Staff Department Social Psychology

Impact

Het departement Sociale Psychologie bestaat uit een levendige mix van mensen die geïnteresseerd zijn in sociale-, economische-, en arbeids- en organisatiepsychologie.

Begrijpen hoe mensen (zoals burgers, consumenten, werknemers, managers en beleidsmakers) beslissingen nemen is essentieel voor het ontwerpen van interventies die hen helpen om dit effectiever te doen. Dit is van groot belang voor overheidsbeleid en de praktijk. 

Beleid, interventies en regelgeving hebben een veel grotere kans van slagen als ze gebaseerd zijn op wetenschappelijke inzichten en rekening houden met de factoren en processen die ten grondslag liggen aan het gedrag en de besluitvorming van mensen. De kennis die in ons onderzoek wordt gegenereerd heeft dus invloed op het leven van mensen.

Bovendien stelt een focus op besluitvorming binnen vier relevante thema's (diversiteit en ongelijkheid, prosociaal en antisociaal gedrag, psychologie van digitalisering, emoties en welzijn) ons in staat om veel van onze impactinitiatieven te bevorderen en een gemeenschap en infrastructuur te creëren om de bovengenoemde doelen te bereiken. Door in gesprek te gaan met beleidsmakers, professionals uit het bedrijfsleven en mensen uit de praktijk, stimuleren we de toepassing van kennis over besluitvorming om beleid en praktijk te informeren.

Voorbeelden van projecten en subsidies

Hieronder staan enkele voorbeelden van lopende projecten waarmee het departement Sociale Psychologie beleid en praktijk informeert: 

De impact van ostracisme op welzijn

Financierende instantie: NWO, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek 

Het ervaren van ostracisme, het buitengesloten en genegeerd worden, heeft een significante invloed op het welzijn van individuen. Reacties op ostracisme ontwikkelen zich in de loop van de tijd en volgen meestal een proces in twee stappen. In eerste instantie ondergaan individuen de ervaring van sociale pijn. Vervolgens gaan ze om met dit leed door prosociaal of antisociaal gedrag te vertonen. De factoren die de keuze tussen deze antwoorden beïnvloeden, blijven echter grotendeels onontdekt. Dit onderzoek probeert het mysterie te ontrafelen van hoe sociale pijn kan leiden tot zulke uiteenlopende copingreacties.

Looptijd van het project: 

2020-2024

Onderzoeksteam:

Projectleider: Prof. Dr. Ilja van Beest, Tilburg University 
Co-promotor: Dr. Thorsten Erle , Tilburg University
Adviseurs: Dr. Dongning Ren, Tilburg University; Dr. Rima-Maria Rahal, Tilburg University; Prof. Dr. Kipling Williams, Purdue University, USA; Prof. dr. Arcangelo Merla, Gabriele D’Annunzio University, Chiety-Pescara, Italy 
PhD-kandidaat: Anneloes Kip, Tilburg University 
Maatschappelijke partner: Critical Mass

De (on)juistheid van eerste indrukken

Financierende instantie: NWO, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Gezichtskenmerken spelen een cruciale rol in hoe mensen en algoritmen betrouwbaarheid, intelligentie en verschillende andere eigenschappen beoordelen. De impact van deze eerste indrukken strekt zich uit tot juridische, professionele en sociale domeinen.

Dit onderzoek heeft belangrijke implicaties; onjuiste eerste indrukken kunnen leiden tot een onrechtvaardige behandeling die alleen gebaseerd is op het uiterlijk, wat van invloed is op uitkomsten in belangrijke contexten zoals rechtszalen en sollicitatiegesprekken. Om dit probleem aan te pakken moeten twee belangrijke obstakels overwonnen worden: het gebrek aan robuuste stimuli en onvoldoende samenwerking tussen onderzoekers.

Het voorstel omvat de ontwikkeling van een grootschalige, open-access database gericht op het bestuderen van eerste indrukken, met als doel het bevorderen en democratiseren van onderzoek op dit gebied. Daarnaast wordt een internationale samenwerking tussen onderzoekers geïnitieerd om wetenschappelijke consensus te bevorderen en de kennis over eerste indrukken te vergroten. 

Looptijd van het project: 

2024-2028

Onderzoeksteam: 

Projectleider: Dr. Bastian Jaeger, Tilburg University

De invloed van empathie op de relatie tussen mens en dier

Financierende instantie: TSB Starter grant, Tilburg University 

Dit project onderzoekt de complexe rol van empathie in mens-dier relaties, aangezien het een robuuste en uitgebreid bestudeerde voorspeller is van prosociaal gedrag in psychologisch onderzoek. Hoewel we veel kennis hebben over empathie in interpersoonlijke dynamieken, blijft ons begrip van de rol ervan in mens-dier relaties relatief beperkt.

Recent onderzoek benadrukt bepaalde beperkingen van empathie in het aansturen van prosociaal gedrag, met name in de context van dierenwelzijn. Concepten zoals "parochiale empathie" (minder empathie voelen voor individuen buiten de eigen groep), "gemotiveerde empathie" (het vermijden van situaties die empathie oproepen om bepaalde individuen niet te helpen) en "ongevoeligheid voor de reikwijdte" (meer lijden roept niet noodzakelijk een sterkere empathische respons op) vormen een uitdaging bij het begrijpen van de volledige impact van empathie.

Het verschil tussen de meeste dieren en mensen maakt het moeilijk om je in hen in te leven, vooral om je het perspectief van een dier voor te stellen. Toch kan empathie een belangrijke rol spelen bij het bekommeren om het welzijn van dieren. Dit project heeft als doel het belang van verschillende facetten van empathie te ontrafelen bij het vormgeven van reacties op dierenleed. Het zal de relaties tussen verschillende empathiedimensies en attitudes ten opzichte van dieren analyseren en empirisch testen hoe verschillende empathische processen deze attitudes effectief veranderen.

Het uiteindelijke doel is om deze theoretische inzichten te vertalen naar praktische toepassingen door het ontwerpen en testen van een interventie gericht op het verminderen van de vleesconsumptie, om zo bij te dragen aan zowel theoretische kennis als praktische oplossingen op het gebied van mens-dier relaties.

Looptijd van het project: 

2023-2027

Onderzoeksteam: 

Supervisor: Dr. Bastian Jaeger, Tilburg University

Co-supervisor: Dr. Thorsten Erle, Tilburg University; Dr. Seger Breugelmans, Tilburg University

PhD-kandidaat: Anna Pörnbacher, Tilburg University 

Het spelen van videogames en geestelijke gezondheid

Financierende instantie: Onderzoek en Innovatie Verenigd Koninkrijk, Economische en Sociale Onderzoeksraad ESRC 

Videogames genieten een immense populariteit, maar de effecten ervan op spelers blijven een wetenschappelijke puzzel. Nu belanghebbenden op het gebied van gezondheid en welzijn, samen met de wereldwijde game-industrie, op zoek zijn naar een genuanceerd begrip van games, is er dringend behoefte aan regulering van gam[JO1] ing, begeleiding voor ouders en spelers en bevordering van verantwoorde gameontwikkeling.

Ons team gebruikt verschillende strategieën om gegevens van games en platforms direct vast te leggen, met als doel inzicht te krijgen in zowel de kwantiteit (tijd die wordt besteed aan het spelen van games) als de kwaliteit (spelselectie en spelactiviteiten) van gameplay. Een belangrijke strategie is samenwerking met grote spelers uit de industrie, zoals Nintendo en Microsoft, om het delen van objectieve, door de industrie verzamelde gegevens over het gedrag van spelers te vergemakkelijken. We integreren deze spelgegevens met mentale gezondheidsonderzoeken, waardoor we de emoties van spelers voor, tijdens en na het spelen gedurende langere perioden kunnen onderzoeken. Onze gezamenlijke inspanning is erop gericht om de methodologieën te verbeteren die sociale wetenschappers gebruiken om de invloed van videogames op de geestelijke gezondheid te bestuderen. De belangrijkste doelen van ons werk zijn:

Hulpmiddelen en infrastructuur bieden voor sociale wetenschappers om toegang te krijgen tot voorheen ontoegankelijke objectieve gegevens over de kwantiteit en kwaliteit van gameplay.

Best practices in transparant en open onderzoek toepassen om solide bevindingen te genereren die de omstandigheden belichten waaronder games invloed hebben op welzijn.

Grootschalige, vrij beschikbare datasets creëren over de longitudinale relatie tussen het spelen van videogames en geestelijke gezondheid, met behulp van representatieve steekproeven van spelers.

Looptijd van het project: 

2023-2025

Onderzoeksteam: 

Projectleider: Prof. Andrew Przybylski, University of Oxford 

Onderzoeker: Nick Ballou, University of Oxford 

Research associate: Dr. Kristoffer Magnusson, Stockholm Centre for Psychiatry Research, Karolinska Institutet, Sweden; Dr. Matti Vuorre, Tilburg University

Projectwebsite

Een verandering van perspectief: Evidence-based interventies voor perspectiefintegratie gericht op het inclusiever maken van academische instellingen

Financierende instantie: NWO, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Een inclusieve academische cultuur is cruciaal om divers talent aan te trekken en te behouden en om alle individuen een omgeving te bieden waarin ze kunnen floreren. Het bereiken van een inclusieve academische cultuur vereist aandacht voor verschillen in perspectieven en deze verschillen dienen overwogen te worden in besluitvormingsprocessen en dagelijkse interacties. In dit project worden de belangrijkste ingrediënten van effectieve perspectiefintegratie onderzocht om inclusie in de academische wereld te bevorderen.

Looptijd van het project: 

2023-2026

Onderzoeksteam: 

P.I.: Dr. S. Gündemir, University of Amsterdam 

Mede-aanvragers: Dr. I Hoever, Erasmus University Rotterdam; Prof. Dr. J.K. Oostrom, Tilburg University 

Cultuur, karakter en competentie – Hoe studenten omgaan met verschillende soorten tegenspoed in een geglobaliseerde wereld

Financierende instantie: Duitse Academische Uitwisselingdienst (DAAD, Deutscher Akademischer Auslandsdienst)

Mensen gaan verschillend om met uitdagingen in hun leven, afhankelijk van wie ze zijn. Wij stellen voor om te onderzoeken hoe verschillen in karakter helpen om te begrijpen hoe studenten omgaan met tegenslag. Studenten worden geconfronteerd met verschillende soorten tegenslag, waaronder academische stress (bijv. de druk om te presteren, negatieve feedback) en, in het geval van internationale studenten, acculturatiestress (d.w.z. de stress die gepaard gaat met een verblijf in het buitenland). Internationale studenten nemen wereldwijd in aantal toe, ook in Nederland, maar er is weinig bekend over hoe deze populaties, die geografisch en cultureel mobiel zijn, omgaan met academische en acculturatiestress en tegenslag.

We gebruiken een longitudinale, ervaringsgerichte steekproefstudie om te onderzoeken hoe karakter van invloed is op hoe internationale en Nederlandse studenten omgaan met verschillende soorten tegenslag. We verwachten dat de karakters van individuen voorspellend zijn voor aanpassing en academisch succes. Inzicht in niet alleen verschillen tussen groepen studenten, maar ook verschillen tussen de karakters van individuen en hun unieke manieren om met uitdagingen om te gaan, zal helpen om de effectiviteit van interventies te vergroten (bijv. introductieweken, counselingpraktijken, activiteiten van studentenverenigingen).

Looptijd van het project:

2020-2024

Onderzoeksteam: 

P.I.: Dr. Michael Bender, Tilburg University.

Mede-aanvragers: Dr. Jia He, Tilburg University; Dr. Mark Brandt, Michigan State University.

Effect van stereotypering op besluitvorming van professionals die werken met slachtoffers van eergerelateerd geweld

Financierende instantie: Herbert Simon Onderzoeksinstituut

Eergerelateerd geweld omvat "mentaal of fysiek geweld gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit als reactie op een (dreigende) schending van de eer van een man, een vrouw of een kind, en met die van zijn of haar familie". Over het algemeen worstelen westerse professionals met het begrip eer en geweld over eergerelateerde zaken. Door een gebrek aan basiskennis kunnen professionals en politieagenten zich uiteindelijk baseren op onjuiste, stereotype ideeën over slachtoffers, waardoor het stigma rond eergerelateerd geweld wordt versterkt en eer meer wordt toegeschreven aan de ongewenste eigenschappen van de andere groep, wat resulteert in een ongelijke behandeling.

Stigmatisering belemmert slachtoffers om gehoord en ondersteund te worden en fysiek en emotioneel veilig te zijn, waardoor ze geen hulp zoeken. Onze doelen zijn om: (a) heersende stereotypen over eergerelateerde slachtoffers te beschrijven, (b) te bestuderen hoe stereotypen de houding ten opzichte van slachtoffers beïnvloeden en de beslissingen van professionals beïnvloeden (zoals gerapporteerd door zowel slachtoffers als professionals), en (c) te beoordelen hoe training stereotypering door professionals vermindert.

2024-2028

Onderzoeksteam Tilburg University:

Dr. Diana Roeg, Dr. Michael Bender, Prof. Dr. Dike van de Mheen, Dr. Hans van Dijk, Dr. Janne van doorn, Dr. Yvette van Osch. 

Link naar de website  

Armeense collectieve identiteit: Betekenis en inhoud

Financierende instantie: Internationale vereniging voor interculturele psychologie 

Tegen de historische achtergrond van de Armeense Genocide (1915), en meer recent, de heropleving van het conflict in Nagorno Karabagh, wordt de continuïteit van de Armeense collectieve identiteit bedreigd. Het is belangrijk om de psychologische en maatschappelijke gevolgen van een dergelijke bedreiging te beheersen, maar het is de moeite waard om eerst te onderzoeken hoe groepen die bedreigd worden door continuïteit hun collectieve identiteit conceptualiseren en collectieve historische trauma's in hun verhaal integreren.

In hun intergenerationele overdracht nemen collectieve traumatische gebeurtenissen een centrale plaats in binnen de collectieve identiteit van een groep, waardoor ze centraal komen te staan in wat het betekent om deel uit te maken van een groep. Zulke collectieve trauma's worden omschreven als "gekozen trauma's" en staan centraal in het behouden en versterken van de groepsidentiteit, maar dienen ook als lens waardoor andere groep gerelateerde historische gebeurtenissen worden geëvalueerd. In de context van ons project conceptualiseren we de Armeense Genocide van 1915 als een gekozen trauma en definiëren we collectieve identiteit als een subjectief geclaimde identiteit die gedeeld wordt met een groep anderen.

We willen de narratieve inhoud en afgeleide betekenis van de Armeense collectieve identiteit begrijpen in relatie tot het historische trauma van de Armeense Genocide.

Het huidige voorstel brengt onderzoekers uit verschillende disciplines en landen samen om hun perspectieven te delen, niet alleen wat betreft het onderwerp, maar ook wat betreft onderzoeksmethoden in een workshop met de titel "Armeense collectieve identiteit: Betekenis en inhoud". Dit project is een voorstudie van een grotere crossculturele, mixed methods-studie.

Looptijd van het project: 

2023-2024

Onderzoeksteam:

P.I.: Dr. Lucy Tavitian – Elmadjian, Tilburg University 

Mede-aanvrager: Dr. Thia Sagherian – Dickey, Durham University; Dr. Michael Bender, Tilburg University