Prize winners

Competitie arbeidsmarkt, onderwijs en zorg leidt vaak tot aantasting van maatschappelijke waarden

Wetenschap Werkt 4 min. Tineke Bennema

Competitie op de arbeidsmarkt, in de gezondheidszorg en in het onderwijs vinden we in Nederland heel normaal. De net gepromoveerde filosofe Yvette Drissen vraagt zich af of het wenselijk is om schaarse goederen binnen deze domeinen op een competitieve manier te verdelen. Zij waarschuwt dat zelfs als de competitie eerlijk wordt georganiseerd, dit ten koste kan gaan van onze maatschappelijke waarden, en kan leiden tot corruptie, vervreemding, opportuniteits-, psychologische en emotionele kosten.

‘In mijn omgeving zag ik dat ambities en criteria om ergens aan de slag te gaan overal steeds hoger werden gesteld, zowel bij werkgevers als bij werknemers. Tijdens mijn master filosofie zat ik in een UNICEF studententeam dat geld inzamelde voor het goede doel. Naast hun studie deden de anderen ook nog extra opleidingen. Want één studie is niet meer genoeg om mee te kunnen concurreren. Voor een traineeship bij de Europese Commissie bijvoorbeeld volstaat het niet als je één bachelor hebt en minstens twee talen spreekt, want dat doet iedereen al. Sollicitanten hebben tegenwoordig zelfs twee afgeronde masters. 

Doordat de lat steeds hoger komt te liggen, ervaren mensen ook steeds meer stress. Dan wordt er wel eens gezegd: die druk leg je je zelf op. Maar dat klopt niet, het ligt niet aan jou of mij. Om een kans te krijgen op de arbeidsmarkt moet je wel meedoen, dus dat heeft niets met jou te maken.’

Onderzoek naar schaarse goederen binnen de academische wereld

‘Competitie is het sterkste wanneer een groot aantal mensen een beperkt aantal schaarse goederen wil verkrijgen, bijvoorbeeld die gewilde baan. Deze worden dan toegewezen op basis van hoe iemand scoort volgens een ranking. In mijn proefschrift deed ik onderzoek naar de verdeling van schaarse goederen binnen de academische wereld, zoals beurzen en vaste contracten. De slagingskans bij veel beursaanvragen is rond de 10 à 15 procent. Heel weinig dus, en of je een vaste baan krijgt hangt er weer vanaf of je beurs krijgt.’

De rol van competitie als maatschappelijk fenomeen

‘Voor mijn studie filosofie rondde ik mijn hbo-opleiding tot sociaal psychologische hulpverlener af, maar ik vond dat dat te veel gericht was op het individu en hoe deze ondersteund kan worden bij integratie in de maatschappij. Ik wilde meer uitzoomen en juist kritischer naar de samenleving als geheel kijken en waar het daarin misgaat. Ik wilde de rol van competitie als maatschappelijk fenomeen nader onderzoeken en zien of en hoe dit mensen van elkaar vervreemdt en ons zelfbeeld beïnvloedt. Dat deed ik aan de hand van conceptuele analyse; het uitpluizen van wat het concept precies betekent, welke definities zijn gegeven en welke standpunten er zijn ingenomen in de literatuur. Daarnaast deed ik ook normatieve analyse; waarbij ik op een systematische manier sociale instituties, inclusief hoe ze schaarse goederen verdelen, evalueer. Een filosoof onderzoekt dus anders dan een wetenschapper die data verzamelt.’

Het gevaar is eens temeer dat mensen zich voortdurend met elkaar gaan meten. En instituties versterken die houding. Het leidt tot prestatiedruk stress, verminderd gevoel van eigenwaarde en angst en het schaadt onze relaties.

Competitie leidt tot corruptie en kosten

‘Met corruptie bedoel ik dat als we ons te veel richten op het verkrijgen van geld, status en roem. Ook het winnen van prijzen gaat dan ten koste van wat ik ‘interne goederen’ noem: zaken die we intrinsiek waardevol vinden aan die activiteiten zelf. Als we ons bijvoorbeeld te veel richten op het winnen van beurzen en prijzen in plaats van het verlangen naar waarheid te vinden en wijzer worden. Of bijvoorbeeld bij schilderen: de aandacht en tijd die nodig is om daadwerkelijk beter te worden kan gecorrumpeerd worden door de snelheid om iets af te ronden om het vervolgens te moeten verkopen. Het gevaar is eens temeer dat mensen zich voortdurend met elkaar gaan meten. En instituties versterken die houding. Het leidt tot prestatiedruk stress, verminderd gevoel van eigenwaarde en angst en het schaadt onze relaties.’ 

Samenwerking centraal

‘Met mijn punten wil ik niet zeggen dat ik tegen competitie in het algemeen ben, maar ik ben wel kritisch op de gedachteloze manier waarop competitie wordt geïntroduceerd op de werkvloer bijvoorbeeld. Daarover moeten we beter reflecteren. Schaarse goederen kunnen soms ook anders worden georganiseerd. Zo zou tot loting kunnen worden overgegaan als het gaat om het vergeven van beurzen bijvoorbeeld, onder voorstellen die aan minimale kwaliteitseisen voldoen. Waarom dan nog extra procedures die voor iedereen veel tijd kosten? En je kunt vraagtekens stellen bij sommige toelatingseisen: is een derde master bij de Europese Commissie wel nodig om het werk goed te kunnen doen? Samenwerking zou meer centraal mogen komen te staan, in plaats van dat je als individu boven de anderen uit moet steken.

Mijn boodschap is: we moeten nadenken of competitie altijd nodig is en als we het invoeren hoe we het organiseren, waarbij we oog hebben voor de problemen die het oplevert en de gevolgen ervan inperken.’ 

Publicatiedatum: 2 april 2024