Tilburg University promotie PhD Defense

Promotie O.R. van den Akker MSc

Datum: Tijd: 10:00 Locatie: Aula

Preregistration in psychology: Past, present, and prospects

  • Locatie: Cobbenhagen building, Aula
  • Promotores: prof. dr. J.M. Wicherts, prof. dr. M.A.L.M. van Assen
  • Copromotor: dr. M. Bakker

Wij bieden voor onze ceremonies nog steeds een livestream aan. 

Livestream

Publiekssamenvatting

“Preregistration in Psychology: Past, Present, and Prospects” door Olmo van den Akker

Dit proefschrift draait om preregistratie, de werkwijze waarbij onderzoekers hun hypothesen, onderzoeksopzet en analyseplan publiceren voordat ze gegevens verzamelen of analyseren. Hoewel deze werkwijze al in de jaren 1950 werd voorgesteld als een nuttig instrument voor onderzoekers, is het pas in de jaren 2010 gangbaar geworden in de psychologie. De belangrijkste aanleiding voor de opkomst van preregistratie was dat vele belangrijke resultaten niet werden gevonden in nieuwere studies met eenzelfde onderzoeksopzet (d.w.z. ze konden niet worden gerepliceerd). Dit leidde tot de zogenaamde replicatiecrisis, een staat van onzekerheid over welke bevindingen in het onderzoeksveld waar waren en welke onwaar. Een van de vele voorgestelde oplossingen voor de replicatiecrisis was preregistratie omdat dit ervoor zorgt dat het onderzoeksproces transparanter wordt en daardoor twijfelachtige onderzoekspraktijken zouden kunnen worden voorkomen. Preregistratie is effectief als de preregistraties voldoende informatie bevatten, en als de preregistraties overeenkomen met de latere publicaties van het onderzoek.

In mijn proefschrift vond ik dat preregistraties vaak onvoldoende informatie bevatten, vooral over het statistische model en de manier waarop de onderzoekers conclusies willen trekken over hun resultaten. Ook vond ik dat er vaak grote en kleine verschillen zijn tussen preregistraties en de bijbehorende publicaties. Dit was vooral het geval voor de statistische modellen, de manier waarop data verzameld wordt, en de regels die onderzoekers gebruiken om data wel of niet mee te nemen in de analyse. Het feit dat preregistratie op dit moment nog niet effectief is kwam ook tot uiting in mijn bevinding dat het aantal ‘positieve’ resultaten (d.w.z. resultaten die een verband aangeven tussen variabelen) even groot is in gepreregistreerde studies als in niet-gepreregistreerde studies. Dit is belangrijk omdat het aantal positieve resultaten een indicatie kan zijn voor twijfelachtige onderzoekspraktijken.

Op basis van de studies in mijn proefschrift doe ik drie aanbevelingen: (1) we moeten studenten en onderzoekers beter onderwijzen over wat de doelen van preregistratie zijn en hoe die het best bereikt kunnen worden, (2) we moeten onderzoekers meer handvaten geven om goed te preregistreren, bijvoorbeeld door templates te ontwikkelen en goede voorbeelden te geven waar ze hun preregistraties op kunnen baseren, en (3) we moeten wetenschappelijke studies vaker beoordelen op basis van hun preregistratie in plaats van alleen op de uiteindelijke publicatie.