Campus

Campus betekent in het Latijn ‘vlakte’ of ‘veld’. De term wordt vooral gebruikt voor het bebouwde terrein van universiteiten die buiten de stad liggen, vaak in een bosrijke omgeving. Veel universiteiten zijn ontstaan in de binnenstad, maar verhuisden toen de aantallen studenten en opleidingen toenamen. Zo ging het ook in Tilburg, waar de toenmalige hogeschool in 1962 de locatie aan de Bosscheweg verliet om aan de rand van het Warandebos uit te groeien tot een campusuniversiteit. De campus telde bij ingebruikname één gebouw (het huidige Cobbenhagengebouw), intussen zijn het er vijftien. Daarnaast staan er nog twee nieuwe gebouwen gepland en heeft de universiteit ook vestigingen in de binnenstad, in ’s-Hertogenbosch en in Utrecht.

graduate school JADS

Een ruimtelijke verkenning van een graduate school in 's-Hertogenbosch (JADS) (afbeelding boven)

Architect Jos Bedaux (1910-1989), de ontwerper van de eerste drie gebouwen op de campus (Cobbenhagen-, Koopmans- en Goossensgebouw) werkte bij de inrichting van de openbare ruimte samen met Pieter Buys, tuin- en landschapsarchitect. De parkachtige omgeving is een belangrijke kwaliteit van de campus, die studenten en medewerkers volgens enquêtes zeer waarderen. In het laatste kwart van de vorige eeuw kwam die kwaliteit onder druk te staan, vooral door de komst aan de noordzijde van tijdelijke barakken die er decennialang bleven staan.

De gebouwen representeren in zekere zin ook de tijdgeest. De barakken van het voormalige Simongebouw en het Prismagebouw dateren van eind jaren zeventig van de vorige eeuw, een periode van economische tegenwind en bezuinigingen op het hoger onderwijs. Montesquieu en de Faculty Club, gebouwen met meer architectonische waarden, zijn zichtbaar het product van betere tijden.

Tot in de jaren negentig liep de as van de campus van de toenmalige gebouwen A en B (nu Cobbenhagen- en Koopmansgebouw) naar de laagbouw waar Sociale wetenschappen en Psychologie waren gevestigd. Dat veranderde met de komst van de Universiteitsbibliotheek, het Dantegebouw en het Esplanadegebouw. De as kwam van west naar oost te liggen, zeker toen de universiteit steeds meer gebouwen aan de overkant van de Hogeschoollaan verwierf: respectievelijk het Simongebouw (ook van de hand van Bedaux), het Montesquieugebouw en Academia Building. De hoofdas van de campus kreeg zelfs een naam: de Esplanade.

De ontwikkeling van de campus in oostelijke richting was nodig vanwege de enorme groei, van bijna 1.200 studenten in 1962 naar ruim 20.000 in 2021. Het groene karakter van de campus staat centraal in het Masterplan van Tilburg University, waarin de ontwikkelingen voor het komende decennium zijn opgenomen. Oude gebouwen zoals het Sociaal Cluster zijn ten prooi gevallen aan de sloophamer, om plaats te maken voor nieuwe onderwijsgebouwen als CUBE en het Marga Klompé gebouw, dat in 2023 de deuren opent.

Het groen van de campus leent zich uitstekend voor rust en ontspanning, maar in toenemende mate ook voor reflectie en studie. Het aantal buitenwerkplekken neemt sterk toe, evenals het gebruik ervan.

Luchtfoto CUBE

Een overzicht van  de campus in Tilburg (afbeelding boven)

Meer over de historie en het academisch erfgoed

Het academisch erfgoed van Tilburg University is een zeer divers geheel van archieven, beeldmateriaal, collecties, apparaten, opgetekende verhalen et cetera die betrekking hebben op de geschiedenis van de universiteit.