woman with camera

Laat de aandacht voor jeugdwerkloosheid niet verslappen

Opinie 3 min.

De aandacht voor jeugdwerkloosheid verslapt. Net als in de vorige crisis wordt te licht gedacht over dit thema. Werk is geen luxe, maar bittere noodzaak.

Door Bas van Weegberg, alumnus, voorzitter FNV Young & United en Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt

Jongeren zijn in sociaal en economisch opzicht de belangrijkste slachtoffers van de coronacrisis, maar de aandacht hiervoor dreigt weg te zakken. Jongeren verliezen het vaakst hun baan en komen het moeilijkst aan het werk. Dat heeft te maken met het feit dat ze geen of weinig positie hebben op de arbeidsmarkt. Ze moeten de stap van school naar werk nog zien te maken of hebben een flexbaan waar ze makkelijk uitvallen.

Jongeren maken valse start

Ook in deze crisis geldt de ijzeren wet van de jeugdwerkloosheid. Jongeren zijn in de regel dubbel zo vaak werkloos dan gemiddeld. Jongeren zonder startkwalificatie of met een biculturele achtergrond lopen zelfs vier keer zoveel risico. Meer dan één op de tien jongeren is nu werkloos. In een slecht scenario loopt dat op tot één op de zes. De banen die volgens het UWV nog zullen verdwijnen, bevinden zich in sectoren waar veel jongeren werken.

Jongeren maken zo een valse start op de arbeidsmarkt. Uit onderzoek weten we dat dit langdurige gevolgen kan hebben. Die worden aangeduid als littekeneffecten. Jongeren verwerven niet de baan en het inkomen die ze normaliter zouden bereiken. Daardoor zijn ze genoodzaakt mijlpalen, zoals een zelfstandige huur- of koopwoning vinden of een gezin vormen, uit te stellen. Ook komen ze sneller in de schulden terecht.

Ook in deze crisis geldt de ijzeren wet van de jeugdwerkloosheid. Jongeren zijn dubbel zo vaak werkloos dan gemiddeld.

Maatschappelijke positie verslechterd

De maatschappelijke positie van jongeren is in de loop van de jaren kwetsbaarder geworden, vergeleken met eerdere generaties. Zij hebben te maken met een giftige cocktail van onzekere arbeidscontracten, een ontoegankelijke woningmarkt en het leenstelsel, als zij in het hoger onderwijs studeren. De coronacrisis verergert deze situatie. Onderwijs en stages verlopen uitermate moeizaam. Er zijn twijfels of jongeren zich wel voldoende kwalificeren en of ze dat later niet wordt nagedragen. Menselijk kapitaal en vaardigheden kunnen snel gaan roesten bij langdurig verblijf op de reservebank. Bijbanen gaan verloren en studieschulden lopen op.

Daarnaast zijn er grote zorgen over de mentale en sociale ontwikkeling van jongeren. Sommigen raken ontmoedigd en zoeken niet eens meer naar werk. Daardoor raken deze jongeren uit beeld en tellen ze niet mee in de werkloosheidscijfers. Psychische problemen, zoals depressiviteit en angststoornissen, zijn andere grootschalige, schrikbarende gevolgen. Door lange wachttijden worden deze problemen niet tijdig en adequaat behandeld. Zo ontstaat langzaam maar zeker een coronageneratie.

Intensieve aanpak ontbreekt

Vanuit het bovenstaande beeld zou te verwachten zijn dat er een intensieve en landelijk en regionaal gecoördineerde aanpak loopt die erop is gericht om jongeren perspectief te bieden. Toch is dat niet zo. De aandacht voor jeugdwerkloosheid verslapt. Net als in de vorige crisis wordt te licht gedacht over dit thema. Als de economie weer aantrekt, neemt ook de jeugdwerkloosheid vast snel af, zo denken beleidsmakers. Bovendien zijn veel jonge werklozen studenten of scholieren die een ‘bijbaantje’ verliezen.

Deze gedachtegang helpt niet. Ten eerste zijn, zoals gezegd, de gevolgen van jeugdwerkloosheid langdurig. En ten tweede kunnen veel studenten en scholieren in Nederland zonder werk niet in hun bestaan voorzien, een opleiding financieren, een kamer aanhouden en anderszins actief meedoen in de maatschappij. Werk is geen luxe, maar bittere noodzaak.

Het 'New Common'

De coronacrisis zet grote maatschappelijke uitdagingen op scherp. Tilburg University deelt kennis en inzichten om onze samenleving opnieuw vorm te geven. Over dit ‘nieuw samen’ gaan we graag in gesprek.

Publicatiedatum: 12 februari 2021