Kerstboom

Juliëtte van Deursen-Vreeburg: compassie en leren luisteren met het oor van je hart

Interview 4 min. Tineke Bennema

Onze samenleving gaat gebukt onder spanningen die alleen maar heftiger lijken te worden, tussen arm en rijk, tussen mensen met verschillende afkomst en geloof, tussen welvarende landen en de ‘global south’, over wie gaat betalen voor de gevolgen van klimaatverandering, en over brandhaarden zoals Oekraïne en Israël-Gaza. Zien we elkaar steeds minder als mens, maar meer als vijand? Kunnen we ons nog wel openstellen voor de ander? Empathie opbrengen? Een gesprek met historica en theologe dr. Juliëtte van Deursen-Vreeburg, die een rol weggelegd ziet voor het onderwijs en die pleit voor ‘meer dialoog en minder debat’, waarbij digitaal detoxen een absolute aanrader is.

‘Ik zie inderdaad wel veel vijanddenken momenteel op scholen bijvoorbeeld, waar leerlingen sympathie hebben voor extreemrechts gedachtengoed en leraren bepaalde onderwerpen maar liever niet willen bespreken. Sociale media versterken het gevoel van polarisatie, omdat je niet echt met elkaar in gesprek bent. Het is alsof we in de fuik van de sociale media zitten.

Maar ik ben ook historica, ik lees nu over de reformatie bijvoorbeeld en dan relativeer je die polarisatie wat: oorlog en strijd zijn van alle tijden. Ik noem dat de (soms schrale) troost van de geschiedenis. Als ik kijk in mijn leven: toen ik opgroeide waren we wel meer met kleine, alledaagse dingen bezig. Oorlog en klimaatverandering zijn nu veel dichterbij door de media, die de nadruk leggen op wat er misgaat en zo bijdragen aan een negatief wereldbeeld. 

Juliëtte van Deursen

Compassie in eigen kring heb je van nature, het raakt je als je mensen die je kent ziet lijden. Als het verder weg is moet dat gevoel gestimuleerd worden, door een groep of een gemeenschap waar je je bij kunt aansluiten.

Vanwege het vele leed en ellende trekken mensen zich op een gegeven moment terug. Ze hebben natuurlijk ook allemaal hun eigen zorgen over naasten, of geld of een woning. Compassie in eigen kring heb je van nature. Het raakt je als je mensen die je kent ziet lijden. Als het verder weg is, moet dat gevoel gestimuleerd worden, door een groep of een gemeenschap waar je je bij kunt aansluiten. Als individu kun je het moeilijker opbrengen, zeker voor de lange termijn. Wat kun je in je eentje doen aan het lijden ver weg?

Door onze geïndividualiseerde samenleving is er minder binding dan vroeger met gemeenschappen. Het idee dat je problemen samen opvangt met de kerk bijvoorbeeld. Je zag bij de Oekraïnecrisis in het begin wel veel bereidheid van mensen om te helpen, maar dat gevoel zakt langzaam weg. Er is zeker aandacht voor leed van anderen, maar als het lang duurt wordt het minder.’

Als er een gevoelig onderwerp ter sprake komt, schieten we zelf vaak in de debatmodus

Hoe blijven we toch open staan voor elkaar en behouden we onze compassie voor mensen die het moeilijk hebben?

‘Enkele jaren geleden publiceerden we over het begrip ‘spirituele gastvrijheid’ (Juliëtte van Deursen-Vreeburg, Leo Mock en Marcel Poorthuis, Abraham/Ibrahim. De spiritualiteit van de gastvrijheid). Uitgangspunt is de gastvrijheid van aartsvader Abraham, die belangrijk is voor jodendom, christendom en islam. Hij verwelkomde drie vreemdelingen als gasten bij zijn tent in de woestijn en maakte eten voor hen. Abraham wordt zo voor ons een voorbeeld van spirituele gastvrijheid. Dat is mooi: natuurlijk allereerst dat je je met die gastvrijheid openstelt voor de ander, maar de gast fungeert tegelijkertijd als een soort spiegel, voor je eigen denkbeelden en traditie. Je ziet hoe de ander naar jou kijkt en die persoon helpt jou om op je eigen opvattingen en leefwijze te reflecteren. Zo kan er een interreligieuze dialoog ontstaan. Dat betekent niet altijd dat je zelf van gedachten moet veranderen, maar wel leer je kritischer naar jezelf te kijken. Door die openheid word je gestimuleerd in je nieuwsgierigheid en in zelfreflectie. 

Polarisatie zie je ook in kringen om je heen. Als er een gevoelig onderwerp ter sprake komt, schieten we zelf vaak in de debatmodus. Maar je kunt ook belangstelling tonen, proberen te weten te komen wat de ander beweegt. In de polarisatiecultuur, hierbij volg ik de theorie van Bart Brandsma, worden de uiterste polen extremer, en de extreme stemmen proberen je te dwingen om positie in te nemen, om te kiezen, om op te schuiven richting de polen. De woordvoerders van de extreme posities willen alleen maar zenden en medestanders werven voor hun standpunten, echt luisteren is er dan niet bij. Maar, om polarisatie tegen te gaan, moet je juist de middengroepen stimuleren om zich uit te spreken, zodat die ervoor kunnen zorgen dat de discussies niet steeds heftiger worden en de samenleving ontwrichten. We moeten ook weer benieuwd zijn naar elkaar, wat zit er achter iemands positie? Meer dialoog en minder debat. Voor de interreligieuze dialoog is het van belang dat mensen elkaar ook echt ontmoeten: ga naar een moskee, een synagoge of een kerk, beleef een dienst, ga met mensen in gesprek en je krijgt een ander beeld. Zoek ook de diepgang. Dan ga je de mensen beter zien en begrijpen.’

Menszijn en maakbaarheid hebben hun grenzen, het is goed ons te realiseren hoe kwetsbaar we eigenlijk zijn en dat we elkaars bescherming nodig hebben

Je leeft volgens de spiritualiteit van de Regel van Benedictus, wat leer je daar over meer openheid voor anderen?

‘Ik ben oblaat (toegewijd) van de benedictijner abdij van Egmond-Binnen, daar kom ik voor bezinning en gebed. Het is een oude kloosterorde uit zesde eeuw. Ik ben geen monnik, ik leef niet in het klooster, het gaat bij oblaten om het leven volgens de Benedictijnse spiritualiteit in het gewone leven van alledag, in je gezin en op het werk. 

Wie een relatie aangaat met de abdij integreert de Benedictijnse spiritualiteit in het dagelijks leven. Ik ben daarvoor een traject ingegaan met vormingsweekenden en daarna kun je ervoor kiezen om tijdens een viering in de abdij je opdracht te doen als oblaat.

Luisteren staat centraal in de Regel van Benedictus, luisteren met het oor van je hart, zoals het zo mooi staat in de Proloog van de Regel. Dat is een levenshouding: je schort je eerste reactie even op en probeert je helemaal open te stellen om echt te luisteren naar de A(a)nder. En gastvrijheid is dus ook heel belangrijk, je staat open voor anderen en als er een gast komt, dan ontvang je hem alsof hij Christus zelf is. Dat vergt oefeningen om deze waarden en deugden aan te leren. Het klooster wordt door Benedictus een oefenschool voor het leven genoemd. Nederigheid is ook zo’n Benedictijnse deugd. Het komt van het woord ‘humilitas’ dat verwijst naar humus, aarde. Het gaat dus om aardsheid, om met beide benen op de grond staan. Weten dat je als mens beperkt, niet almachtig bent. Menszijn en maakbaarheid hebben hun grenzen, het is goed ons te realiseren hoe kwetsbaar we eigenlijk zijn en dat we elkaars bescherming nodig hebben.’

Contemplatief lezen is een spirituele leesmethode uit de kloostertraditie die ik omzette naar een hedendaags model geschikt voor een diverse en seculiere context

Nu heb je onderzoek gedaan naar contemplatief lezen en onderwijs is natuurlijk ook een middel om meer begrip te kweken, maar het is net duidelijk geworden dat kinderen steeds slechter lezen. Maakt dat toenadering tot elkaar nog moeilijker?

‘Het leesprobleem is een veelkoppig monster. Er zijn allerlei oorzaken voor, mobieltjes, het feit dat kinderen en jongeren minder lezen (maar dat doen de volwassenen ook). Ik volg daarom met grote belangstelling de maatregelen om mobieltjes op school te verbieden. Ik ben gepromoveerd op levensbeschouwelijke onderwijs (Van Deursen-Vreeburg, Vacare: van lectio divina naar contemplatief lezen), mijn onderzoek richtte zich op hoe je met een bepaalde leesmethode, contemplatief lezen gebaseerd op de monastieke lectio divina, als persoon een relatie met de teksten kunt aangaan en daar inspiratie uit kunt halen. Jongeren kregen een parabel te lezen en betrokken die op zichzelf en leerden daarvan. Ik interviewde docenten over hoe dat lezen invloed heeft op persoonsvorming van de leerlingen. Het gaat dan over karakter, zoals we dat bij de Tilburg University noemen. Contemplatief lezen is een spirituele leesmethode uit de kloostertraditie die ik omzette naar een hedendaags model geschikt voor een diverse en seculiere context.

Op een middelbare school in Den Bosch hebben leerlingen al maanden geen mobieltjes in de klas en de leerlingen waren heel tevreden, omdat ze veel meer contact hadden met elkaar en zich beter konden concentreren in de les. Ze vatten het op als een bevrijding. Ik denk dat het goed idee is als ook studenten en andere volwassenen vaker een tijdje zonder mobiel doen: probeer eens een digitale detoxdag. Je kunt veel beter lezen, luisteren en praten zonder mobiel. Lezen vraagt om het vrijmaken van tijd en het vergt concentratie. Contemplatief lezen laat je nadenken over levensvragen en over goed en kwaad. Dat vereist ook verlangzaming, je moet tijd nemen en ruimte creëren zodat je helemaal in een andere wereld terecht kan komen. Films en series kijken kunnen ook dat effect hebben, maar lezen biedt een diepere laag. Meer aandacht voor lezen moet de opdracht zijn van de hele school en ook van de universiteit. Studenten moeten veel lezen voor hun studie, maar met alleen de kerncitaten eruit pakken kom je er niet. Als je plezier wilt hebben en echt iets wilt leren moet je in de tekst duiken en deze tot je te nemen. Contemplatief lezen helpt je om andere werelden binnen te gaan, je open te stellen voor andere culturen, andere mensen en opvattingen.’

Publicatiedatum: 21 december 2023