Tilburg University promotie PhD Defense

Promotie S. van Schendel LLM

Datum: Tijd: 13:30 Locatie: Aula

Regulating Risk Profiling by Law Enforcement: A task for data protection law, non-discrimination law and criminal procedural law

  • Locatie: Cobbenhagen building, Aula
  • Promotores: prof. dr. E. Kosta, prof. dr. E.J. Koops
  • Copromotor: mr. dr. C.M.K.C. Cuijpers

Wij bieden voor onze ceremonies nog steeds een livestream aan. 

Livestream

Samenvatting

Het proefschrift onderzoekt het verzamelen en analyseren van data door actoren in het domein van het strafrecht (zoals de politie en het openbaar ministerie), met de nadruk op risicoprofielen. Risicoprofielen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om te voorspellen dat iemand een misdaad zal plegen, om verdachten te vinden, of om te zien in welke gebieden misdaad zal worden gepleegd. Hoewel technieken zoals risicoprofilering mogelijkheden bieden, vooral in efficiëntie, verschuiven ze ook fundamenteel de relatie met gegevens en met mensen. Er wordt nu bijvoorbeeld meer aandacht besteed aan het vinden van patronen in gegevens in plaats van te focussen op individueel gedrag, of de politie grijpt eerder in en probeert criminele handelingen te voorkomen, en de focus ligt meer op groepen in de samenleving in plaats van op individuen. Deze verschuivingen kunnen worden gezien in het bredere idee dat bestaat dat hoe meer gegevens we hebben, hoe meer we kunnen voorkomen dat onwenselijke dingen gebeuren (zoals criminaliteit). Echter, deze benadering levert mogelijk spanningen op met de juridische dimensie, met hoe we fundamentele rechten van mensen beschermen. De grote hoeveelheden gegevens die worden verzameld, kunnen bijvoorbeeld de privacy van mensen schenden, of de manier waarop profielen door de politie worden gebruikt kan discriminerend zijn.

De onderzoeksvraag van het proefschrift luidt: Hoe reguleert het wetgevend kader, bestaande uit Europees gegevensbeschermingsrecht, Europees non-discriminatierecht en Nederlands strafprocesrecht, risicoprofilering uitgevoerd door nationale rechtshandhavingsactoren en in hoeverre biedt het adequate grondrechtenbescherming aan degenen die onderworpen zijn van risicoprofilering?

In dit proefschrift is de regulering van risicoprofilering door nationale rechtshandhavingsactoren (meestal de politie) getoetst aan het Europese gegevensbeschermingsrecht, het Europese non-discriminatierecht en het Nederlandse strafprocesrecht. Daarmee heeft het onderzoek iets nieuws toegevoegd aan bestaand onderzoek op dit gebied, door drie verschillende rechtsgebieden te combineren.

Het onderzoek legde problemen bloot in elk van deze drie rechtsgebieden als het gaat om het beschermen van grondrechten. De wet kan bijvoorbeeld de belangen van individuen beschermen, maar soms zijn het groepen die worden gediscrimineerd, niet individuen. Of de wet zegt niet duidelijk hoe ze risicoprofielen regelt, wat is de status van zoiets onder de wet? Het is ook erg moeilijk om precies te zien op welke basis mensen gediscrimineerd kunnen worden, omdat risicoprofielen gebaseerd zijn op een zeer complexe analyse die niet transparant is en die nieuwe kenmerken van mensen kan laten zien waar de wet geen rekening mee heeft gehouden. Tegelijkertijd zijn er, vooral als we kijken naar het strafprocesrecht, nog steeds veel aspecten van het verzamelen en analyseren van gegevens door de politie die nog niet expliciet in de wet zijn geregeld en die voor veel onduidelijkheid en onzekerheid zorgen.

Dit proefschrift stelt vier groepen aanbevelingen voor om oplossingen te creëren om gaten in de wet te dichten of onduidelijkheid weg te nemen. Deze categorieën zijn: een betere regulering van toezicht, specifieke regulering van 'contextualiteit', meer regulering van data-analyse, en regulering van profilering buiten het individuele belang om ook kijkend naar groepen. De categorieën van aanbevelingen overlappen elkaar, aangezien sommige aanbevelingen bijdragen aan meer dan één van de overkoepelende categorieën. Uiteindelijk worden de categorieën met elkaar verbonden door het idee van praktische afstemming, wat betekent dat deze oplossingen in de praktijk ook op elkaar moeten worden afgestemd, vooral tussen verschillende actoren en verschillende rechtsgebieden.