlagh mag deze kwaliteitsverbetering van de onderzoeksinfrastructuur als voorzitter van de stuurgroep een impuls geven. Dat doet de vice-decaan Onderzoek graag. Want hij gelooft dat een investering in onderzoeksinfrastructuur een investering is in aantrekkingskracht. “Voor onderzoekers is databeheer kernzaak. Als zij hier solliciteren vragen ze: hoe is hier data geregeld? Wat zijn de mogelijkheden? Dat is een van de factoren op grond waarvan ze bepalen of ze hier willen werken.” Het is voor Gerlagh helder wat in ieder geval goed geregeld moet zijn. “We moeten gestructureerder omgaan met data. Die data moeten reproduceerbaar zijn. We willen dat goed regelen zonder dat mensen verzuipen in de administratie. Ook dataopslag is een issue. Mensen zoals ik waren bijvoorbeeld geneigd om Dropbox te gebruiken. Dat is zeer prettig en functioneel, maar het mag niet meer omdat het onveilig is. Er is een wirwar aan alternatieven, maar welke kies je? Het overzicht over wat wij waarvoor gebruiken ontbreekt nu.”

Gerlagh verwacht dat het nieuwe programma de onderzoeksinfrastructuur en de omgang met data wezenlijk zal veranderen. Maar verandering is niet per definitie verbetering, weet hij. Hij hamert er daarom op dat de verandering voor en door onderzoekers moet zijn. “Het is essentieel dat onze ondersteuners de problemen oplossen van de onderzoekers. Die ondersteuning moet niet tot tevredenheid zijn van de aansturende manager, maar tot tevredenheid van de onderzoekers. Zij moeten aan het einde van het verhaal zeggen: het is nu goed geregeld.” 

We willen volgens de FAIR-principes met data omgaan; data moeten vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar zijn

Programmamanager onderzoeksinfrastructuur Kitty de Heij

Landschapsanalyse

Dat de onderzoeker leidend moet zijn, hoef je programmamanager onderzoeksinfrastructuur Kitty de Heij niet te vertellen. Met haar uitgebreide ervaring met organisatieverbetering weet zij dat de betrokkenheid van de onderzoekers op alle niveaus voorwaarde voor succes is. “Voor alles wat we willen veranderen geldt dat het moet bijdragen aan het verbeteren van de dagelijkse praktijk van de onderzoekers. Wij gaan hen ondersteunen met betere oplossingen die hun werk gemakkelijker maken.”

Er is gekozen voor een grondige aanpak, vertelt De Heij. Het programma is opgedeeld in vijf thema’s. De eerste drie gaan over data: data- en datamanagement, research IT (het verwerken van data) en labs en labsmanagement (het genereren van data). Thema vier en vijf zijn meer organisatorisch van aard: multidisciplinaire samenwerking en onderzoeksondersteuning. Per thema komt er een programmateam. Verder komen er twee klankbordgroepen: één voor de eerste drie thema’s en één voor thema vier en vijf. 

Het programma onderzoeksinfrastructuur start met een landschapsanalyse die in december 2023 klaar moet zijn. Dit is een inventarisatie van wat er al is aan oplossingen op het gebied van data en onderzoeksondersteuning, vertelt De Heij. “Daarnaast gaan we in kaart brengen waar de behoeftes liggen. Dat gaan we doen tijdens bijeenkomsten met researchers. Zij zullen hiervoor de input leveren. Wat hebben zij nodig om hun werk optimaal te kunnen doen? Kunnen zij hun werk goed uitvoeren met de instrumenten die nu beschikbaar zijn? Of zijn er nog nieuwe aanvullende zaken nodig? Per programmalijn maken we vervolgens een lijst van vereisten.” 

Als alles einde dit jaar in kaart is gebracht, wordt het een kwestie van kiezen. De Heij: “Daarbij maken we gebruik van kaders. Onderzoekers en ondersteuners gaan een visiedocument maken, waarin ze kijken naar de ontwikkeling van digitalisering en de samenleving. Wat vraagt de toekomst? Je kunt je voorstellen dat daar dingen in staan over bijvoorbeeld open science. Dit is belangrijk voor universiteiten omdat zij immers zijn gefinancierd met publieke middelen. Dan past het niet om er een hek omheen te zetten. Ook willen we volgens de FAIR-principes met data omgaan; data moeten vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar zijn.” Op basis van de analyse van vraag en aanbod en de kaders in de toekomstvisie wordt daarna een roadmap gemaakt van door te voeren veranderingen, vertelt De Heij. “Dat is waar we naartoe werken.” 

De uitdaging is om ervoor te zorgen dat je onderling kunt communiceren. Je ziet ook dat de ene discipline van de andere leert.

Reyer Gerlagh

Synergie

Kiezen zal niet gemakkelijk zijn, beseffen Gerlagh en De Heij. Want aan de ene kant is harmonisatie wenselijk, aan de andere kant willen onderzoekers hun ding kunnen blijven doen. Gerlagh weet maar al te goed hoe divers de omgang met data is. “Per discipline verschillen de variabelen en de aangeleerde gewoonten. Bij recht tellen ze bijvoorbeeld hoe vaak bepaalde woorden in documenten voorkomen, bij economie werken we veel met cijfers. De uitdaging is om ervoor te zorgen dat je onderling kunt communiceren. Je ziet ook dat de ene discipline van de andere leert. Zo werken sommige economen met de word count-methodiek van juristen.”

In dergelijke synergie ligt dé kans om enthousiasme over dit programma te kweken, denkt De Heij. “Een mooie meerwaarde is dat diverse disciplines van elkaar kunnen leren.” Een voorbeeld? “De organisatie van de dertien labs verschilt nu nogal van elkaar, wat deels verklaarbaar is vanwege de diverse vormen van onderzoek. Maar die labs kunnen qua aansturing en organisatie meer op hetzelfde niveau worden gebracht; ze kunnen elkaar leren professionaliseren. Ook kunnen we meer overzicht creëren zodat ze meer aan elkaar kunnen hebben.” De Heij ziet volop kansen om elkaars successen te kopiëren en naar de eigen situatie te vertalen. Een voorbeeld hiervan vindt zij de hub van Tilburg School of Economics and Management die onderzoekers op laagdrempelige wijze ondersteunt. De Heij: “Een goede infrastructuur heeft bruggen nodig. Die gaan we bouwen.”

'Weaving Minds & Characters' strategie op weg naar 2027

Blijf op de hoogte van alle strategische ontwikkelingen en activiteiten in aanloop naar ons 100-jarig bestaan.