TIAS gebouw

Van werklozenfonds Diogenes tot TIAS School for Business and Society

Via Nostalgia 5 min. Joep van Gennip

In het najaar van 1983 zag het Steunfonds Wetenschappelijk Onderzoek Werkloze Academici het licht aan de toen nog Katholieke Hogeschool Tilburg. De hoogleraren Harry Peeters en Hans Adriaansens van de subfaculteit psychologie waren op het idee gekomen vanwege de hoge werkloosheidscijfers onder afgestudeerde studenten in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw en het succes van een vergelijkbaar project voor net afgestudeerde ingenieurs aan de Landbouwhogeschool Wageningen dat in 1981 al van start was gegaan.

Het doel van het Tilburgse project was om via het bedrijfsleven fondsen te werven waarmee werkloze academici (promotie)onderzoek konden doen voor de duur van vier jaar, met behoud van uitkering. Daarnaast kregen zij vanuit het fonds een tegemoetkoming in de huisvestings- en onderzoekskosten. De onderzoeken zouden inhoudelijk begeleid worden door Tilburgse hoogleraren en daarin zouden vooral ‘de problemen van de huidige samenleving, de verandering van normen, waarden en gedrag en mentaliteit' centraal moeten staan. De Tilburgse wetenschappers die aan de wieg stonden van het fonds waren van mening dat dit toen onvoldoende gebeurde en dat daarnaast de resultaten te veel door een sociaaleconomische of partijpolitieke bril werden bekeken.

Diogenes werd Tilburgs Instituut voor Academische Studies

Het fonds, dat aanvankelijk de naam Diogenes droeg, heette vanaf 1984 Tilburgs Instituut voor Academische Studies, afgekort TIAS. Het instituut slaagde erin om een samenwerkingsverband op te zetten met de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging en wist ook het Ministerie van Onderwijs te overtuigen om geld in het project te steken. Dit laatste werd mede gevoed doordat onderwijsminister Deetman een experimentele rol voor het TIAS zag weggelegd in de zogenaamde ‘tweefasenstructuur’. Studenten die na vier jaar afgestudeerd waren (eerste fase) konden voor postdoctoraal onderwijs en onderzoek terecht in de tweede fase. Binnen TIAS kwam daarvoor een speciale School van Mens- en Maatschappijwetenschappen, alsook enkele praktijkopleidingen die aansloten op de arbeidsmarkt. De Tilburgse Hogeschool hoopte dat het bedrijfsleven deze mede zou financieren. Het Ministerie van Onderwijs zag in deze neoliberale gedachtegang vooral een goede mogelijkheid om op de kosten voor het postdoctoraal onderwijs te besparen.

TIAS Building

Het TIAS-gebouw dateert van 1998 en is een ontwerp van de Belgische architect Christian Kieckens (1951-2020). Het is vanaf het begin het onderkomen van de business school.

Toen het College van Bestuur van de hogeschool ervan overtuigd raakte dat men met TIAS wel eens goud in handen kon hebben, professionaliseerde het fonds verder. Er kwam bureauondersteuning en de secretaris van de subfaculteit Letteren werd directeur van TIAS. Op uitnodiging van Herman Wijffels, op dat moment lid van het hoofdbestuur van de Rabobank, kon TIAS haar plannen voor postdoctoraal onderwijs en onderzoek voor een brede groep vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven uiteenzetten. Daarnaast kwam er een apart stichtingsbestuur voor TIAS.

Tegenvallende instroom

Toch bleef het wennen voor de, inmiddels, Katholieke Universiteit Brabant om zo dicht tegen het bedrijfsleven aan te schuren. Het was een nieuwe situatie, die voortkwam uit de veranderende verhouding tussen universiteit en maatschappij, aldus founding father Harry Peeters. In september 1986 had de Katholieke Universiteit Brabant met de start van de postacademische opleidingen Bankwezen & Financiering en Bestuurlijke Informatiekunde de primeur om als eerste Nederlandse universiteit een compleet programma voor de tweede fasestructuur gereed te hebben. Ondanks de hooggespannen verwachtingen, viel de instroom echter bar tegen. Voor de eerste opleiding tekende slechts veertien cursisten in, voor de tweede twintig. Daarnaast werden drie nieuw te starten opleidingen zelfs uitgesteld vanwege te weinig inschrijvingen. Men weet dit aan het te hoge collegegeld, hoewel er voor de eerste vijf jaar al tussen de tien en vijftien miljoen gulden voor het TIAS-initiatief was gereserveerd. In 1987 startte alsnog de opleiding Arbeid & Organisatie (later Management & Organisatie), met veertien cursisten, en de Bedrijfsopleidingen (later Opleidingsadvisering) met twaalf cursisten.

De lage instroomcijfers hadden diverse oorzaken. Zo had TIAS nog weinig naamsbekendheid, ook niet onder bedrijven die vooral voor de financiële kosten zouden moeten opdraaien voor de werknemers die zij een opleiding lieten volgen. Ook het feit dat personeel in opleiding tijdelijk niet ingezet kon worden op de bedrijfsvloer speelde een rol. Het deeltijdkarakter van de opleidingen kwam hieraan deels tegemoet, maar zorgde er aan de andere kant weer voor dat buitenlandse studenten zich nauwelijks inschreven, terwijl men daarvan ook geld hoopte op te halen. Tevens was er binnen de Tilburgse universiteit onduidelijkheid over de positie en zelfstandigheid van TIAS. Wie moest bijspringen als de resultaten tegen bleven vallen?

Kenmerkend voor deze bijzondere instelling aan de Tilburgse universiteit was dat er altijd gedacht werd in groei en nieuwe opleidingsmogelijkheden

Doorontwikkelen personeel

Ondanks deze moeilijke start, leek TIAS de ontwikkelingen op onderwijsgebied goed aangevoeld te hebben. Steeds meer bedrijven zagen de noodzaak om hun personeel verder door te laten ontwikkelen, ook al kostte dat geld. De Tilburgse onderwijsinstelling bleef binnen de Nederlandse universitaire context ook eind jaren tachtig het monopolie houden op postdoctorale (beroeps)opleidingen op universitair niveau. Dat de HBO-opleidingen hier soms wantrouwend naar keken, is begrijpelijk, omdat ze immers uit dezelfde vijver visten. De extra financiering die er vanuit het Ministerie van Onderwijs kwam, zorgde voor een meer solide financiële basis. In 1991 telde TIAS meer dan tweehonderd cursisten die konden kiezen uit maar liefst negen opleidingen. Naast de vier reeds genoemde opleidingen waren dat Beleidsvoering in Non-Profit Organisaties, EDP-Auditing, Financieel Economisch Management, Overheidsaccountancy, Transport & Logistiek Dienstverlening en Wetgevingsjurist. In het academisch jaar 1992-1993 werden daar nog Manufacturering Management en Strategie & Management van Organisaties in de Gezondheidszorg aan toegevoegd.

Toch was de toekomst niet helemaal zonder zorg voor TIAS, omdat het positieve financiële resultaat van de instelling voor een belangrijk deel te danken was aan de overheidssubsidiëring die na 1992 niet meer beschikbaar zou zijn. Ook waren de inschrijvingen nogal scheef verdeeld. Verreweg de meeste cursisten waren verbonden aan de opleiding Bestuurlijke Informatiekunde (40 deelnemers) en EDP Auditing (35 deelnemers), terwijl de overige opleidingen het veel moeilijker hadden. Een intern egalisatiefonds zorgde er voorlopig voor dat de noodlijdende cursussen toch konden voortgaan.

tias gebouw
Tias college

Reden voor een feestje

Maar eind 1994 was er reden voor een feestje voor TIAS: de duizendste cursist had zich aangemeld en TIAS betrok enkele nieuwe kantoren op de Tilburgse campus. Kenmerkend voor deze bijzondere instelling aan de Tilburgse universiteit was dat er altijd gedacht werd in groei en nieuwe opleidingsmogelijkheden. In 1994, nog onder bewind van Harry Peeters, sprak TIAS dan ook de ambitie uit ‘om het grootste en beste Nederlandse instituut te worden voor langlopende postdoctorale opleidingen en korte cursussen of in company-trainingen voor middel- en hoger management.’ Dit laatste betekende dat de docent naar het bedrijf toekwam om daar aan het personeel een op maat gesneden managementopleiding aan te bieden. Deze ontwikkeling was in het buitenland al langer gangbaar, maar in Nederland nog redelijk uniek. Door aan te sluiten bij de internationale ontwikkelingen en topdocenten (ook uit het buitenland) aan te trekken, hoopte TIAS haar hoge ambities van Center of Excellence waar te kunnen maken. Het idee hierachter was het creëren van een vliegwieleffect en naamsbekendheid, waardoor grote bedrijven in TIAS zouden investeren onder meer door cursisten daar af te leveren.

Verzelfstandiging TIAS

In 1996 volgde professor Philippe Naert Harry Peeters op als directeur van TIAS, waardoor de professionalisering en internationalisering van het instituut verder werd uitgebouwd. Naert was verbonden geweest aan diverse internationaal en toonaangevende managementinstellingen en had een groot netwerk in het bedrijfsleven, waar nu volop van geprofiteerd werd. Onder zijn leiding kwam het idee van een instituut voor postacademische managementopleidingen aan TIAS van de grond. Naert wilde dat TIAS zich kon meten met de bekende Master of Business Administration (MBA)-opleidingen van grote internationale universiteiten. Om hieraan te voldoen werd de naam in 1997 omgezet in Tilburg Institute for Advanced Studies, de afkorting bleef ongewijzigd. Om te concurreren streefde TIAS ook naar een meer autonome positie binnen de Katholieke Universiteit Brabant. Zij wilde als autonoom en financieel zelfstandig derdegeldstroominstituut verder. Hiervoor moest de organisatiestructuur worden aangepast. De Commissie TIAS en het Dagelijks Bestuur van de instelling dienden vervangen te worden door een Raad van Toezicht (die fungeerde als een Raad van Commissarissen), een Internationale Adviesraad, en een directie. Deze laatste bestond uit een hoogleraar-directeur (die tevens decaan was) en een managing director. Zowel het College van Bestuur als de KUB-raad zagen nogal wat haken en ogen in het ambitieuze plan van TIAS. Zij waren bang dat de band met de universiteit verwaterde, dat door het aantrekken van internationale docenten de eigen professoren op de tweede plaats kwamen en dat het oprichten van een eigen TIAS-faculteit voor te veel concurrentie zou zorgen. Na de nodige onderhandelingen en garanties besloot het College van Bestuur in 2001 definitief voor de verzelfstandiging van TIAS tot TIAS Business School BV. De universiteit werd voor 100% aandeelhouder van de BV, met een toezichtstructuur ‘op afstand’. Het resultaat was ernaar: in 2000 stroomden 1410 cursisten (verdeeld over vier programma’s) in, terwijl twee jaar later de TIAS Business School tot de op één na beste MBA-opleiding van Nederland werd uitgeroepen.

Harry Peeters
Naert

Harry Peeters, jaar onbekend (fotocollectie Tilburg University).

Philippe Naert bij zijn inaugurele rede in 1997 (fotocollectie Tilburg University).

'Een kweekvijver van leiderschap'

Heden ten dage behoren verschillende executive-opleidingen van TIAS School for Business and Society tot de beste van Nederland en doet het instituut ook op de wereldwijde ranglijsten goed mee. Een knappe prestatie voor een instituut dat in 1983 begon als werklozenfonds. "In de jaren van groei en uitdagingen heeft TIAS zich ontwikkeld tot een kweekvijver van leiderschap. We zijn niet alleen een business school; we zijn een school voor business én society. Onze toewijding aan het opleiden van 'leiders van morgen' is de drijvende kracht achter onze inzet voor transitie als de oplossing voor de complexe vraagstukken die voor ons liggen”, aldus alumnus Jenke ter Horst Dean & Director TIAS School for Business & Society.

Publicatiedatum: 17 november 2023