Een studentendecaan informeert en adviseert over alle problemen waar je tijdens je studie mee te maken kunt krijgen.

Mies Hezemans is studentendecaan af

Verhaal 6 min. Raquel Mourik

Mies Hezemans liep 36 jaar rond op Tilburg University, waarvan het grootste deel als studentendecaan. In die tijd veranderde niet alleen de inhoud van het werk, ook studenten zijn niet meer hetzelfde.

“Ik heb een opleiding gedaan waar geen werk voor was en ik had werk waarvoor geen opleiding was,” vertelt Mies Hezemans, tot voor kort studentendecaan aan Tilburg University. “In de jaren tachtig begon ik aan de opleiding Letteren. Ik had toen een jaar in Engeland gewerkt. Daarvoor had ik de hbo-opleiding tot bibliothecaris in Tilburg afgerond. Het was mijn plan om verder te studeren in Utrecht, maar toen startte de opleiding Letteren in Tilburg en dat sprak me aan. Toevallig kon ik ook weer in mijn oude kamer terecht, dus het was alsof er niets was veranderd.” 

“Tijdens mijn studie werkte ik bij het Steunpunt Studiefinanciering. De nieuwe studiefinanciering was in 1986 ingevoerd en dat was een grote puinhoop.” Een jaar later kwam er een baan vrij als studentendecaan. Mies solliciteerde en werd aangenomen. Mede dankzij haar grote kennis over de studiefinanciering, iets wat toentertijd nog het grootste deel van de baan behelsde. 

Een eigen draai 

“De meeste van mijn collega’s kende ik al. Toen ik in ’79 begon met mijn hbo-opleiding mochten we meedoen aan de hogeschool introductie. Die werd georganiseerd door twee studenten economie. Een maand later kwam een docent bij ons in de klas. Hij zei: ‘Ze zoeken mensen om de introductie mee te organiseren.’ Wij dachten dat wij dat veel beter zouden kunnen, dus zijn we bij de TIK gegaan, de Tilburgse Introductie Kommissie. Tegenwoordig heet dat TOP (red. Tilburg Orientation Program). Dat hoorde toen bij de Dienst Studentenzaken en Welzijn. Als decaan kwam ik jaren later wederom op deze afdeling te werken.”  

Het werk is heel breed en net zo breed als je het zelf invult of mag invullen van de organisatie

De studentendecaan geeft studenten informatie, advies en begeleiding over hun rechtspositie, welzijn, gezondheidszorg, studiekeuze en studiemethoden. De decaan begeleidt ook studenten die studievertraging oplopen door bijzondere omstandigheden, zoals ziekte of het overlijden van een ouder. En ze adviseert over het bindend studieadvies. 

Mies: “Ik wist wel ongeveer wat de baan inhield, maar ik was verrast dat ik er een eigen invulling aan kon geven. Het werk is heel breed en net zo breed als je het zelf invult of mag invullen van de organisatie. Tilburg was van oorsprong een kleine universiteit. Bij grote universiteiten zijn er ook allerlei commissies actief die ergens iets van moeten vinden. Bij ons was alles veel sneller geregeld.” 

Mies wist precies hoe het werkte 

“Een groot deel van de tijd ging op aan de studiefinanciering. Wij hadden namens DUO het mandaat om voorzieningen toe te kennen. Studenten die vertraging opliepen of die niet financieel werden ondersteund door hun ouders, konden wij een extra financiering toekennen. Ik wist precies hoe alles werkte. Als vertegenwoordiger van alle landelijke decanen voerde ik overleg met het management van DUO. Er is veel maatwerk mogelijk, maar veel studenten weten dat niet. Als decaan moet je de wet- en regelgeving kennen, maar het werk heeft ook een zachte kant. Studenten komen vaak met vraag A, maar eigenlijk zoeken ze naar een antwoord op vraag B en C. Ook is er vaak een combinatie van vragen. Het decanaat gaat niet over zaken als ongewenst gedrag of psychische nood, maar we weten wel naar wie we kunnen verwijzen.” 

Alles wat je in de krant leest, heeft een link met een student

“Wat een enorme vlucht heeft genomen, is het aantal studenten met een rugzakje. Op een zeker moment kregen scholieren met bijvoorbeeld dyslexie en pdd-nos ondersteuning waardoor ze ineens wel een VWO-diploma konden halen en dus konden gaan studeren. Daar moesten wij ook voorzieningen voor treffen en tentamenregelingen voor opstellen. Als er iets speelt waardoor je als student vertraging kunt oplopen, dan meld je dat bij de decaan en dan bekijken wij hoe we daarin tegemoet kunnen komen en wat er financieel mogelijk is. Dat gaat best ver. Alles wat je in de krant leest, heeft een link met een student. Als er een ramp is of er is een ongeluk geweest, dan is er direct of indirect altijd wel een student bij betrokken. Maar het werk gaat ook over klein leed: ruzie met de huisbaas, verkering die uit is, uit de kast komen. Als decaan heb je te maken met alles wat de studievoortgang belemmert.” 

Nederland telt zo’n zestig universitaire decanen. Mies deed het werk lang samen met een collega, tegenwoordig vormen zes deeltijders het decanaat. Daarnaast zijn er talloze studieadviseurs actief, er zijn verschillende vertrouwenspersonen en is er een studentenpsycholoog en een studentenpastor. 

Niet alleen het werk veranderde 

Mies: “De vraag is verbreed. Er zijn natuurlijk ook veel studenten bijgekomen, ook veel internationale studenten. Ook dat heeft het werk veranderd. Hun problematiek is anders. Als er bij hen iets aan de hand is, dan heeft dat veel consequenties. Studenten van buiten Europa betalen enorm veel collegegeld, dus zij willen alleen maar hard studeren. Alles wat dat verhindert, is meteen een probleem. Als er een oorlog uitbreekt of er is een aardbeving, dan heeft dat altijd gevolgen voor een aantal studenten op onze universiteit. Dan moet er als een speer van alles worden geregeld. Inmiddels hebben we daar draaiboeken voor.” 

Maar niet alleen het werk veranderde, ook de student veranderde door de jaren heen. “Ze zijn allemaal gaan werken. En het werk gaat vóór de studie. En ze hebben allemaal te maken met de beruchte studiedruk of prestatiedruk. Ik vind het heel lastig om in te schatten in hoeverre dat een reëel probleem is of dat mensen elkaar napraten. Ik ben natuurlijk beroepsgedeformeerd. Ik zag alleen studenten die ergens meezitten. Jaarlijks waren dat er zo’n tweeduizend. Meestal zijn dat studenten uit een omgeving waar minder steun is, zowel materieel als immaterieel. Soms kunnen ouders niet bijdragen, soms willen ze niet en een andere keer komen ze te overlijden. Dat zijn natuurlijk verschrikkelijke dingen.  

Maar er zijn ook studenten die zichzelf die druk opleggen. Meisjes van wie de wereld instort als ze ‘slechts’ een zeven halen. Tja, daar moet je dan natuurlijk wel wat mee. Daarom verwijzen we studenten door naar de training van de studentenpsychologen, zoals Positief perfectionisme. Natuurlijk dragen universiteiten ook bij aan die druk. Zij willen de beste afgestudeerden afleveren, maar een aantal universiteiten heeft juist de vermelding ‘met lof’ afgeschaft. Ik denk dat je daarin een gulden middenweg moet zien te vinden. Je moet ervoor waken dat je een ongezonde competitie krijgt. Tegelijk zullen er altijd mensen zijn die harder hun best doen dan anderen en die daar de vruchten van willen plukken. En er zijn mensen die het niks kan schelen. Ik vind het mooi als iemand met lof slaagt, maar ik kijk een ander er niet op aan als het hem niet lukt. Ik vind ook niet dat je de eervolle vermelding moet afschaffen, het kan namelijk ook een voorbeeld zijn. De sterkeren trekken de zwakkeren mee. Daarom ben ik ook voor breder opleiden, waarbij alle scholieren de eerste drie jaar bij elkaar zitten, ongeacht het niveau.” 

Ik vind het echt wel zonde als het echte studentenleven op die manier aan je voorbijgaat.

Zoek elkaar op! 

Uit recent onderzoek van Trimbos zou blijken dat de helft van de studenten gevoelens van angst en depressie ervaart, en dat 80% zich eenzaam voelt. Hoe kijkt Mies daar tegenaan? 

“Ik twijfel over hoe representatief die onderzoeken zijn. Ik vermoed dat die worden ingevuld door studenten die het echt slecht hebben. Ik vind het heel lastig. Tegelijk zie ik dat studenten jong zijn en van alles willen. En op die telefoon zien ze dat de hele wereld beter is dan zij. Als je het mij vraagt zijn studenten al een stuk beter af als ze een keer die telefoon wegleggen. En zoek elkaar op! Na corona zag je ook dat studenten het wel prima vonden, lekker online lessen volgen. Toen hebben we gezegd: we gaan alles weer op de universiteit doen. Op de campus kom je elkaar tegen en daarbuiten zijn er ook voldoende mogelijkheden om contacten te leggen. Je kunt lid worden van een studentenvereniging of van een studievereniging. Of je kunt gaan sporten of iets ontplooien op het gebied van theater. Alles is er. Toch voel ik een soort koudwatervrees. Een aantal studenten blijft zelfs liever thuis wonen. Ik vind het echt wel zonde als het echte studentenleven op die manier aan je voorbijgaat.” 

Mies windt er geen doekjes om. In haar jaren als decaan is ze ook nooit bang geweest om de botte bijl te hanteren. “Bij de uitreiking van de erepenning zei de rector: ‘Lieverkoekjes werden bij jou niet gebakken.’ Ik sta erom bekend nogal direct te zijn. Ik kan er ook niet zo goed tegen als mensen niet zelf nadenken. Dan zat ik met zo’n student waar niks uitkwam. Dan denk ik: je móet niet studeren hè. Blijkbaar bestaat het idee dat als je VWO hebt gedaan, je naar de universiteit moet. Ik sta daar anders in. Ga werken, ga reizen, ga iets doen waar je warm van wordt en komt terug als je weet waarom je iets wil doen.” 

Mies Hezemans - universiteitspenning

Bij de uitreiking van de erepenning zei de rector: ‘Lieverkoekjes werden bij jou niet gebakken.’

“Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.” 

Mies heeft niet één, maar zelfs twee stoelen in het Have a Seat beurzenprogramma van het universiteitsfonds. “Mijn slogan paste gewoonweg niet op één stoel: ‘Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always’. Ik draag het universiteitsfonds een zeer warm hart toe. Als studentendecaan heb ik met behulp van het universiteitsfonds meermaals internationale studenten in grote moeilijkheden kunnen helpen. Zij hebben geen studiefinanciering of leenmogelijkheden, moeten alles zelf bekostigen en vooral studenten van buiten Europa betalen heel veel collegegeld. Als ze dan met veel moeite en hulp van familie, vrienden of soms zelfs het halve dorp, dat geld bij elkaar hebben en er gebeurt iets onverwachts, bijvoorbeeld een ouder in het ziekenhuis, of er breekt opeens een oorlog uit in het thuisland waardoor ouders hun werk verliezen, dan hebben ze meteen een groot probleem. Maar ook veelbelovende studenten van andere continenten, die niet in een gespreid bedje worden geboren, kunnen door dit fonds hier studeren en daarmee later in hun thuisland het verschil maken. Deze studenten zijn supergemotiveerd, moeten zoveel overwinnen, daar heb ik veel respect voor.” 

 Al bij al kijk ik terug op 36 mooie jaren. Het was een mooie, veelzijdige werkplek. Ik had fijne collega’s en ik heb veel jonge mensen op weg geholpen.

Einde van een tijdperk 

Op 1 september van dit jaar, stopte Mies Hezemans als decaan aan Tilburg University. Het komende jaar benut ze om te bekijken hoe ze haar werkende leven verder wil invullen. “Ik was er een beetje klaar mee. Na corona is het niet meer geworden wat het was. Er is meer papierwerk bij gekomen en het is bureaucratischer geworden. Al bij al kijk ik terug op 36 mooie jaren. Het was een mooie, veelzijdige werkplek. Ik had fijne collega’s en ik heb veel jonge mensen op weg geholpen. Als decaan heb je een onafhankelijke positie. Eigenlijk zijn we een beetje de luis in de pels. Ik heb ook wel eens een student geadviseerd een schadevergoeding van de universiteit te vragen. Of ik zelf in deze tijd had kunnen studeren? Dat is moeilijk te zeggen omdat ik weet hoe het was. Als je jong bent ga je gewoon mee in wat er is. Ik moet er nu eerlijk gezegd niet aan denken om zoveel met computers te werken en om zoveel te moeten. En dan al die online hulpmiddelen. Zo’n Magister. Als middelbare scholier kan je niet eens een keer spijbelen zonder dat je ouders het weten. Verschrikkelijk!” 

Over Mies Hezemans

Mies Hezemans studeerde van 1984 tot 1990 Taal- en literatuurwetenschap aan Tilburg University. Ze maakte jarenlang deel uit van de TIK (Tilburgse Introductie Kommissie). Na haar studie werd ze in 1992 studentendecaan. Vanuit die functie vertegenwoordigde ze alle decanen van Nederlandse universiteiten in het overleg met DUO. In september 2023 legde Mies haar werkzaamheden neer. Ze is daarmee de langstzittende decaan van Tilburg University. Bij haar afscheid ontving ze de Universiteitspenning voor haar bijzondere verdiensten voor de universiteit. 

Publicatiedatum: 8 november 2023