Tilburg Institute for Family Business

Research on family businesses, but the family is neglected

Published: 03 april 2019 Laatst bijgewerkt: 03 september 2019

Promovenda aan het woord

Joyce Kox

Onderzoek naar familiebedrijven, maar de familie is nergens te bekennen

Het wetenschapsveld van familiebedrijven is nog jong. Om legitimiteit aan het veld te geven, hebben veel onderzoekers zich gericht op de vraag hoe familiebedrijven nu verschillen van niet familiebedrijven en hoe dat uitwerkingen heeft op de keuzes en prestaties van het familiebedrijf. Veel van deze onderzoeken hebben echter tot tegenstrijdige resultaten geleid.

Neem nu onderzoeken omtrent prestaties van het familiebedrijf. Sommige van deze onderzoeken hebben een positieve impact van de betrokkenheid van de familie op de financiële prestaties van het bedrijf gevonden[1], anderen een negatief effect[2] of zelfs geen verschil.[3]

Al zijn er meerdere factoren die kunnen bijdragen aan dit debat, de uitkomsten suggereren dat de relatie tussen familiebedrijf en bedrijfsstrategie en -prestaties genuanceerder ligt. Het vergelijken van familie- en niet familiebedrijven impliceert dat alle familiebedrijven hetzelfde zijn en dat is natuurlijk niet zo. Om betere kennis over familiebedrijven te verkrijgen, moet onderzoek dus meer kijken naar hoe familiebedrijven onderling van elkaar verschillen. Een belangrijk aspect waarop deze bedrijven van elkaar kunnen verschillen, is de familie die achter het bedrijf staat. Elke familie heeft bijv. weer andere waarden, normen en manieren van communiceren. De betrokkenheid van de familie maakt het familiebedrijf uniek. Doordat familie en bedrijf overlappen, wordt het reilen en zeilen van het familiebedrijf dus ook afhankelijk van de familie die achter het bedrijf staat. Toch is er nog weinig bekend over hoe aspecten van de eigenaarsfamilie van invloed zijn op het bedrijf. Daarom probeer ik juist dit menselijk aspect in het familiebedrijf naar voren te halen. Het doel van het promotietraject is meer grip te krijgen op de heterogeniteit van familiebedrijven wat wordt veroorzaakt door het familiesysteem en de impact van deze kenmerken op het bedrijfssysteem. Daarmee probeer ik meer inzicht te bieden in hoe familiebedrijven van hun familieachtergrond kunnen profiteren of met eventuele uitdagingen om kunnen gaan.

Met mijn strategische achtergrond was ik natuurlijk geïnteresseerd in het management van het familiebedrijf. Maar familiebedrijven specifiek intrigeren mij doordat de meer emotionele relaties van de familie de zakelijke doorkruisen. Het wordt daardoor anders dan wat we gewend zijn of verwachten, maar ook een stuk complexer. Persoonlijk heb ik ook ervaren hoe je familieachtergrond de manier waarop je in het leven staat beïnvloedt en daarmee dus ook je werkveld. Ook heeft elke familie zijn eigen manier van interacteren, wat je niet zomaar los kunt laten als je met elkaar werkt. Daarom ging ik mezelf ook afvragen wat de impact is van het feit dat een specifieke familie met haar eigen karakteristieken een zwaardere stempel op het bedrijf drukt. Het mooie is dat deze interesse samenkomt met de huidige vragen en uitdagingen van het wetenschapsveld.

Een van de lopende onderzoeken, richt zich op het opvolgingsproces na het overlijden van de directeur. Geen bedrijf of familie, buiten het familiebedrijf, kan met zo’n gebeurtenis worden geconfronteerd, waar het overlijden van een dierbare samenkomt met belangrijke veranderingen in het bedrijf. Maar wat dan? De familie en het bedrijf hebben te maken met verlies en verdriet, terwijl het bedrijf draaiende moet worden gehouden. Dit roept belangrijke vragen op als: Hoe moet je hiermee omgaan? Wat voor invloed heeft dit op nieuwe of veranderende leiding van het bedrijf? Gezien de betrokkenheid van de familie bij een familiebedrijf is dit een gebeurtenis die zich bij elk familiebedrijf kan voordoen. Uit dit onderzoek hoop ik belangrijke leringen te trekken die familiebedrijven kunnen ondersteunen in hun proces, zodat effectief leiderschap en de continuïteit van de onderneming gewaarborgd kunnen worden.


[1] Anderson & Reeb, 2003, Chrisman, Chua, & Steier, 2002, Lee, 2004

[2] Lauterbach & Vaninsky, 1999

[3] Chrisman, Chua & Litz, 2004