Batterijenopslag

De energietransitie als maatschappelijke opgave: “Pas als iedereen de noodzaak ziet, gaat het lukken”

Wetenschap Werkt 6 min. Corine Schouten

Binnen de universiteitsbrede Academische Werkplaats Klimaat en Energie onderzoeken wetenschappers uit verschillende disciplines samen met maatschappelijke partners die kennis hebben over de energiesector naar oplossingen voor de energietransitie. De netbeheerders zouden bijvoorbeeld wel batterijen willen plaatsen om het volle elektriciteitsnet te ontlasten, maar dat is nog niet zo simpel binnen de huidige regelgeving. Mededingingsjurist Jasper van den Boom bedacht een nieuwe constructie waarmee het zou kunnen. “We moeten anders gaan denken”, zegt hij. “In de energietransitie hebben we samenwerking en coördinatie nodig.”

De energietransitie is een van de grootste uitdagingen die we als samenleving moeten doormaken in de komende decennia, denkt Jasper van den Boom. Hij is inmiddels door het thema gegrepen, nadat hij was gepromoveerd op de regulering van digitale markten.

Bij de energietransitie komt zo veel kijken dat samenwerking tussen diverse private en publieke partijen noodzakelijk is

Bij de energietransitie komt zo veel kijken dat samenwerking tussen diverse private en publieke partijen noodzakelijk is. Hun rollen veranderen, maar dat is soms zo complex dat niet duidelijk is hoe. Neem het volle elektriciteitsnet van Nederland. Een voor de hand liggende manieren om op korte termijn de nood te lenigen, zou de opslag van stroom in batterijen zijn. Maar de praktijk is weerbarstig: batterijopslag is vaak niet rendabel wanneer de inzet is om verstopping van het elektriciteitsnet op te lossen, en het rendabel inzetten van batterijen kan de problemen op het elektriciteitsnet juist verergeren. Vaak heeft de geldende wetgeving een vertragende werking, terwijl die de energietransitie juist zou moeten versnellen. Hoe kan dat?

“In de jaren negentig hebben we een liberaliseringsbeweging gehad. Alles werd zoveel mogelijk geprivatiseerd”, legt Van den Boom uit. “Om economische efficiëntie te creëren is toen zoveel mogelijk ingezet op concurrentie en onafhankelijkheid. Maar in de energietransitie hebben we juist samenwerking en coördinatie nodig. Veel van de huidige regels zitten dat nu in de weg.” 

Jasper van den Boom

De energietransitie is echt een maatschappelijke transitie

Veranderende rollen

Gelukkig is dat een kolfje naar zijn hand. Hoe reguleer je onzekerheid? En hoe beweeg je de wetgever om bestaande principes los te laten? Dat zijn vragen die hem intrigeren. Samenwerken in de Academische Werkplaats is een goede manier om dat uit te vinden, vertelt hij: “Je werkt interdisciplinair en met organisaties, dus je hoort heel veel dingen die je niet zomaar tegen zou komen in de literatuur. De netbeheerders willen bijvoorbeeld graag veranderen, maar weten niet goed hoe, bleek in onze werksessies. Hun rol verandert: ze moeten niet meer alleen faciliteren maar ook coördineren en prioriteren, zoals voorrang geven aan bepaalde partijen, of groepscontracten afsluiten. Dat druist in tegen hun neutrale rol. Maar de nodige politieke besluiten kunnen ze niet nemen. Daaraan merk je dat de energietransitie echt een maatschappelijke transitie is.”

Het private en publieke domein komen dus steeds meer samen, wat Van den Boom overigens ook al zag in de digitale wereld. Zo moeten bedrijven en diensten zorgen dat hun data veilig zijn, want als essentiële diensten gehackt worden hebben we maatschappelijk een heel groot probleem. En dat geldt niet alleen voor die diensten en bedrijven zelf, maar voor de hele keten waar ze deel van uitmaken. 

Casus: batterijen in het elektriciteitsnet

Uit werksessies van de Academische Werkplaats met netbeheerders, provincie en gemeentes, bleek dat de plaatsing van batterijen in het elektriciteitsnet in sommige gevallen gehinderd wordt door regels op Nederlands en Europees niveau. In de meest recente wijziging van Europese wetgeving is er een uitzonderingsclausule toegevoegd, waardoor netbeheerders in uitzonderlijke omstandigheden toch zelf energieopslagfaciliteiten zoals batterijen mogen exploiteren. Dit is een uitzondering op het zogenaamde ‘ontvlechtingsvereiste’, dat een leidend principe was binnen het geliberaliseerde energiesysteem. De uitzondering bepaalt dat netbeheerders batterijen mogen plaatsen als andere marktpartijen de noodzakelijke opslag niet kunnen realiseren. 

Dat is inderdaad het geval. Er zijn wel veel aanvragen van andere partijen om batterijen te plaatsen, maar hoewel die plaatsing meestal goed zou zijn voor het vergroten van de opslagcapaciteit, wordt de verstopping van het net daarmee niet altijd opgelost. Dit heeft vooral te maken met hoe de batterij mogelijk gebruikt wordt. Wanneer de batterij wordt ingezet met winstoogmerk, wordt hiermee veelal op de onbalansmarkt gehandeld, dus wanneer er te veel of te weinig stroom is. Onder bepaalde voorwaarden kan dit een negatieve impact hebben op netcongestie. Wanneer de partij niet op deze markt mag handelen zou dit de netcongestie kunnen verminderen, maar dan is het vaak niet financieel aantrekkelijk om de batterij te plaatsen. Dus gaat de plaatsing niet door. 

In deze situatie kan de netbeheerder er volgens de nieuwe wetgeving dus voor kiezen om zelf de batterij te integreren. Daarmee kan de netbeheerder haar taken omtrent de energievoorziening beter uitvoeren, ook als de batterij niet winstgevend is. Maar deze uitzondering is tijdelijk en de netbeheerder moet de batterij bovendien na verloop van tijd ook weer afstoten, wat weinig zal opleveren omdat het een ‘gedwongen’ verkoop is. Netbeheerders ervaren het gebruik van uitzonderingsclausules als deze dan ook als risicovol. 

De regelgeving voor de plaatsing van batterijen is hier niet goed afgestemd op de realiteit, aldus Van den Boom. De nieuwe regels vereisen een verandering in de rol en mentaliteit van netbeheerders, zonder de nodige garanties of vooruitzichten te bieden. Dat de rol van de netbeheerder op fundamentele wijze verandert wordt erkend in de wetgeving, maar er wordt tegelijk vastgehouden aan het idee van ontvlechting en concurrentie. Dit is begrijpelijk, want wat de beste oplossing is weet nog niemand. We kunnen de geldende regels na decennia niet ineens volledig omgooien. 

foto batterijenopslag

Van den Boom stelt daarom voor om met de wetgeving te experimenteren, zodat we stapsgewijs kunnen veranderen maar geen onnodige onzekerheid creëren. Het eigendom van de batterijen zou dan bijvoorbeeld kunnen worden gedeeld door de netbeheerder en een derde partij (de overheid of een bedrijf), waarbij de netbeheerder zijn aandeel na verloop van tijd weer afstaat voor een van tevoren afgesproken prijs. Op die manier blijven de kosten beheersbaar, ook die voor de samenleving. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) kan toezien op het experiment. “Het is een nieuwe manier van kijken,” aldus Van den Boom, die zijn oplossing heeft verwerkt heeft in een wetenschappelijk paper. “Je merkt dat er veel behoefte is aan kennis. We moeten op zoek naar nieuwe constructies, ook door in te spelen op vragen in de praktijk.” 

Energietransitie als maatschappelijk probleem

Voor de Academische Werkplaats staan nog veel meer kleine en grote vragen op het programma, die vanuit verschillende perspectieven en toch in samenhang bestudeerd worden. De energietransitie wordt benaderd als een breed maatschappelijk probleem. Hoe moet bijvoorbeeld de wetgeving veranderen voor de energietransitie? Met welke maatregelen kun je innovatie stimuleren? En: waar moet je als overheid allemaal aan denken om effectief beleid te maken? 

Uiteindelijk gaat het binnen de energietransitie om hele fundamentele vragen 

Die laatste vraag laat ook goed zien hoe ingewikkeld de energietransitie is. Zo zijn er ruimtelijke beperkingen, rekende het Ministerie voor: als we ons hele energiesysteem groen willen maken, zou dat ongeveer 17% van ons landoppervlak opslokken en ongeveer 40% van ons zeeoppervlak. Is dat efficiënt gebruik van onze beschikbare ruimte? Wat moet er plaatsmaken? Het roept ook vragen op over fundamentele kwesties zoals rechtsbescherming: als we bezwaren van burgers minder kans geven, schieten we ons dan niet in de voet op de lange termijn? Maar hoe zorgen we dan dat het sneller gaat zonder dat burgers er de dupe van worden? Uiteindelijk gaat het binnen de energietransitie om hele fundamentele vragen als: wat is een rechtvaardige transitie? Wat moet de rol zijn van burgers, overheden en private bedrijven? En: wat is een goede besluitvorming? 

Iedereen mee

Transities, en vooral een grote maatschappelijke transitie als deze, gaan gepaard met onrust en onzekerheid. “Je ziet het aan de boerenprotesten: er ontstaat je onrust in de samenleving zodra het mensen persoonlijk raakt,” aldus Van den Boom, “ook binnen de energietransitie komt de democratie onder druk te staan. Er zijn geen oplossingen waarbij iedereen altijd wint.” Het is belangrijk om te zorgen dat de besluitvorming transparant gaat, zodat mensen in ieder geval begrijpen waarom er gekozen is voor een bepaalde oplossing. Daarnaast moet iedereen meekunnen binnen de energietransitie en moeten de lasten zo eerlijk mogelijk worden verdeeld. 

De energietransitie is een uitdaging die zijn weerga niet kent, met toenemende controverse en tegenslagen. Of hij daar niet moedeloos van wordt? Niet in het minst. “Moedeloosheid is er is al genoeg, dus ik denk dat we juist hoopvol moeten zijn. Natuurlijk is er veel negatieve beeldvorming en hebben we nog steeds geen nieuwe Energiewet, wat een groot probleem is. Maar ik zie bij allerlei private en publieke organisaties heel veel - bij gebrek aan een beter woord - ‘energie’ om nieuwe dingen uit te proberen. Uiteindelijk zijn we best goed op weg. Ik hoop wel dat mensen door betrokkenheid en meer kennis uiteindelijk het belang én de voordelen gaan inzien van de energietransitie. Want pas als iedereen de noodzaak ziet, kan een maatschappelijke transitie plaatsvinden.”

Publicatiedatum: 12 maart 2024