Tilburg University promotie PhD Defense

Promotie C.P.H. Peters MSc

Datum: Tijd: 14:00 Locatie: Aula

The Microfoundations of Audit Quality

The three essays collected in this dissertation relate to the microfoundations of audit quality. The first essay shows how auditors prioritize easy tasks and how this affects their judgment performance, and by extension audit quality. The second essay deals with how auditors learn in the workplace. The third essay investigates how auditors’ usage of automated tools and techniques affects their professional skepticism. Together, these essays shed light on how individual auditor behaviors, judgments, and decision-making can impact audit quality. By examining auditing from an operational perspective, these findings provide a more realistic understanding of the complexities of modern audit engagements and shed light on the microfoundations of audit quality. As regulators and policymakers continue to express concerns about audit quality, these studies offer actionable interventions that can help improve audit quality.

Christian Petrus Hendrikus Peters (Nijmegen, 1994) graduated from Tilburg University with a BSc in International Business Administration, a MSc in Accountancy, and a MPhil Research Master in Business. He started his PhD in Accounting in 2019 and spent part of his PhD as visiting researcher at Emory University in The United States. After his PhD, he will join Nanyang Technological University in Singapore as an Assistant Professor in Accounting.

Zie ook: persbericht

Wij bieden voor onze ceremonies nog steeds een livestream aan. 

Livestream

Samenvatting

De accountant is de vertrouwenspersoon van het maatschappelijke verkeer en dient te controleren of de door ondernemingen gepresenteerde cijfers niet materieel afwijken van algemeen aanvaarde boekhoudprincipes. In het afgelopen decennium is er zeer veel kritiek geweest op het accountantsberoep. Deze kritiek komt onder andere voort uit boekhoudschandalen en het vaak daaraan gekoppelde falen van accountants, zoals het falen van Arthur Andersen bij de controle van Enron of het falen van EY bij de controle van Wirecard. Dit roept de vraag op wat zorgt voor een accountantscontrole van hoge kwaliteit.

Ondanks dat het falen van accountants vaak grote gevolgen heeft voor de accountantsorganisatie, komt dit falen vaak voort uit beoordelingen en besluitvormingen gemaakt door individuele of een groep van accountants, zoals het gebrek aan een professioneel kritische instelling, een gebrek aan onafhankelijkheid, of het nemen van het pad van de minste weerstand. In deze dissertatie onderzoekt Christian Peters de beoordelingen en besluitvormingen die individuele accountants maken en operationele factoren in accountantsorganisaties die hier een rol in spelen. Deze vormen enkele microgrondslagen van controlekwaliteit.

De eerste operationele factor die wordt beschouwd is welke controletaken door accountants worden geprioriteerd en welke worden uitgesteld. Dit is belangrijk omdat een accountantscontrole vaak onder tijdsdruk gebeurt. Hierdoor worden soms taken niet volledig afgerond, of in sommige gevallen zelfs weggedocumenteerd. In het eerste onderzoek toont Peters, samen met zijn promotor Dierynck middels een experiment aan dat accountants meer geneigd zijn makkelijke controletaken te prioriteren en moeilijke taken uit te stellen of niet geheel af te ronden. Dit blijkt een negatief effect te hebben op de kwaliteit van accountantscontroles.

Recente analyses over het accountantsberoep tonen aan dat de technocratische aspecten van het beroep vaak leren en innoveren in de weg staan. In een tweede paper doet Peters, samen met zijn promotoren Dierynck en Kadous, een literatuuronderzoek naar hoe accountants binnen accountantsorganisaties leren. De auteurs ontwikkelen een raamwerk, doen suggesties hoe accountantsorganisaties het leren kunnen bevorderen, en werpen onderzoeksvragen op voor toekomstig onderzoek.

Inspecties van internationale toezichthouders op accountantsorganisaties tonen aan dat een gebrek aan een professioneel kritische instelling vaak een reden is voor deficiënties in de accountantscontrole. In een derde paper onderzoekt Peters hoe kritisch accountants zijn tegenover nieuwe technologieën die gebruikt worden tijdens de accountantscontrole, zoals kunstmatige intelligentie. Uit een experiment met accountants wordt duidelijk dat accountants bij gestructureerde controlewerkzaamheden minder kritisch zijn wanneer deze uitgevoerd worden door technologie dan wanneer deze worden uitgevoerd door een collega. Het onderzoek toont tevens aan dat een interventie gericht op een mindset gekenmerkt met tegenargumentatie het negatieve effect van technologie op de kritische instelling van accountants kan verminderen.

Collectief tonen deze studies drie belangrijke operationele aspecten aan die accountantsorganisaties, toezichthouders en regelgevers ter harte kunnen nemen om de kwaliteit van de accountantscontrole te verbeteren.