Peter Essers

Peter Essers: “Als je als fiscalist niet kijkt naar de mens achter de wet, heb je grote kans dat het fout loopt”

Passie 5 min. Corine Schouten

Hoogleraar Belastingrecht en voormalig senator Peter Essers neemt op 15 maart 2024 afscheid van de Universiteit van Tilburg om met emeritaat te gaan. Hij heeft zijn wetenschappelijke loopbaan altijd gecombineerd met maatschappelijke functies, zoals het lidmaatschap van de Eerste Kamer. Met een knipoog naar zijn afscheidsrede onder de titel ‘Belastinghervormingen tussen Frustratie en Fascinatie (Van de Franse Revolutie tot Box 3)’, kijken we terug op zijn eigen fascinaties, die de nodige fiscale frustraties omvatten. Wetenschap vindt hij het mooiste wat er is, vooral de wisselwerking tussen recht, economie en politiek. “Je moet ieder perspectief begrijpen, pas dan kun je een goed oordeel geven.”

Waar komt je belangstelling voor belastingen vandaan? 

Die begon toen ik hier economie studeerde. Gaandeweg werd ik geïnspireerd door hoe economie en recht in de praktijk uitwerken, dus de invloed ervan op burgers, bedrijven en de samenleving. Ik ging me realiseren dat de overheid een hele belangrijke rol kan spelen in het leven van gewone mensen, ten goede en ten kwade. In het belastingrecht was die invloed het sterkst te zien.

Bij fiscale economie waren er toen nog maar weinig studenten en docenten: iedereen kende elkaar. Daar heb ik veel van geleerd. Inspirerende coryfeeën waren Jan van Dijck en Chris Geppaart, zij waren toonzettend. Maar ik heb ook veel geleerd van Theo Stevers, die openbare financiën gaf. Bij hem kwam de combinatie politiek, economie en recht sterk aan bod. Eigenlijk ben ik vooral door hem belastingrecht gaan doen. Daar heb ik nooit spijt van gehad. 

De manier waarop de Belastingdienst optreedt, grijpt ontzettend in in het leven van gewone mensen

Onderscheidend voor Tilburg is ook kritisch denken en aandacht voor fiscaal-ethische aspecten. Die hebben we met de paplepel ingegoten gekregen. Kijk naar de Toeslagenaffaire: de manier waarop de Belastingdienst optreedt, grijpt ontzettend in in het leven van gewone mensen. Als je dat als belastinginspecteur niet in de gaten hebt, kun je veel kwaad berokkenen. Iedereen in die affaire kan integere bedoelingen hebben gehad, maar in het systeem kunnen die verkeerd uitpakken. 

Dat heb ik ook sterk gezien in mijn onderzoek “Belast Verleden”, naar onder meer de Belastingdienst in de Tweede Wereldoorlog. Ik kom uit Margraten, waar de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats is, dus de oorlog was altijd heel dichtbij. In dat onderzoek ben ik me pas echt goed gaan realiseren welke machtspositie de overheid heeft, met name op fiscaal terrein. Want alle gegevens van burgers liggen bij de Belastingdienst. En die waren voor de Nazi’s als bezetter ook heel interessant.

Hoe maakten de Nazi’s er gebruik van?

De invloed van de bezettingsmacht op het Nederlandse stelsel was groter dan ik dacht. Nederlandse belastingambtenaren grepen de gelegenheid te baat om hervormingen waarvoor geen politieke steun was, tijdens de bezetting door te voeren. Onze inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting vinden daar hun oorsprong. Voor die tijd was Nederland eigenlijk een belastingparadijs, zoals in het verleden Zwitserland. Met toestemming van de Duitsers konden de Nederlandse ambtenaren hun gang gaan, zonder zich te realiseren dat wat goed is in vredestijd, helemaal niet goed hoeft te zijn in oorlogstijd. Want de toename aan belastingmiddelen was uiteindelijk niet voor Nederland, maar voor Nazi-Duitsland. Bovendien lieten de ambtenaren de geheimhoudingsplicht varen, waardoor alle gegevens van Joden en andere vervolgden bij de centrale Duitse leiding terecht kwamen. Dat heeft heel veel schade berokkend. 

Het was wel de mentaliteit van die tijd: ambtenaren voerden alleen de wet uit

De Joden moesten hun vermogen bijvoorbeeld op de Duitse Lippmann, Rosenthal & Co- bank zetten, terwijl ze alleen met speciale toestemming toegang kregen tot hun rekening. Maar de Belastingdienst bleef daar gewoon belasting over heffen, wet is wet. Ook de Hoge Raad ging daar niet voor liggen. Bovendien sloot de Belastingdienst een deal met de Duitsers om de joodse belastingschuld af te kopen met een lumpsum van die Liro-rekeningen. En of dat niet genoeg was, kregen de weinige joden die terugkeerden ook nog naheffingen. 

Het was wel de mentaliteit van die tijd: ambtenaren voerden alleen de wet uit. Ook omgekeerde discriminatie kon niet. Die kilheid zat in het systeem. Maar nog steeds geldt: als je je als fiscalist puur fiscaaltechnisch opstelt, zonder te kijken naar de mens erachter, dan heb je grote kans dat het fout loopt. Dat is bij de kinderopvangtoeslagen ook gebeurd, waarbij ouders vanwege een kleine fout alles moesten terugbetalen.

Je zat zelf in de Eerste Kamer toen het speelde. Zijn de signalen niet serieus genomen?

Het alles-of-niks beleid was geen onderdeel van de wetgeving, dus daar heeft de Kamer nooit mee ingestemd. Maar we hadden moeten doorvragen toen de klachten kwamen. Ik heb wel uitdrukkelijk de vraag gesteld of men niet te ver ging waardoor onschuldigen de dupe werden, maar de toenmalige staatssecretaris antwoordde dat alleen zou worden opgetreden tegen daadwerkelijke fraude. Daar hebben ze zich dus niet aan gehouden.

Heeft de wetenschap het niet gezien?

Wij hebben er veel te laat aandacht aan besteed. Ik heb de verhoren op de voet gevolgd: de manier waarop men redeneerde en de zaak afschoof op elkaar was onvoorstelbaar. Er was zelfs een premiesysteem voor wie de meeste boetes inde. Ik was zeer verbaasd over de toestanden in de oorlog, maar dit heeft me ook zeer verbaasd. 

Ethiek is van wezenlijk belang: mensen moeten eigen verantwoordelijkheid durven nemen

De Bulgarenfraude heeft veel kwaad berokkend. Misbruik werd keihard aangepakt, maar het gros van de mensen die toeslagen kregen had daar niks mee te maken. Instanties proberen het goed te praten of bekennen collectief schuld, zodat niemand schuld heeft. Maar je kunt best herleiden waar het mis ging --we moeten juist ontzettend veel leren van dit dossier. Ook hier is ethiek van wezenlijk belang: mensen moeten eigen verantwoordelijkheid durven nemen. Dat hebben er maar weinig gedaan. 

Werd je senator voor het CDA omdat je de politiek en economie wilde combineren?

De Eerste Kamer was nooit mijn ambitie; wetenschap is het mooiste wat er is. Maar er kwam een verzoek van het CDA omdat de toenmalige fiscalist in de Eerste Kamer met pensioen ging. Voor een wetenschapper is de Eerste Kamer overigens wel een goede positie, die is minder politiek dan de Tweede Kamer. Ik heb veel uit kunnen leggen over fiscale beginselen en ook ontzettend veel geleerd. Gelukkig heb ik nooit dingen hoeven zeggen waar ik niet achter stond. Dan zou ik eruit zijn gegaan. 

Hoe kwamen politiek, economie en recht samen in je onderzoek? 

De relatie tussen overheid en burger zat er altijd in. De overheid wil graag alles dichttimmeren met wetgeving, want dat schept helderheid, maar het is ook heel ingewikkeld. Als bedrijf kun je daarbij de grenzen opzoeken, door oneigenlijk gebruik van fiscale regelingen in bijvoorbeeld beleggingsconstructies. Soms is wetgeving met open normen beter en dan moet de rechter de grenzen aangeven, maar burgers hebben ook behoefte aan rechtszekerheid. Dat spanningsveld heeft mij altijd geboeid. Waar het ontaardde was in de Tweede Wereldoorlog en bij de kinderopvangtoeslag. 

Studenten heb ik ook de gelegenheid gegeven om dit soort onderzoek te doen. Ze hebben de deal tussen de Rabobank en Philips uitgezocht waarbij de Rabobank de knowhow voor het maken van cd’s kocht en weer terugverhuurde aan Philips. Met deze constructie kon Philips broodnodige liquiditeiten verwerven en verliezen uit het verleden fiscaal compenseren. 

Je moet ieder perspectief begrijpen, pas dan kun je een goed oordeel geven

Over deze Technolease zaak is veel te doen geweest. Een van mijn promotores, Jan van Dijck , had een positieve opinie  over de deal gegeven aan minister Andriessen van Economische Zaken, die Philips wilde redden. De studenten hebben in interviews met politici en ambtenaren veel frustraties ontdekt, omdat ze niet gehoord of geïnformeerd werden. We kregen ook de beschikking over de computer van Van Dijck, via zijn zoon; ik heb met veel geluk het wachtwoord geraden. Onze conclusie was dat hij  niet had moeten toegeven aan de druk om in één nacht een opinie te schrijven, te meer omdat  ons is gebleken dat het dossier waar hij over moest oordelen niet compleet was.  

We hebben het drama nagespeeld in een rollenspel en in een boek. Je moet ieder perspectief begrijpen, pas dan kun je een goed oordeel geven.

En wat ga je nu doen?

Naast mijn voorzitterschap van de Vereniging voor Belastingwetenschap en van de redactie van het Weekblad Fiscaal Recht ga ik ook door met mijn onderzoek. In mijn afscheidsrede maak ik weer de combinatie tussen fiscaal en historisch onderzoek, van de Franse Revolutie tot box 3, dat is een hele mooie.

Publicatiedatum: 14 maart 2024